Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen over idool

De blonde schoonheid met de suïcidale binnenkant

(voor Claude France (1893 - 1928))

Jij bent geboren als Jane Joséphine Anna Françoise Wittig op 9 maart 1893 in de havenstad Emden in het Duitse Rijk. Jouw vader was een Duitse tandarts en jij had een Franse moeder. Jij bent in Zwitserland opgegroeid en jij bent op zeer jonge leeftijd met jouw ouders naar Parijs verhuisd, waar jij jouw studie vervolgde. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog werd jouw vader als Duits staatsburger gearresteerd en gevangengezet. Voorts werd hij naar Duitsland gestuurd. Jouw moeder en jij gingen naar Zwitserland, waar jij studeerde en waar jij de Franse impresario/graaf Pierre de Chilly ontmoette, die in Genève aan het herstellen was. In oktober 1917 ben jij met Pierre getrouwd, waardoor hij de Franse nationaliteit kreeg en hij ook naar Frankrijk terug kon keren. In Parijs woonde jij weer bij jouw ouders.

Jij werd door Leon Gaumont ontdekt, die jouw schoonheid adoreerde. Jij hebt als Franse spionne gewerkt en jij was betrokken bij de aanklacht tegen jouw vriendin Margaretha Geertruida Zelle (Mata Hari). Jij zou misschien informatie over Margaretha aan de Franse geheime dienst hebben gegeven, wat doorslaggevend voor haar arrestatie was. Hier is geen bewijs voor. Jij was 24 jaar toen Margaretha op 15 oktober 1917 in Vincennes werd vermoord. Zij werd 41 jaar. Jij bent in die oktobermaand met Pierre getrouwd.

De scenarioschrijver/filmhistoricus René Jeanne en de schrijver/filmhistoricus Charles Ford noemden jou een 'blonde schoonheid'. Jouw pseudoniem was Claude France. In 1919 debuteerde jij in 'Le Carnaval des vérités' van Marcel L'Herbier, die ook schrijver was. Met Joséphine-Charlotte Bonvalet in de hoofdrol als gravin Della Gentia, die zelfdoding pleegt. In 1920 speelde jij in 'La Chambre du souvenir' van Pierre Marodon. Deze film is verdwenen. In 1921 speelde jij als Madame de Nucingen in 'Le père Goriot' van Jacques de Baroncelli, naar de roman van Honoré de Balzac. In juli 1922 zijn Pierre en jij gescheiden. In 1923 speelde jij in 'Le diamant vert', 'Pax Domine', 'L'autre aile' en 'Souvent femme varie'.

In 1924 speelde jij in 'Violettes impériales', 'Pension Groonen', 'Moderne Ehen' en 'Le Sourire de Paris'. In 1925 speelde jij in 'Le prince charmant', 'L'abbé Constantin', 'Le bossu' en 'Fanfan-la-Tulipe'. In 1926 speelde jij in 'Le berceau de dieu', met Francine Mussey (Marcelle Fromholt), die op 26 maart 1933 in Parijs zelfdoding pleegde door gif in te nemen. Zij werd 35 jaar. In 1926 speelde jij ook in 'Simone' en 'Dame Harrington', waarin jij de hoofdrol speelde. Ook met Francine Mussey. In 1927 speelde jij in 'André Cornélis', gebaseerd op de roman uit 1887 van Paul Bourget, en in 'Le dédale'. Jij speelde als Xénia Smit de hoofdrol in 'L'Île d'amour' en als Lady Diana Wynham de hoofdrol in 'La madone des sleepings'. Beide films zijn in 1928 verschenen. In 1929 verscheen jij nog in 'Miss Édith, duchesse' van Émile-Charles-Bernard Wessbecher, met Lucienne Legrand in de hoofdrol.

Jij was neurasthenisch, zwaar depressief, gedesillusioneerd, uiterst gevoelig en ongelukkig. Op 3 januari 1928 pleegde jij zelfdoding in jouw huis op 3, rue de la Faisanderie in Parijs door vergassing. Jij werd 34 jaar. De reden voor jouw suïcide zou liefdesverdriet zijn geweest. De afscheidsceremonie was in de oude kerk van Saint-Honoré d'Eylau uit 1852 op de Place Victor-Hugo, waar op 2 september 1867 de begrafenisdienst voor Charles Baudelaire was. Pastoor Jérôme Labourt deed jouw uitvaartdienst. Jij bent in de Cimetière de l'Quest in Boulogne-Billancourt begraven, net als de actrices Marie Odile Léonie Gabrielle Sigrist en Renée Paule Nanine Faure.

In jouw herenhuis op nr. 3 overleed op 6 december 1954 de 79-jarige, lesbische schrijfster en edelvrouw Antonia Corisande Élisabeth de Gramont, die een lange liefdesrelatie met Natalie Clifford Barney had. Zij was dik bevriend met Marcel Proust, Robert de Montesquiou, de schrijver Rémy de Gourmont en de Litouwse dichter/schrijver Oscar Vladislas de Lubicz-Milosz, die vogels temde met het fluiten van een Wagner-deuntje. Élisabeth kreeg twee dochters met haar echtgenoot markies Aimé François Philibert de Clermont Tonnerre. Jij woonde (ook) op nr. 31, in 'een heel vreemd, sinister herenhuis, met een griezelig en walgelijk interieur', volgens de regisseur Jean Durand, die zich in het huisnummer vergiste. Of de criticus Raymond Berner, die Jean citeerde, vergiste zich. In 2020 verscheen 'Une robe noire, avec traîne' van Didier Blonde bij La Pionnière, met illustraties van Stanislas Bouvier. Het gaat over jou.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
24 november 2025


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 15

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)