Inloggen
voeg je column toe

Columns

EEN TIEN MET EEN GRIFFEL

Ze had het zich heel anders voorgesteld. Ze zou van haar operatie herstellen in een zorghotel dat zo dicht mogelijk in de buurt van de kinderen lag. Haar been brandde. Het was een pijn, vergelijkbaar met die van vlak voor een geboorte vond ze. Ze had gekozen voor een ruggenprik en een roesje. Dat had gemaakt dat ze alle gesprekken in de operatiekamer kon horen en ook het zagen en beitelen en hameren om haar nieuwe knie te plaatsen. Het duurde uren voor haar gevoel. Op het laatst had de chirurg haar been omhooggetild. Haar voet rustte op zijn schouder. Hij had haar trots aangekeken.
‘Kijk eens hoe mooi recht uw been weer is?’
Hij boog haar knie daarop soepel heen en weer. Ze had immers nog lang geen pijn en als de ruggenprik uitgewerkt was zou ze een shot pijnstillers krijgen.
Na twee dagen mocht ze het ziekenhuis al verlaten en werd ze naar het zorghotel vervoerd.
In het ziekenhuis was ze al zo verwend met lekker eten en volop drinken, dus hoe zou het daar wel niet zijn? Ronduit vorstelijk, stelde ze zich voor.
De kamer was in elk geval heerlijk ruim en had een grote badkamer en een klein keukentje met een koelkast en een magnetron. De kamer had grote ramen waardoor je op het marktplein keek met in het midden de oude scheefgezakte Dorpskerk.
Al snel kwam ze tot de conclusie dat de maaltijden zeer eenvoudig waren en ze zelf koffie en thee moest zetten zodra ze daartoe in staat was en dan was er nog iets: ze was altijd al een vroege vogel geweest. Klokslag vijf uur was ze wakker 's ochtends maar ze werd pas om half tien uit bed gehaald. Haar gezicht sprak boekdelen. Venijnig had ze de ziekenverzorgende toegebeten: ‘Zo gij nu bent was ik voor deze, zo ik nu ben, zult gij straks wezen.’
Die zal op zijn minst vreemd hebben opgekeken.
Ze was geen makkelijke patiënte. De eerste drie nachten deed ze geen oog dicht. De lakens waren keihard gesteven, zelfs zo hard dat ze een blaar op haar hiel had gekregen van een van de haar opgedragen bed oefeningen en het eten was veel te zout: ‘Dat hoef ik niet, dan eet ik maar niet,’ schijnt ze gezegd te hebben. Natuurlijk kon een zoutloze maaltijd ook geregeld worden. Ze kookte al jaren zonder zout vanwege haar hoge bloeddruk en die van haar inmiddels alweer dertien jaar geleden gestorven man.
Tot vier maal toe zei ik haar gedag, toen ik haar de derde dag van haar verblijf in het zorghotel bezocht en tot vier maal weerhield ze me ervan haar te verlaten door me aan mijn spijkerjasje vast te houden.
Ze hadden gesport en dat was haar wel bevallen. Vanuit hun rolstoelen hadden ze ballen in netten geworpen, ringen over houten palen en met twee handen een zachte bal boven hun hoofd moeten houden. Voor een kordate, zelfstandige vrouw als zij was het moeilijk zich over te geven en om hulp te vragen. Ze had ook al een opmerking gemaakt over hoe men haar tegemoet trad. Verpleegpersoneel had nu eenmaal een bepaalde attitude, zeker naar de oudere mens. ‘Als je al niet kinds bent, word je het hier wel.’
Ze zei het duidelijk geïrriteerd, maar toch ook met een zweem van spot. Er zaten gelukkig ook jongere mensen in het herstellingsoord. Een van hen had haar al voorgesteld in hun rolstoelen naar de kerk te karren op zondag. Ze had ook televisie op haar kamer.
De eerste avond lag de afstandsbediening op het eettafeltje en kon ze niet zappen. Voor alles was echter een oplossing, als je maar mobiel was en slim. Ze had er een hekel aan als de deur van haar kamer openstond als ze even wegging en had de ceintuur van haar badjas al aan de krik geknoopt, zodat ze slechts aan het ‘touwtje’ hoefde te trekken om de deur met een knal dicht te kunnen trekken wanneer zij dat wilde. Ze was zelf al naar het toilet gegaan met haar looprekje en had al thee gezet voor haar kleinzoon. Ze zou het wel redden, deze krasse 81 jaar oude dame.
Na vijf dagen ging het mis. Men dacht aan een trombosebeen en ze werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Na uren onderzoek bleek een bloeding in de knieholte de boosdoener te zijn van haar rode, opgezwollen been. Per ambulance werd ze weer teruggebracht naar het revalidatiecentrum, want dat was het in wezen waar ze verbleef.
Ze vroeg me een afspraak te maken voor een week later. Bij haar chirurg dokter de Zwart. Ik belde mobiel en ze luisterde gespannen mee. De dame van het afsprakenbureau verbond me door met orthopedie. Ik deed mijn verhaal. Het was volgens haar onmogelijk dat dokter Zwart onze eigenwijze patient had bezocht bij de spoedeisende hulp, daar deze met vakantie was en dokter de Wit hem verving. Volgens ons ijzeren dametje kon dat niet het geval zijn. ‘Nou,’ zei de vrouwenstem aan de andere kant van de lijn, ‘of hij moet speciaal voor mevrouw teruggevlogen zijn.’ Daarop vertelde ze dat de heren doktoren even oud waren en erg op elkaar leken en daarom vaak werden verward met elkaar. Enfin, de afspraak voor de na controle stond.
We begaven ons naar de koffiehoek en laafden ons met cappuccino. Daar vertelde ze ons dat je bij het ontbijt en het avondeten op elkaar moest wachten. Tot iedereen klaar was dus. Prompt had ze een handtekeningenactie georganiseerd en had ze het voor elkaar gekregen dat men voortaan bij iedere maaltijd mocht gaan wanneer men wilde!
Na een aanval buikkramp door wat ze ‘rommelende darmen’ noemde, zaaide ze een paniek vanjewelste. ‘Oh, ik doe het in mijn broek, ohhh, ik houd het niet meer.’
Al met al zat er maar een heel klein vochtplekje in haar broekje. Een verhitte ziekenverzorgster - ze werd achter elkaar door drie patiënten opgepiept - wees haar erop dat iedereen haar kon zien in haar blote billen, zo met de deur van het toilet wijd open en dat terwijl er weekmarkt was. Ze trok zich er niets van aan en zei recalcitrant en met een stalen gezicht: ‘Wie kent mijn gat in de vreemde stad. Daar trek ik me helemaal niets van aan.’ Ze had immers last van claustrofobie en nu en dan ook van een spastische darm. Dit alles had het personeel graag eerder willen weten. Hoe druk hebben die mensen het toch. Een tien met een griffel geven en een dik salaris, dat is wat zij verdienen!

Schrijver: Anneke Haasnoot, 11 april 2014


Geplaatst in de categorie: actualiteit

2.5 met 4 stemmen 103



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)