Kennis is macht.
Kennis is macht.
Bijna anderhalf jaar heb ik mijn deur gesloten gehouden voor de constante stroom aan bouwvakkers. Ik ben op. Praten helpt niet. Maar deze keer wil ik het onderhoud van de kachel door laten gaan. Er wordt geschermd met hoge kosten. Niet duidelijk voor wie die kosten zijn.
Ik neem geen risico, maak een afspraak met het energiebedrijf. Ik moet een hele ochtend vrij maken van acht uur tot half een om op een monteur te wachten.
"Liefst tussen acht en tien," zeg ik en heb meteen spijt. Voel de bui hangen. Voorspel dat de monteur pas om elf uur, half twaalf komt. De man komt om twaalf uur.
"Kunt u klaar zijn voor half een?"
De jonge monteur zegt dat dit niet kan en geeft me een kaartje: "Het telefoonnummer."
Omdat ik heel zachtjes mijn klacht betreft het nodeloos wachten mompel buigt hij zich naar mij toe. In zijn houding ligt spot. Hij wil een boze emotie uitlokken. Ik doe een stap achteruit en trap er niet in.
Op het kaartje staat dat ik niet thuis ben. Mijn telefonische kritiek, twee dagen later naar het energiebedrijf, leidt direct tot vijandigheid van de telefoniste. Ze begint quasi verward dagen en tijden door elkaar te halen zodat ik haar steeds moet corrigeren. Met succes wordt mijn irritatie uitgelokt. Ik trap er deze keer wel in.
Zonder excuus of enige tegemoetkoming van dit bedrijf - immers de fout ligt bij de monteur - moet ik weer een hele ochtend thuis blijven.
"Klopt uw telefoonnummer nog?", vraagt ze en noemt de laatste twee cijfers.
Zonder gewetensbezwaar lieg ik: "Ja."
Verbreek de verbinding en voel me duizelig van de zenuwen. Dit voelt niet goed. Ik zeg de gemaakte tweede afspraak weer af en ontvang de volgende dag een brief met de mededeling dat ik niet thuis ben bevonden. Deze in inkt afgedrukte klinkklare leugen moet me alsnog door het lint trekken. Ik zwijg. Machteloos. Bang. Boos. Moe.
Het houdt niet op. Ik ben opnieuw slachtoffer van narcistisch geweld. Deze keer van twee samenwerkende bedrijven. In de leiding opereren een paar intelligente pestkoppen die met hun leven het kapitaal dienen. Zij besturen het hele bolwerk. Het mag hen betreft mensenlevens kosten. Dit is zelfs hardop gezegd. Het doel heiligt alle middelen. De zwakken vallen af en de sterken winnen. Vroeger heette dit 'de witte boorden criminaliteit'. Tegenwoordig noemt men het 'narcistisch geweld'. Mijn voormalige coach noemt het zielsmisbruik.
In het juridisch loket vraag ik advies en maak de tweede afspraak via de juriste. Opnieuw tussen acht uur in de ochtend en half een. Als een monteur om kwart over twaalf komt is hij op tijd. De juriste neemt dit aan als een feit. Het schijnt even zo normaal te zijn dat je op zondagochtend half acht een sms krijgt om de meterstanden door te geven.
"U hoeft het dan niet meteen te doen", meldt ze nu licht verward.
Voor mij is het zo glashelder dat ik me afvraag waarom zij nog steeds niets merkt: "Dit is treiteren, voelt u dat niet aan?"
Onbewust gebruik ik het juiste woord: voelt. Intuïtie zit in het lichaamsgevoel. Ze voelt het inderdaad, maar zit voorlopig in de modus van 'kan niet waar zijn'.
Ik ben woedend, licht in paniek, alsof ik tegen de muur sta. Over twee jaar ben ik zeventig en ik heb een hoge bloeddruk puur vanwege de stress, veroorzaakt door bouwvakkers. Ik word wanhopig en ziek gemaakt en dat laat ik niet toe! Schiet uit de bocht en zeg dat ik geen zelfmoord wil plegen! Dramatisch roep ik er achteraan: "Ik wil leven!"
Ze knikt begrijpend. Als mijn kachel onderhouden moet worden dan had dit allang netjes afgehandeld kunnen zijn zonder gedoe! Dit is een machtsspel. Ik vertel over de fouten die de monteurs telkens maken. Ik kan het melden, zegt ze, als er weer iets fout gaat.
Het is te schaars. Ik ga zelf maatregelen nemen.
David, een koning uit de bijbel, deed alsof hij gestoord was uit lijfsbehoud. Jezus sloeg de inhoud van de tempel aan gruzelementen omdat dit geen handelshuis is maar een gebedshuis. Prediker, de wijze Salomo, schrijft dat ik niet al te vroom moet zijn. Deze keer kies ik Jezus maar niet om te volgen.
Gelukkig hebben ze mijn telefoonnummer niet. Ik heb een nieuw nummer en hun het oude gelaten. Het is nu onmogelijk om mondeling op mij in te werken door de gebruikelijke ongelegen telefoontjes. Het is heerlijk stil. Een kleine triomf voor mij. Ik slaap heerlijk.
Afgezien van wat ik vind van mezelf ben ik een onopvallende burger. Ik houd mij aan de regels en de wetten, betaal elke maand huur, gas, water en energie kosten. En elk jaar de gemeentelijke belastingen. Ik pleeg geen overlast.
Het enige wat mij voor dit bedrijf bijzonder maakt is mijn emailadres - dat ze niet hebben en niet krijgen. Dat is niet verplicht net als telefoon niet verplicht is. Thuis heb ik geen internet, ik maak privé wel gebruik van de wifi in de bibliotheek en daar zijn ze achter gekomen. De energiebedrijven willen iedereen het internet op, desnoods onder dwang. Met pesten en treiteren weiden ze de ongehoorzame klanten met de ijzeren treiter staf.
Een echte narcist is een kwaadaardig mens. Kwaad in de aard. Een nietsontziende robot van vlees en bloed. 'Onherroepelijk' dat woord riep mijn moeder vaak.
Hij of zij is jaloers op empathische mensen omdat het hemzelf daaraan ontbreekt en wil je meetrekken in het absurde totdat je niet meer normaal kan denken. Het zijn lefgozers met grootheidswaan die willen zien hoe ver ze kunnen gaan; het zijn mensen die zichzelf onfeilbaar wanen, zonder redelijkheid en zonder respect voor een ander - tenzij het hen uitkomt. Ze liegen en draaien met woorden, met de toon van spreken en de mimiek. Willen voortdurend communiceren om te jongleren met letters, punten, komma s, die je verwarren. Ik heb nog nooit zoveel kerels bij elkaar gezien die voortdurend willen praten! Alles moet mondeling omdat je dan geen bewijzen tegen hen hebt. Ze kunnen beslist niet tegen kritiek. Hun werkwijze is 'verdeel en heers'. De ene huurder klapt en de ander klaagt. Dat is de bedoeling.
Op de dag van de tweede afspraak ben ik ongepland uitgeslapen en rustig in zekere zin. Ik ben bang voor het onverwachte. Verwacht dat hij op tijd komt omdat het juridisch loket nu getuige is, maar durf nergens meer op te vertrouwen. Ik word onzeker. Ben bang voor een list om mijn telefoonnummer af te troggelen. Dan gaat de bel.
Hij is er om tien uur. Zoals altijd weer een andere. Zijn stem is zalvend. Ze zijn allen geprogrammeerd met spot, betrekken je in hun werk - hebt u een emmer voor mij? - doen alsof ze je niet begrijpen om spraak te verwarren - water? - doet alsof hij vrijpostig naar de keuken wil lopen terwijl ik omval.
Gevoelens die je normaal inhoudt uit beleefdheid heb ik laten gaan. Machteloos. Radeloos. Praten helpt niet. Ben op de vloer gaan liggen. Kreun dat het de stress is zodat hij geen ambulance gaat bellen. Later lig ik op de bank. Dood. Stil. Om me af te sluiten van zijn manipulaties. Doe mijn ogen niet meer open, luister naar de geluiden die hij maakt - hij loopt even weg, ik hoor een emmer, die heeft hij zelf bij zich - boren, sissen zoals mijn tandarts. Ik denk aan haar, zij is aardig, ze houdt altijd rekening met mij. Ik lig tot het stil is. Ik heb de deur niet horen dichtvallen. Als het echt helemaal stil is durf ik op te staan. Controleer zijn werk.
Het water is bijgevuld en zelfs de staande kapstok is teruggezet op de plaats. Het is goed gedaan in zoverre ik dat kan zien. Durf het nauwelijks te geloven.
Kennis is macht. En een beetje lef hebben. Op flauw vallen staat geen straf.
11 juli 2025
Geplaatst in de categorie: maatschappij