Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen

De verboden waarheid.

Als moeder met mij moest praten, straalde ze een zenuwachtige urgentie uit die me dwong om te luisteren. Ze had iets heel belangrijks te vertellen en het was speciaal 'onder ons'. Ik kreeg dan het gevoel alsof ik was bevoorrecht. Soms gaf ze me cadeau's omdat ik 'de eerstgeborene' was en dat klonk dan als 'heel belangrijk'. Ze zei dat ik meer voor haar was dan de andere kinderen.
Ze zocht een moment waarop we alleen waren om mij deze verhalen te vertellen.
Zo vertelde ze me - jaren later - als in een samenzwering, dat ik zelf naar dat internaat wilde en dat zij mij had erkend als kunstenaar in plaats van meneer. Als ik tegensprak - omdat dit niet waar was - werd ze boos en die boosheid uitte ze met zwijgen. Moeder was altijd beheerst en fatsoenlijk.
Als ik hardop zei wat ze me had verteld, ontkende moeder alles en huilde dat ze het niet meer wist en heel veel van me hield en dat ik haar haatte. Een ander had het gedaan en dat kon je niet meer terugdraaien. Ze kon er écht niets aan doen als ze verkeerde dingen deed, klaagde ze.
Zus en broers geloofden niet meer in wat ik beweerde over mezelf, als dat in tegenspraak met moeder was. Moeder kon mij diep vernederen, door mij in mijn ongelijk te zetten zodat ik gezichtsverlies leed ten opzichte van mijn jongere zusje en broertjes.
"Kijk, dat doet ze zelf, wat een doa dea, dat doet ze zelf!"
Als ik pijnlijk geraakt wegrende zei ze dat ik hen afwees.

Meneer was inmiddels mijn tweede vader geworden en hij hielp me in het zadel als kunstenares. Wij hadden samen eindeloze filosofische gesprekken en hij vond me wijs voor mijn leeftijd.
"Twee zielen één gedachte", zei hij over ons.
Na een feestje met zijn kunstenaarsvrienden ben ik onwel geworden en heb zijn pak onder gekotst. Hij droeg me naar de zolder van hun huis en heeft me als een kind in bed gestopt.
Op een dag nodigde moeder dit echtpaar uit voor een visite. Meteen nadat ze met mijn ouders hadden gepraat - ze stonden nog in de keuken - vertelde meneer me dat ik hem te veel adoreerde en nam iets meer afstand van mij.
Het laat zich gemakkelijk raden wat er is besproken. Een meisje van zeventien en een man die twintig jaar ouder was, dat kon niet goed gaan. Daar bovenop de familienaam, het imponeren met geld en de overtuigende manier waarop moeder haar wil op kon leggen aan anderen.
Op dezelfde 'mysterieuze' manier ben ik beppe en pake kwijtgeraakt. Wanneer er iets belangrijks was gebeurd in de familie vertelde moeder dat niet aan mij. Als ik dat dan gemist had, zei ze dat ik niet geïnteresseerd was in hen. Zus en broers geloofden haar. Uiteindelijk sloot ik me af van het familiegebeuren zodat ik de pijn van uitsluiting en vernedering niet meer hoefde te voelen.
Jaren later - ik was drie-en-twintig - is mijn 'tweede vader' mij komen bezoeken in een verbouwd kippenhok alwaar ik toen woonde, want in plaats van kunstenaar was ik hippie geworden en hij wilde weten hoe dat zat. We praatten samen op onze ouderwetse eerlijke en diepgravende manier.
"Ik heb je te vroeg in de steek gelaten!"
Hij keek me recht aan alsof hem plots iets duidelijk was geworden en ik zag dat ik de waarheid mocht zeggen.
"Ja."
Op zijn gezicht stond verwarring, alsof hij zich afvroeg waarom hij dat heeft gedaan en het antwoord niet wist.

Op mijn achttiende was ik mager. Men vertelde me niet meer dat ik 'mooi slank' was. Men keek bezorgd. Hoeveel ik woog weet ik niet meer.
Het ging uit met mijn eerste vriendje omdat ik geen vaste relatie wilde. Seks boeide me niet en ik had het te druk met te veel geheimen over het negeren van eten, veel bewegen en schriftjes vol met diëten om de calorieën te tellen. We hadden anderhalf jaar verkering gehad en ik snapte niet dat men verdrietige liefdesliedjes kon staan zingen, het was veel te erg!

De school was begonnen en ik had medestudenten ontmoet die op kamers woonden. Dat wilde ik ook! En al snel had ik een kamer samen met een andere studente.
Mijn moeder bood aan een huisje voor mij te laten bouwen aan haar huis als ik thuis zou blijven. Ook bood ze me een auto aan in de ruil dat ik thuis zou blijven wonen. Ik vond dat raar. Eerst zet ze me eruit en als ik zelf weg wil, wil zij dat ik blijf! Maar ik liet me niet omkopen, voor mij ging de wereld open, ik twijfelde niet over mijn eigen plan. Dus pakte ik mijn spullen in het bedrijfsbusje en zei: "Rij jij, of rij ik?"
Rijbewijs hoorde immers bij de opvoeding. Gelukkig keerden haar eigen daden ook wel eens tégen haarzelf terug.

Eenmaal op kamers zette de anorexia zich door, totdat ik de liefde vond waar ik wel klaar voor was, al vond ik hem op het eerste gezicht maar een klungel die zich veel te doorzichtig aan me opdrong. Net toen hij het opgaf, ging bij mij de vlam branden. Ik was negentien en hij drie-en-twintig. Mijn vriend was een lange zwartharige studiegenoot met een grote neus, spatels van handen en de romantische onschuld zelve. En hij had een auto. Een mini beschilderd met rode vlammen. Alsof de auto in brand stond. Zo'n mooi autootje had mijn moeder me niet kunnen geven! Als we samen de bocht om scheurden stak hij zijn elleboog uit om mij zachtjes tegen zijn arm te laten leunen. Zo galant!
En ook school was een feest, ik voelde me er als een vis in het water. Ik die ervan overtuigd was dat ik op de kunstacademie de slechtste zou zijn, werd al snel uitgenodigd voor een expositie. Eigenlijk had ik willen schilderen, maar dat lokaal zat vol en zo kwam ik in de boetseerafdeling terecht.
In het atelier van de stadsbeeldhouwer en bronsgieter - die een vriend van meneer was - had ik vier beeldjes gemaakt van danseressen in was. Hij was verbaasd dat ik dat zonder model kon, waarop hij aanbood er twee voor een vriendenprijsje in brons te gieten. Vervolgens bood mijn leraar aan, die ook stadsbeeldhouwer was, om samen met mij de andere twee in lood te gieten in zijn atelier, als studie. Ook heeft hij mijn portret geboetseerd dat later in een museum heeft gestaan hoorde ik nadat hij was overleden.
Ik zat er veelbelovend en warmpjes bij. Ik was smoorverliefd. En mijn vriend was net zo verliefd op mij als ik op hem. Heus, ik was niet zo'n slecht en ook niet zo'n dom meisje als moeder beweerde. En ik kon wel iets en andere mensen vonden me wel aardig. Dat zou moeder toch ook inzien?

Wordt vervolgd.

Schrijver: Susan, 10 maart 2020


Geplaatst in de categorie: familie

5.0 met 2 stemmen 102



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)