PETJE AF VOOR SINT
Vorige week ging ik naar de plaatselijke Chinees en werd er met de nodige egards welkom geheten. Alsof ik de eerste klant van een nieuw te openen zaak was of hun 10duizendste. Vermoedelijk was ik eerder een van de laatste, want het schijnt dat ‘de Chinees’ het in het algemeen moeilijk heeft en met een diepe crisis in de consumptie van het door hun aangebodene. Hopelijk valt het in ons dorp nog wel mee, want die exclusieve alternatieve zaakjes uit de grote steden zijn hier nog niet. Nee, hier is naast de Chinees, slechts een snackbar en een Pizzeria en een eetcafé en dat is het zo’n beetje. Volgens mij blijven wij onze oude vertrouwde Chinees nog behoorlijk regelmatig bezoeken.
Goed ik bestel bij Henkie (in goed overleg mag ik hem zo noemen, want die Chinese namen zijn zo moeilijk te onthouden) en 10 minuten later brengt zus Mariëlle (in overleg mag ik haar zo noemen – het is net zo’n koele kikker en verschuilt zich achter net zo’n masker, als die Tweebeeke van Nieuwsuur) het bestelde. Ze hadden haar nu blijkbaar zelfs geïnstrueerd om zo af en toe een vriendelijk glimlachje op haar gezicht tevoorschijn te toveren. Misschien toch in verband met een dalende omzet?
In de tussentijd had ik even een gesprekje met Henkie. Ik vroeg hem of zij bij een dag als vandaag (Sinterklaas werd ingehuldigd) ook baat hadden. ‘O ja, zeker weten, we hebben vandaag al tien klanten over de vloer gehad en hebben de nodige reserveringen voor vanavond,’ wist Henkie me te vertellen.
Henkie is zo’n Chinees die volop is geïntegreerd en gaat dan ook echt het familiebedrijf niet overnemen. Nee, hij studeert iets op financieel economisch gebied en heeft plannen om net zoiets op te zetten als zijn grote inspirator en voorbeeld – Ali Baba. com. Toen hij me dat vertelde heb ik echt waar even mijn petje afgenomen, want geloof me, het gaat hem nog lukken ook.
‘Maar wat vind jij als lid van de Chinese gemeenschap nou eigenlijk van die hele Zwarte Pietendiscussie,’ vroeg ik hem, want ja je hoort ze er niet over. Die mensen zijn zo timide en bescheiden – maar, let op hè, ondertussen zitten er nog heel veel Henkies onder hen.
Henkie, zoals gezegd volledig geïntegreerd, dacht na en zei tegen mij: ‘Om eerlijk te wezen, snap ik die hele discussie niet. Onze Sint is als je het goed bekijkt, hartstikke modern, zwart en wit gezamenlijk aan het werk, hun baas met lange baard loopt de hele dag in een lange jurk – de genderneutraliteit uit te stralen. Toch heel modern? Sint gaat juist heel erg met z’n tijd mee en dat doet hij al ver voordat er sprake was van discriminatie en een ‘genderproblematiek’, snap je wat je bedoel. Als er geen Zwarte Pieten waren, dan was er protest gekomen omdat er een stukje geschiedenis wordt verdoezeld, en dan zouden ze er met alle geweld juist bij moeten. Beste man, als er een groep is die zich zou moeten roeren dan is het de Chinese gemeenschap. Waar is de Chinese Piet, pure discriminatie toch, ik zie ze nergens? En doen wij daar moeilijk over, nee toch?’ ‘Verdorie, je hebt helemaal gelijk Henkie, zo had ik het nog nooit bekeken.’
‘Maar goed, wij profiteren er ook van,’ zei Henkie.
‘s Avonds moest ik nog even naar een kennis en langs de Chinees rijdend, maakte de zaak een verlaten indruk.
Triest voor Henkie en z’n familie. Maar ik weet zeker dat Henkie over een tiental jaren bij z’n ouders op de stoep zal staan als een soort Sinterklaas met een grote zak voorspoed. En dan neemt het hele dorp z’n petje af voor hem.
29 november 2019
Maar dat van die Chinese Sint is zeker ironisch bedoeld, neem ik aan? Anders moet je dat nog eens uitleggen, Catrinus.