Roekeloos
Vorige week hoorde ik via het nieuws op de radio, dat metingen over luchtvervuiling in Nederland het volgende lieten zien: Rotterdam en omgeving is het gebied met de meeste luchtvervuiling. Op Vaals na is het eiland Goeree-Overflakkee het gebied met de minste verontreiniging. Dat houdt o.m. in, dat mijn echtgenote en ik sedert onze vestiging op dit eiland, bijna acht jaar geleden, dag en nacht gezonde en vrijwel schone lucht in onze longen zuigen. Een weldaad om te weten na eerst 45 jaar in Rotterdam en aansluitend nog 15 jaar in Hoogvliet te hebben gewoond, al weet je het verschil van luchtkwaliteit pas te benoemen en te waarderen na één dag lang de penetrante geur van het gier van varkens te hebben moeten inademen, hetgeen zelfs door de eilandbewoners als weerzinwekkend wordt omschreven. Ik heb geen idee over hoe lang je in schone lucht moet hebben geleefd om te bemerken, dat het in een effect resulteert maar op onze hoge leeftijd is elke dag er één en: baat het niet, dan schaadt het niet, toch?
Vanaf mijn puberteit tot een 20 jaar geleden ben ik bewust lichtvaardig zo niet roekeloos met mijn gezondheid omgegaan. Het meeste aantal jaren van mijn jeugd ben ik opgegroeid in het door de zware industrie (kolenmijnen, hoogovens, staalfabrieken en cokesfabrieken) bezwangerde buitenlucht van het Ruhrgebied, de z.g. Kohlenpott; een slechte omgeving om een gezond lichaam gezond te houden. Grootmoeder waarschuwde mij, toen ik 16 of 17 jaar oud was, al voor het gevaar van roken. Zij was echter ook de persoon, die voor mij zo af en toe heimelijk een pakje van 10 sigaretten uit haar keukenschort toverde met de woorden: “Je weet, het is gevaarlijk enne . . . niets tegen opa zeggen!” Ik rookte stug door, daar kon zelfs Tata Steel niet tegenop (in de weekenden rookte ik wel zo’n 30 tot 35 sigaretten en/of zelf gedraaide shag per dag). Jaren met last van bloedvaatvernauwing (etalagebenen) of slapende tenen en voeten hielden mij niet tegen. Ik was verslaafd aan nicotine. Een hartinfarct in 1999 bracht mij eindelijk weer tot bezinning en sinds die tijd heb ik nooit meer gerookt. Zo was het ook gesteld met de gewoonte om elke avond een portie alcohol tot mij te nemen (alléén bier, want andere drank vond ik niet lekker). Na verloop van een zekere tijd nam niet alleen mijn gewicht maar ook mijn bloeddruk onrustbarend toe (onderdruk 110). Na de mededeling van de huisarts, dat morgen, volgende week of over een jaar een hartstilstand een einde aan alle levensgenot kon maken, ben ik door de schrik toen onmiddellijk ermee gestopt. Dat was 43 jaar geleden.
Hierbij is mij duidelijk geworden, dat lichtvaardigheid en roekeloosheid zo dicht bij elkaar zijn, dat die eigenschappen soms elkaar de hand kunnen schudden. De menselijke geest wordt in veel gevallen door voorlichting en toedoen van personen die het beste met je voor hebben, jou op tijd voor het afglijden behoeden, op het goede spoor gebracht. Nu vraag ik mij af, het bovenstaande in overweging genomen, of het voor ons ouderen alleen maar schone schijn is om op een eiland te wonen dat een puike en zeer gezonde luchtkwaliteit heeft. Aangezien ik er niet in geloof, dat dit feit de in het verleden opgelopen gezondheidsschade kan verbeteren of kan herstellen, geloof ik eerder, dat de huidige stabiliteit wordt bevorderd. Het zal m.i. niet levensverlengend zijn aangezien het nog af te leggen traject voor ons te kort is om ook nog maar iets te kunnen verbeteren. Ik heb de neiging om de jeugd aan te raden, wijzer te reageren als ze een even lieve grootmoeder hebben als ik had en een eventuele wankele zelfdiscipline op welke manier dan ook te verbeteren. Dan heeft, op lange termijn, zuivere lucht kans ons welzijn te verbeteren. Dat daarbij dan nog meer komt kijken zie je aan de impasses, waarin de klimaatonderhandelingen keer op keer terechtkomen. – Lichtvaardig of roekeloos?
Geplaatst in de categorie: milieu