Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen

Prooidier.

29.3

Aan de buitenkant is Beerda een keurige personeelschef. Iedere dag verschijnt hij in onberispelijk driedelig grijs en met gepoetste schoenen op kantoor.

Hij is ouderling bij de Gereformeerde kerk en schrijft iedere maand een stukje in het personeelsblaadje. Een stichtelijk stukje vol met verwijzingen naar bijbelteksten. Op het oog een keurige, betrouwbare, beetje saaie man. Wie zou mij geloven? En aan wie zou ik het kunnen vertellen?
Bovendien is hij de leidinggevende en sta ik onderaan in de hiërarchie.

Dat hij zegt dat ik dom ben en niets voorstel, vind ik misschien nog wel erger dan het andere. Voor die vieze praatjes lukt het me beter om me af te sluiten.
Schaamtegevoelens zijn ook een reden om het aan niemand te vertellen.

Als ik bij Beerda op zijn kamer ben, is het alsof ik een andere wereld binnen ga. Een wereld die niets te maken heeft met mij of met mijn werk. Ik doe wat ik als kind al deed: ik rol me op in m’n hoofd en neurie in stilte een liedje.

Als ik na zo’n sekspraatje weer terug ga naar mijn plek aan de balie, ben ik het eigenlijk alweer vergeten. Het gaat me natuurlijk niet in de koude kleren zitten. Onderhuids woekert het door.
Maar ik ben zo ver verwijderd van wie ik werkelijk ben, dat ik ook geen idee meer heb van wat ik werkelijk voel.

Dit soort dingen gebeurt nou eenmaal in mijn leven. Ik weet niet beter.
Meester had weinig aandacht voor mij als kind. Pas toen ik wat ouder werd kreeg hij aandacht voor mij, maar die aandacht was vaak seksueel getint en niet wat ik wilde. Hij als eerste man in mijn leven minachtte mij, was niet te vertrouwen en respecteerde mijn grenzen niet.
Het kleeft aan mij. Door alles wat er in mijn leven is gebeurd ben ik daar nu wel van overtuigd. Er is zo vaak over mijn grenzen heen gewalst, dat ik geen idee meer heb waar mijn grenzen zitten en hoe ik die moet aangeven.
Hoe kan ik dan in godsnaam verwachten dat andere mannen mij met respect behandelen.

Het leven is voor mij geen veilige plek, maar een plek waar overal gevaar loert en waar ik steeds op mijn hoede moet zijn. Ik sta continu in de overlevingsstand. Dat is mijn realiteit.

Ik voel me een prooidier in een jungle vol roofdieren.

Schrijver: Lone Wills, 2 augustus 2015


Geplaatst in de categorie: psychologie

3.7 met 3 stemmen 1.368



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)