Inloggen
voeg je column toe

Columns

Schaamtevol geheim

Ik probeer wel eens bij mezelf te achterhalen hoe mijn schrijverschap ontstaan is. Dat is een gevoelig punt, want het ligt mij zeer na aan het hart of is het in het hart?
Tot ongeveer mijn vijftiende jaar deed ik een schriftelijke tekencursus, waar ik hoge ogen mee gooide. Ik heb het alleen niet afgemaakt, misschien uit faalangst of angst voor succes. Ik was zwaar depressief en dat hield maar aan. Ik droomde wel van een grote loopbaan als kunstschilder, ik had er zeker het talent voor, maar niet het doorzettingsvermogen, ook al omdat ik zo somber was, een eenling die zich meer en meer terugtrok op zijn slaapkamer.
Ik verslond de stripboeken, die ik bijna elke dag weer omruilde voor nieuwe exemplaren. Tegenwoordig zijn stripboeken pure literatuur en qua tekenkunst doen ze niet onder voor de schilderkunst. Ik heb die ontwikkeling dankbaar meegemaakt. Het stimuleerde me om mijn eigen fantasie ook ongeremd de vrije loop te laten gaan.

Van de beeldende kunst ben ik op een gegeven moment overgestapt naar de woordkunst. Ik vond de tekenkunst te beperkend en de woorden boden mij meer vrijheid tot expressie. Ik las tot diep in de nachten gedichten en romans. Ik kon er niet genoeg van krijgen, mens, wat had ik een leeshonger.
Mijn eerste gedichten, ik heb ze nog, waren sonnetten met een religieuze inhoud. Het allereerste gedicht was een liefdesgedicht geschreven toen ik ongeveer twaalf was, voor de vriendin van mijn vriend, waar ik verliefd op was. Ik weet zelfs haar naam nog: Aaffientje Klingenberg. Lang krullend bruin haar.
Maar rond mijn zestiende begon ik dus met religieuze gedichten en ook wel liefdesgedichten. Ik werd toen nog gevangen gehouden door de protestantse denkbeelden, waardoor ik op een dag een hoeveelheid gedichten met brief naar de dichteres Nel Benschop stuurde. Ik kreeg een keurige brief terug, die wel ergens zal liggen, met positieve aanmoedigingen.
Nu schaam ik me diep voor dit feit, wil ik op geen enkele wijze geassocieerd worden met deze protestantse topper, gezien mijn ontwikkelingen daarna. Eens heb ik haar nog de hand geschud in Amersfoort, tijdens een protestants schrijversfeest. Ik loop er nog rood van aan. In Ermelo heb ik haar eens horen kwekken in een kerk, ik lag in een diepe deuk om al die braafheid en vroomheid. We hadden ons verstopt op de bovenverdieping, stiekem. We hadden geen wiet gerookt of zo, nee, spontaan lagen we plat van de vreugde toen we haar gedichten vol ernst hoorden uitspreken, alsof ze hoge kunst beoefende, terwijl het allemaal te simpel en eentonig voor woorden was, rijmelarij met een inhoud van lik mijn vestje, godsdienstige prietpraat, maar één ding moet ik haar nageven, ze heeft mij wel één van de grootste lachbuien ooit geschonken en zodoende heb ik mijn schaamte heimelijk toch nog ten goede gekeerd.

Schrijver: Joanan Rutgers, 21 november 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 6 stemmen 505



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)