Opgelucht om rechtvaardigheid
Als ik de deur van mijn huis afsluit en de trap afloop, kijken twee paar verwonderde ogen mij aan. Het zijn de twee dichtstbijzijnde buurvrouwen uit mijn straat. Ik kan gezichten, maar geen gedachten lezen en vraag mezelf af waarover zij zich verwonderen. Mijn spontaniteit ben ik kwijtgeraakt sinds ik in deze buurt woon, waar elk woord naar eigen believen wordt uitgelegd. Anders zou ik het meteen vragen.
Een aantal buren ontloopt mij. Dat is meer dan goed want het zijn roddelaars. Ik mag ze niet en ontwijk ze zelf zoveel ik kan. Al een tijdje zie ik er geen enkele meer die zijn hond uitlaat rondom mijn huis. Ik voel me vrijer in mijn gang.
Vervolgens schiet er een gedachte door mij heen. Ik vermoed dat degenen die roddelen hoogstwaarschijnlijk graag in de voorspelling hebben willen geloven, dat ik door het lint zou gaan omdat mijn privéleven op straat wordt gedeeld. Dat is inderdaad iets om boos van te worden.
De veroorzaker hiervan is een buurman die mij verwijt dat ik me negatief uit heb gelaten over zijn levensovertuiging. Hij heeft mij niet verteld wat hem kwetste, maar verbrak meteen het contact om vervolgens al mijn vertrouwelijkheden op straat te gooien. Onder andere dat ik tegen mijn moeder in de rechtbank zat.
Maar ik ben rustig mijn eigen gang blijven gaan al voelde ik het verlangen wel om mezelf te verdedigen. Het advies voor herstel van narcistisch geweld is: 'niet happen'. Ofwel de andere wang toekeren. Ook al deed het pijn te weten dat er overal leugens met waarheden worden rondverteld over mij en ik dit niet kon stoppen. Maar als ik het goed begrijp, mag ik inmiddels verwachten dat zij die lasterden nu verlies lijden? Vandaar die verwondering?
Mijn vragen worden snel beantwoord. Ik kom de buurman die zich als mijn vijand heeft opgeworpen tegen in het bos. Dat was vaak onze ontmoetingsplek. Als hij mij voorbij fietst zie ik dat hij er bleek en grauw uitziet. Zijn oogkassen zijn donker. Dat is niet voor halloween, maar zo eng is het wel. Hij straalt een vermoeide pure haat uit, alsof hij al een week niet meer kan slapen in de vlammende hel van de werkelijkheid die zijn vader erin geramd heeft. Ik voel afschuw, maar op een vreemde manier komt er compassie mee. Hij heeft ongewild zijn eigen nest bevuilt. Niet het mijne, zoals hij wilde. Hij lasterde mij en dacht dat hij mij door en door kende. Hij heeft kunnen weten dat mijn kennis van narcisme mij zou kunnen helpen. En nu lijdt hij gezichtsverlies.
Daarom ontlopen de roddelaars mij. Ze hebben de verwachte overwinning niet. En daarom werd ik zo verwonderd aangekeken door de twee buurvrouwen. Dit hebben ze niet verwacht. Ook zij meenden mij goed genoeg te kennen. Vreemd, want we spreken nooit met elkaar.
Al met al ben ik dus in mijn eer hersteld, hetzij niet van harte, want ik krijg inmiddels ook verwijtende blikken van wie mij kennelijk kwalijk nemen dat ik mezelf niet heb verdedigd zodat zij alles aan kunnen pakken om mij pijn te doen en dat aan mijzelf te wijten. 'Dat doet ze zelf', zei mijn narcistische moeder altijd.
Ik ben hersteld van psychisch geweld.
En ik rouw omdat ik weet in welk gat mijn vijand valt. Ook hij is een slachtoffer van narcistisch geweld en erkent dat niet. Zijn christelijke vader heeft zijn ziel afgeslacht. Ik ben christen en haat die man. De kleine, occult begaafde jongen is nog steeds bang voor de man van wie hij bescherming dacht te mogen ontvangen. Met recht.
Opnieuw is er geen leedvermaak in mij. Net zoals ik dat niet voelde toen mijn moeder onder stevige druk werd gezet door mijn advocaat. Ze haat hem.
Een narcist is een kwaadaardig mens. Dat is iemand die in de aard kwaad is. Hij moet kwaad doen. Mijn narcistische moeder zei dit letterlijk. Zijn of haar kinderen kunnen hiermee besmet worden door een ouder te verinnerlijken zodat ze zelf een narcist lijken. Ik ben er vrij zeker van dat mijn buurman zijn narcist nog steeds bij zich draagt. In de goede jaren met hem heb ik geen narcistische trekken kunnen ontdekken. Maar ik ben geen psycholoog.
Ik ben wel een christen en dat is fijn omdat ik kan bidden voor mijn vijanden. Bij God kan ik mijn verhaal kwijt, maar voor de buren blijf ik zwijgen. Ik ben verdrietig om het lot van mijn buurman, maar ook opgelucht omdat dit rechtvaardig is.
12 oktober 2025
Geplaatst in de categorie: pesten