De dodendans.
Ik ben een anorectische werkweigeraar. Onzichtbaar. De dodendans verstopt uit angst dat ik gezien werd en vermoord in dwang en overmacht van mensen. Doe je ogen dicht. Snoer je mond. Sluit je gezicht.
De minachting zweet uit hun torenhoge geldzuchtige gebouwen. Er is een overmaat aan goede psychologie, maar de machtigen hebben het gebruikt om te manipuleren. Dat is de wereld gezien vanachter de geraniums.
Er is een moeder die hoopt op de val van haar dodendanskind. Ze zullen je nooit geloven mensenkind, dat jij mij een slechte moeder vindt, maakt van jou een slecht kind, waar ik de 'goede moeder' ben en blijven zal.
Ik hoor haar gezicht. Ik zie haar stem. Fantastische verdraaide leugens. Ze verlustigt zich in mijn leed, wetend dat jij nooit zult geloven dat jij ziet wat jij ziet, bestaat niet. En ze volgen haar in hun saaie sprookjeskleren naar de 'nieuwe wereld'.
De woede is groot, in nood. Dans de dodendans. Want de wereld is niet ingericht op de waarheid. Op de vrolijke dader. De moeder. De vader. Of de priester. Wie dan ook van wie verwacht wordt dat hij nóóit zal haten.
Dan dood ik de mensen met de woede waardoor ik zelf gedood ben, om uit te schreeuwen dat ik dood ben. Provoceer als een mislukte profeet: ik ben een anorectische werkweigeraar, hoor je mij, zie je mij, niet?
Maak de mensen machteloos, zoals ik machteloos gemaakt ben. Laat de mensen voelen wat ik voel, totdat ik ze lam geslagen heb. Verstoot geliefden zoals ik verstoten ben.
En huil omdat ik dat niet wil.
Geplaatst in de categorie: psychologie