Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen

december 1985

Een brief van Emma, emotioneel en weer vol met verwijten. Bjarne las het met weemoed in zijn inborst. Wat bezielde haar, dat ze zo tegen hem tekeer ging. Hij las ook verdriet, frustratie, woede, angst.
Met tranen in zijn ogen vernam hij dat Frits inmiddels was overleden en in de tuin bij de appelboom was begraven. Hij voelde het al aankomen, Emma was totaal de weg kwijt geraakt na zijn vertrek uit Utrecht. Ze verscheen nog maar zelden in het openbaar en beperkte haar leefomgeving tot haar riante woonkamer omringd met haar favoriete boeken en op de achtergrond haar lievelingsmuziek. Ze was aan lager wal geraakt door haar alcoholmisbruik en haar gewoonte om dikwijls cocaïne te snuiven. Jan Boter had haar gevraagd om professionele hulp te zoeken, maar dat weigerde ze totaal.

De altijd verrassende Gerard Vroeg was ook in Amsterdam komen wonen. Gerard en Bjarne dronken samen bier omdat uitgaan in de kroegen te kostbaar was geworden. Het goedkoopste bier van de grootgrutter, al het andere bier was uitverkocht.

Omdat Bjarne Gosse niks had en niks had om uit te geven en ook niks had om te sparen ging hij vaak naar de gratis feestjes in kraakpanden. Daar kreeg je voor vijftig cent een plastic bekertje wijn. Voldoende om de avond samen door te komen. Trudy en hij dansten als wilde beesten en vermaakten zich met de desolate muziek van de Amsterdamse punkwereld.

Het lukte niet op de kunstacademie. Bjarne Gosse was te eigenwijs en hij was ook veel te verlegen. Hier was het hem allemaal niet om begonnen. Hij werd al opgeslokt door alle problemen om hem heen. Zijn moeder maakte zich grote zorgen over haar jongste zoon. Zijn broertje Tom, die werd opgenomen in een inrichting om hem en zijn wanen in toom te houden. Bjarne had met hem te doen, maar hij was ook een beetje bang voor hem geworden. Zijn gedrag was onvoorspelbaar, onbetrouwbaar en dikwijls kwaadaardig.

De enige afleiding voor Bjarne was Trudy, die hem meenam naar de duistere kraakpandfeesten in het Amsterdam van de jaren tachtig. Een wereld vol vage mensen, vluchtige gezichten, alcohol en rookwaren en vooral veel woedende muziek.

Tijdens een feest in een kraakpand in Amsterdam kwam de verwarde Bjarne zijn goede vriend Gerard Vroeg tegen. Hij stelde Bjarne aan een paar van zijn nieuwe vrienden voor.
“Dit is Paulus Kwalbont, Bjarne” en hij wees naar een korte gedrongen man met het uiterlijk van een onderwijzer.
“En dat is Rinus van Welden” en hij stelde Bjarne voor aan Rinus, die behoorlijk naar de jenever stonk.

Bjarne Gosse kwam er al snel achter dat Paulus Kwalbont niet zomaar een vriend van Gerard was. Hij sloeg telkens zijn arm om de frêle schouders van Gerard en gaf hem af en toe een kus op zijn oor.
Bjarne herinnerde zich plotseling dat hij deze Paulus al eens eerder was tegengekomen. Niet zeker wist hij meer, waar en wanneer.

Onder een Amsterdamse wolkenlucht liep Bjarne weer naar zijn kleine huurwoning op de vierde verdieping in de Nova Zemblastraat in de Spaarndammerbuurt. Hij was afgeknapt op de dronken mannen en de vage sfeer van het feest. Gerard was veranderd. Hij liet zich in met vreemde mensen.
Die Kwalbont met zijn harde lachen en losse handjes. Die was hij een keer in Utrecht tegengekomen.

Schrijver: Bjarne Gosse, 24 oktober 2022


Geplaatst in de categorie: maatschappij

4.4 met 5 stemmen 228



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)