Inloggen
voeg je column toe

Columns

Mijn vader gaat dood

Mijn vader gaat dood. Simpelweg over de houdbaarheidsdatum. Dat overkomt de besten, de allerbesten. Ooit verschijnt aan de horizon voor iedereen die laatste halte. Ieder sterft, maar dit is toevallig wel mijn Pa. Dit ligt volstrekt anders. Zijn loslaten van het leven komt een tikkeltje vervreemdend binnen. Dat raakt me. Natuurlijk. Zo’n lieve man. Lekker duidelijk, fijn transparant. Vierentachtig jaar op de teller, onderhoudsboekjes aanwezig, áltijd zijn servicebeurten gehad en nu levenslang palliatieve zorg.

De machinerie komt krakend en piepend tot definitieve stilstand. Tot de dood erop volgt. Vaderlijke verwekkers van een nakomeling horen gewoonweg geen afscheid van het aardse bestaan te nemen. We zijn tenslotte vrienden voor het leven. Een weerzien na de finish ligt niet voor de hand. Hij moet doorgaan, hier blijven, voor altijd! Daar ga je ook van uit. Dom. Weinig is zeker in dit leven. Nou ja, één ding dan. Sterven!

Zijn aanwezigheid is ruim 80 jaar een rijke vanzelfsprekendheid. De wonderen met hem waren nooit de wereld uit. In voor- maar vóóral tegenspoed gaf hij acte de présence. Ben al jaren heerlijk aan hem gewend en zag dat als volstrekt vanzelfsprekend. Stom. Nu zit het hem en mij tegen. Behoorlijk tegen. Mijn gelijkenis met hem of andersom is treffend. Niet qua uiterlijk. Die lieverd is duidelijk aantrekkelijker. Overeenkomsten in andere opzichten. Voor wie het zien wil, voor wie het zien kan. Dat schept een band. Voor het leven. Van de wieg tot het naderend graf, in dit ontluisterend proces.

Die scan dus. Na een vermoeiende periode. Die nooit meer overgaat. Gelijk het ontslapen. Een botscan die overal, echt óveral, zwarte puntjes en vlekjes laat zien. Uitgezaaide kanker! De rit uitzitten voor een Schat die beter verdient. Tijdens de slaap verglijden in tijd en ruimte was een betere optie. We treffen gelukkig een vriendelijke uroloog die het ook voor gezien houdt. Pensioengerechtigde leeftijd. Bofkont. Zo lang als het duurt. Want niemand ontspringt de dans. “Lekker golfen?”, informeer ik. Nee, hij schiet als hobby. Niet op verpleegkundigen maar op andere wildstand. “Het heet trouwens geen schieten maar jagen!” Ach.

De man in de witte jas ziet ons als een paar apart. Alleen laat ik me nog niet kisten. Maar niets is zeker in dit eindig leven. De laatsten zijn soms de eersten. Ik probeer de sfeer ontspannen te houden en kwinkslagen te hanteren als therapie. Galgenhumor werkt vaak, maar niet tegen uitzaaiingen. Er valt nu louter gebakken lucht te klaren. “Met jou erbij is het fijn ontspannen!” Een vaderlijke boodschap in het waardevolste pakpapier! “Voel me bevoorrecht telkens met jou mee te mogen gaan”, meld ik.

Ondertussen schiet de medicus met muggen op een olifant. Inzet: hormonen. Mijn dierbare vader raakt nog vermoeider. Vroeger was zijn leven enthousiast werken, nu is het moeizaam doodgaan. Verbonden met een stoel. Afgepeigerd, uitgeblust. Op een stok voortstrompelend. Via internet voor hem aangeschaft. Tot voor kort stapte hij nog met zijn broze botten op de fiets. In zijn toestand een fragiel skelet breken, is vragen om moeilijkheden. “Ik stap niet achter een rolstoel door jouw roekeloosheid!”. Een rollator dan maar op het verlanglijstje. Niet van harte, overigens.

De hormonen geven er ook de brui aan, verliezen hun werking. “Ik stuur u naar de oncoloog voor chemo om wat langer te overleven!”, meldt de jager. Uitstel van executie. Mijn nuchtere opvoeder redeneert tegen de klok in: “Kwaliteit van leven vind ik ook wat waard, ik ga nog niet horizontaal in bed”. Uitgemergeld en stervensvermoeid lijkt hem nu nog niet de optie. Een kankerklant is koning! Voor mij is hij sowieso altijd al een Koninklijke Hoogheid. Mijn vraag “Ben je wel eens bang of depressief?”, beantwoordt hij oprecht met: “Nee!” Op karakter de laatste hobbel nemen. Een waardige glijvlucht naar zijn hiernamaals. “God is groot!” Aandrang om hem tegen te spreken heb ik niet…

Stervensbegeleider nummer twee: “Uw lichamelijke conditie laat zware kuren niet meer toe’. Mijn lieve, lieve vader is opgelucht. “Fijn, aan mijn lijf geen polonaise”. De academische kenner van celwoekering kijkt bijna verheugd. Heftige emoties na zijn onheilsprofetieën ventileert mijn oude heer namelijk niet. “U gaat prednison slikken. Misschien neemt de eetlust toe, komt u aan en wordt u fitter ”. Ik: “Mooi, dat wordt tijd!” Ook nu blijft de stemming ontspannen. De opgegeven patiënt oogt monter, bijna opgewekt. “Gaat mijn testosteron dan ook weer omhoog?”, vraagt de doodzieke man van vier kinderen en een ware schare liefhebbende klein- en achterkleinkinderen. “Dat zou je wel willen hè?”, floep ik eruit. Voor mijn oude heer het sein om kortweg te ventileren wat vrouwelijke hormonen met hem doen…

Het veld ruimen, later of nog later, ligt nu als enige keuze op tafel. “Over acht weken weer een levensteken hier in het ziekenhuis”, zegt de medicijnman in spannende dagen. De prednison geeft onverwachte pret. Na een week inname lijkt een wonderbaarlijke ‘genezing’ een feit. Meer energie, meer actie, zelfs de planning van een vakantie. Misschien de laatste maar zeg nooit: “Nooit!” Ouwe taaie! Nog even uitstel van de terechtstelling aan zijn einde der dagen. Hopelijk ligt de einder nog een eindje weg. De aanvang van zijn laatste ontzielde reis laat zich niet voorspellen. Al zijn gedane zaken nemen geen keer, nu niet en straks nooit meer. Nog even en het is over en uit. Zijn boek gesloten. Geen leven meer in te krijgen. Zonde, voor eeuwig zonde!

www.clabamsk.blogspot.nl

Schrijver: clabamsk, 20 oktober 2012


Geplaatst in de categorie: afscheid

4.2 met 11 stemmen 355



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Niek Kalberg
Datum:
20 oktober 2012
Email:
niek_kalberghotmail.com
Ingehouden maar in elke zin een extra laagje dat schrijnt.
Verdrietig om te lezen, zo ongeveer is mijn vader ook gegaan.
Maar vooral prachtig beschreven. chapeau voor de stijl!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)