Lettervelden
Het waaide zo hard die middag dat ik me afvroeg waarom het niet regende. Wind en regen hadden een verbond in mijn verstand, maar het regende niet, het waaide en ik moest haast maken om niet weg te waaien nog voordat ik de expositie kon bereiken.
Terwijl ik mij afvroeg waarom ik op rijpere vrouwen viel, struikelde ik over een losliggende stoeptegel, op weg naar de expositie van Peter Halm die zijn schilderijen verkocht voor tweeduizend gulden per stuk. Gelukkig was het niet ernstig, ik had me niet bezeerd, ik zag de galerie waar de expositie was al in de verte.
De schilderijen van Peter Halm zagen er imposant uit, het was grafisch van opzet, maar de vormen deden aan dieren denken en de huid van de schilderijen was stevig. Een dikke textuur zat als een pels op het doek, waardoor het werk fysiek werd.
Peter Halm kwam meteen enthousiast naar me toegelopen, alsof ik heel belangrijk was, hij had een fles rode wijn in zijn handen en ik zag aan zijn neus dat hij cocaïne gesnoven had. Wonderbaarlijk was het hoe handig hij alle belangrijke gasten te woord stond, alhoewel ik tweeduizend gulden behoorlijk veel geld vond voor een kunstwerk, gingen zijn doeken als warme broodjes over de toonbank. Binnen een half uur was zijn tentoonstelling uitverkocht en kwamen er bij alle schilderijen stickers met de tekst verkocht te hangen.
Peter Halm was in een opperbeste stemming en dat liet hij aan de gasten, en aan mij in het bijzonder, behoorlijk duidelijk merken. Terwijl ik nog bezig was met het eerste glas wijn begon er al een aantal gasten aangeschoten te raken en te oreren over de beeldende kunst die Peter Halm zo voortreffelijk liet zien met zijn ontroerende tentoonstelling.
Hij had wel iets aantrekkelijks, die Peter, wanneer hij zo opgewonden was en met een hoge nerveuze stem praatte.
Ik vroeg me af of hij iets wist van de geheime liefdesrelatie die ik met mijn hospita Emma Petronella onderhield. Hij kwam steeds weer naar me toe om zijn blijdschap aan mij te tonen. Ik begon me een beetje zorgen te maken omdat hij zoveel wijn naar binnen goot, terwijl zijn gevoelige neus begon te druipen van de coke. Het was moeilijk om uit dit voorname circus te ontsnappen. Niets zeggen was onmogelijk, daarvoor vroegen er te vaak mensen iets aan mij, te veel zeggen zou er toe leiden dat ze er achter kwamen dat er een vreemde eend in de bijt zat. Een buitenstaander met het bloed van een wolvenkind. Dan zouden ze er achter komen, dat er een luis aanwezig was die de pels aandachtig aanschouwde.
Ik bewonderde Peter Halm, ik bewonderde zijn nerveuze zelfverzekerdheid en zijn jongensachtige enthousiasme. Hij was drie jaar ouder dan ik, dat wist ik inmiddels, maar hij verdiende al zelf de kost, en hij had allerlei belangrijke vrienden die hem op handen droegen omdat hij zo succesvol kunstzinnig was.
Op een onbewaakt moment kneep ik er tussen uit. Ik had geen zin om beschonken te raken tussen deze artistieke mensen met lispelende tongen. Ik wilde weer de vrijheid van mijn fiets. Ik had dat ene glas niet eens leeg gedronken. Ik kreeg altijd een kwade dronk van wijn. Dan begon mijn ziel te steigeren, dan kwam mijn geest in opstand. Het was duidelijk dat ik heel belangrijk was voor Peter Halm, maar ik begreep niet goed waarom. Hij kwam uit een ander veel deftiger milieu dan mijn ouders die elkaar hadden leren kennen aan de onderkant van de maatschappij.
Frits de kater was blij dat ik weer terug was in het huis van mijn hospita. Het huis waar ik vaker verbleef dan mijn hospita zelf. Ze was weer eens weg voor haar carrière, en ik miste haar meer dan mij lief was. Ik miste haar animerende aanwezigheid, maar ik miste ook de wellust van haar vrouwenvlees in een hevig verlangen.
Ik haalde mijn Hector Havermout karakter weer tevoorschijn en schreef met slechts twee tranen in mijn ogen een gedicht in mijn Hector Havermout schrift:
Lettervelden
Letters dwalen over lakenvelden
waar mijn gemis als liefde is
in de geest van de vrije ziel
die deftig danst met mijn geweten
en haar afwezigheid als de zee
omdat het waaien soms oneindig lijkt
een storm over alle geleden zeden
want zelfs de wellust heeft een reden
en komt ze terug, dan zijn we samen
in bed met de meest innige liefde
waar we de wereldse vrede beamen
liederlijk in de eenvoudige vorm
van lusten zo onstuimig als kusten
om daarna samen te rusten
waar ik mijn letters laat verdwalen
totdat zij verdwijnt in de annalen
van sfeerrijke feesten en wijn
het is heftig wanneer we samen zijn
zij is zo groot en ik ben zo klein.
Hector Havermout
Ik schreef mijn eenvoudige pretentieloze gedichten in mijn vrije tijd, niemand had er last van, en ik liet ze ook aan niemand lezen, omdat ik vaak later nog een zin toevoegde, die me duidelijker kon maken waarom ik het gedicht had geschreven.
Emma Petronella, mijn bazige hospita, had me op het hart gedrukt dat ik eens met een psychologe moest gaan praten. Dat had zij ook gedaan nadat ze van geslacht was veranderd.
Ze baalde ervan dat ik in veel situaties niet assertief genoeg was en ze dacht dat het met wat peptalk van zo'n geleerde vrouw wel zou veranderen.
Ik was er niet zeker over, ze was behalve mijn hospita ook een veeleisende vrouw, wellicht zou ze nog meer van mij gaan eisen wanneer ik assertiever werd.
De wind in de Domstad begon af te nemen. Tijdens het waaien was ik een gedeelte van mijn gedachten verloren.
Ik was er niet langer zeker over of ik nog moest toegeven aan de eisen van mijn hospita, ze was van een lieve zorgzame vrouw in een strenge meesteres veranderd. En ik wist als jonge man inmiddels niet beter dan, dat wat ik ook zou doen, ik zou altijd in haar ogen falen.
Ze had me volledig in haar macht gekregen.
Geplaatst in de categorie: schilderkunst