het een zeggen en het ander doen
Mijn voeten maken een bonkend geluid op de loopband. Dit zijn mijn zestien jaar oude tennisschoenen die niet zo geschikt zijn om mee hard te lopen. Ik begin steeds harder te hijgen. Het zweet prikt op mijn voorhoofd.
Al rennend staar ik naar het scherm wat recht tegenover me hangt. Het is mijn redding. Door mijn geest af te leiden houd ik het langer vol.
Ik kijk naar de geschiedenis van J.E. Hoover, op CNN. Sinds 1924 benoemd als de eerste baas van de FBI. Deze man zou een homohater zijn geweest. In zijn functie hield hij ‘een klopjacht’ op mannelijke mannenliefhebbers. Zij zouden volgens hem ontvankelijk zijn om ingezet te worden als spion. Homo’s als regelrechte bedreiging voor democratisch Amerika. Hoe verzint hij het.
Wat me fascineert is dat veel erop wijst dat Hoover zelf van de herenliefde blijkt te zijn geweest. Wonderlijk hoe mensen zichzelf kunnen verloochenen.
Overdekking door het tegendeel oftewel reactieformatie noemen ze dat in de psychologie. Precies het tegenovergestelde doen of zeggen, van wat je diepste (verboden) wensen/verlangens zijn.
Een van de afweermechanismen die wij mensen gebruiken om het leven (minder gefrustreerd)
door te komen.
Een dag later lees ik in Vrij Nederland dat staatssecretaris Bleker van Landbouw in zijn jonge jaren een Proefschrift heeft geschreven. Dit was in 1984.
Hij promoveerde op de studie: Na(ar) goed overleg. Hij pleitte voor vier principes voor behoorlijk overleg tussen bestuurslagen in de wet op te nemen.
De eerste stelling hiervan luidde: ‘het is geen nonsens om alvorens beslissingen te nemen goed overleg te plegen met betrokkenen’.
Bleeker staat er om bekend dat hij het niet zo nauw neemt met overleg. Hij zou met een grap en een grol mensen charmeren en vervolgens zijn eigen plan trekken.
Kort na zijn aantreden als staatssecretaris riep de Kamer hem op met de natuurorganisaties in overleg te treden.
Na ruim een half jaar is hier nog niets van terechtgekomen.
Bleker is dus ooit begonnen als zorgvuldige wetenschapper die promoveert op de stelling die hij zelf vervolgens aan zijn laars lapt.
Overdekking door het tegendeel of noem je dit opportunisme?
‘Mensen zeggen dit en doen dat’ aldus ook Bas Heijne in dezelfde Vrij Nederland, maar dan in een ander artikel. Hij vatte met deze zin het werk van Dostowjeski in zes woorden samen.
Dostowjeski jeweetwel, die grootse Russische schrijver met enorme mensenkennis. (waar ik nog nooit iets van heb gelezen).
Nu ken ik vrouwen die zich willen onderscheiden door te zeggen dat ze veel beter met mannen overweg kunnen en moeite hebben met andere vrouwen . Vervolgens noemen ze allerlei zogenaamde vrouwelijke trekken op die zij zelf niet zouden hebben. ‘ Vrouwen zijn hysterisch. Vrouwen zijn jaloers. Vrouwen zijn vaak zo onzeker. Vrouwen zijn niet rechtstreeks, vrouwen roddelen’.
In een onbewaakt moment laten deze vrouwen zich tegenover de man nogal eens van hun meest manipulatieve, drakerige kant zien als ze in een relatie met hem zijn beland.
Blijken ze toch over eigenschappen te beschikken waar ze bij andere vrouwen allergisch voor zijn. Ook een staaltje van zelfverloochening.
Of is het zelfoverschatting? Het kan zijn dat deze vrouwen op die manier denken de man te behagen.
‘Neem mij, ik ben niet zo’n vervelende vrouw als alle anderen, ik ben een redelijke, goedlachse, sexy vrouw en ik zeur nooit’.
Maar die komt uiteindelijk van een koude kermis thuis.
Inzender: monique Louis, 25 juli 2011
Geplaatst in de categorie: psychologie