Inloggen
voeg je column toe

Columns

OVER DE KLEREN VAN DE KEIZER

Bij het horen of zien van iets waar je echt met je verstand niet bij kunt, vraagt je je wel eens af: ben ík nou gek, of…?
Dat overkwam mij bij het lezen van het volgende gedicht:

“Het huis leeghalen? Geen pink
kan ik optillen tot de eindeloze formule.

Door elkaar te omhelzen worden zielen
warm, ze willen stijgen
uit de onbedwingbare lijven.

“Ik dacht dat je ergens over nadacht.”
Dat deed ik ook!

Was schaatsen maar een woord als ik,
wat zou ik schaatsen op mijn podiumpje,
en wat zou ik de dames en weinige heren vervoeren.

De geest wil op de hoogte blijven,
het lichaam wil omlaag.”

Wat vindt u ervan? Ontroert het u? Begrijpt u het? Bewondert u het? Vindt u het wel iets voor uw privéverzameling? Dan bewonder ik ú op mijn beurt! Want eerlijk gezegd: toen ik in de poëzierubriek van mijn krant dit gedicht (van Tonnus Oosterhoff) las, had er echt geen flauw idee van wat deze cryptotaal mij in vredesnaam wel te vertellen kon hebben.
Maar gelukkig: de poëzierecensent, Erik Jan Harmens, schoot mij te hulp. Hij is (las ik in het opschrift van zijn recensie) “ondersteboven van Tonnus’ mambo jambo”. Met een lichte gêne over het feit dat ik kennelijk te grofstoffelijk ben om zonder hulp eigentijdse dichtkunst te begrijpen, ging ik dus zijn commentaar lezen. Maar meer nog dan over de “dichter” ging ik mij nu verbazen over diens beoordelaar. Wat lees ik?

“Echt de vinger erachter krijgen wat hier staat is moeilijk en ook onnodig. Je moet de woorden niet willen begrijpen zoals je een gebruiksaanwijzing of een recept voor soep begrijpt.”

Nee, denk ik, allicht niet! Maar als de dichter iets op mij wil overbrengen, dan zal toch behalve de gevoelswaarde van klank, metrum, woordkeuze, woordschikking e.d., ook de betékenis van de woorden tot me moeten doordringen. Anders wordt het gorgelrijm.
Het commentaar gaat verder:

“(…) de teksten zijn ongenaakbaarder dan ooit (…)” “Oosterhoff timmert de boel vaardig dicht, maar gezwam is het niet.”

De boel vaardig dichttimmeren, vraag ik mij af, is dat een verdienste? Blijkbaar is het hermetische van deze “poëzie” voor Harmens een aanbeveling. Maar mij ontgaat eerlijk gezegd wat nu toch wel de meerwaarde mag zijn van zulke geheimtaal, zulke (naar mijn smaak) taalverrommeling. Of zou het toch waar zijn dat het de functie van de taal is, er je gedachten mee te verbergen? Maar de recensent kijkt daar heel anders tegenaan, want:

“Weliswaar duwt Oosterhoff de lezer een rookmachine van wartaal in het gezicht (…) maar (…enz.)” “Je hebt vaak geen idee wat het betekent en toch ben je er ondersteboven van.”

Kortom: de recensent geeft hier een enthousiaste en kleurrijke beschrijving van wat voor mij niets om het lijf heeft: de kleren van de keizer!

Waarom deze uithaal? Wel, omdat ik toch een antwoord zoek op bovengestelde vraag “Ben ik nou gek of…? Of snap ik er echt helemaal niets van? Is dit aangrijpend? Schokkend? Is het humoristisch? Valt hier voor de poëzieminnaar echt van te genieten? Is dit woordkunst? Ja? Misschien wilt u mij dan (gesteld dat u van mening bent dat deze keizer wel degelijk vorstelijke kleding draagt) het genoegen doen om twee vragen te beantwoorden.
1 Wat maakt een verzameling onsamenhangende woorden, niet metrisch gerangschikt in onlogisch onderbroken regels en strofen, tot een gedicht?
2 Als taal (en zéker het gedicht) de functie heeft om gedachten en/of gevoelens te communiceren, wat is dan de functie en vooral ook de meerwaarde van hermetisch taalgebruik? (Dus: waarom geheimtaal als wat de dichter zeggen wil, zonder onvermijdelijk verlies aan poëtische waarde, ook begrijpelijk verwoord kan worden?)

Waarom, vraag ik mij af, lijkt er bij allerlei kunstvormen tegenwoordig een premie te staan op onbegrijpelijkheid, misvormingen, abstractie. Alsof ambachtelijkheid, vakmanschap per definitie afbreuk zou doen aan kunstzinnige creativiteit. Te weinig kom ik in poëzierubrieken nog voorbeelden tegen van gedichten waarin klassieke regels worden toegepast en die in bewogenheid helder en klaar tot uitdrukking brengen wat de dichter wil communiceren. Onbegrijpelijk gebazel dat naar de vorm de pretentie heeft een gedicht te zijn, komt bij mij over als decadentie en regressie.

Schrijver: H.P. Winkelman, 20 augustus 2011


Geplaatst in de categorie: taal

2.2 met 16 stemmen 437



Er zijn 9 reacties op deze inzending:

Naam:
Monique Methorst
Datum:
25 augustus 2011
Email:
moimoniquelive.nl
Ga vooral aan je eigen botheid voorbij door een gedicht van een ander in het belachelijke te betrekken. Kwetsend is dat het gedaan wordt door iemand die zijn rijmelarijen over verkrachting ondeugend noemt.
Naam:
Piet Winkelman
Datum:
24 augustus 2011
@ Monique Methorst van 23-08-2011
Nou, dat was van jou dus geen hermetisch taalgebruik. Je hebt me in elk geval laten zien hoe bot een scherpe tong kan zijn oftewel hoe kwetsend een kwetsbaar mens. Nee, je hebt me daarmee geen schuldgevoel kunnen aanpraten voor het schrijven van het kwatrijntje. Wat me wel spijt, is dat ik er jou en mogelijk anderen onbedoeld mee in hun gevoelens heb gekwetst. Dat is wel het allerlaatste waar ik op uit ben. Ik zal me maar beperken verder tot brave rijmpjes.
Mond spoelen? Is dat niet meer iets voor iemand die net gal heeft gespuugd? En nee, je hebt ook helemaal niks te moeten, van niemand en van mij al helemaal niet. Dacht je dat dan? Ik heb bij mijn weten alleen maar vriendelijk gevraagd mij iets uit te leggen wat ik niet begrijp. Maar ik snap best dat dat heel moeilijk is.
Naam:
Monique Methorst
Datum:
23 augustus 2011
Email:
moimoniquelive.nl
Piet: dus ik moet een rijmpje over verkrachting maar gewoon nemen voor wat het is? Niet meer dan een woordspeling? Ondeugend?? Ga je mond spoelen ok! Als je geen gedichten schrijft, maar aan knutselwerkjes doet lijkt me de punnikclub meer geschikt voor je. Dat iemand het sowieso al nodig moet vinden hier een rijmpje over te maken, zegt mij meer dan genoeg over de schrijver dus.
En ik heb verder nix te moeten, van niemand niet.
Puzzel je zelf maar klem op dat gedicht, als het zo ontoegankelijk is voor je, dat is niet mijn probleem.
Naam:
H.P. Winkelman
Datum:
22 augustus 2011
@ Joanan Rutgers van 22-08-2011
ad 1. Ach zo, ja ja, samenhangende wartaal dus. En ik heb "vormvaste ideeën" over poëzie omdat ik durf te vragen naar zin en betekenis van “een rookmachine van wartaal”. Maar die ideeën mag ik gelukkig overboord gooien. Dat is een hele opluchting!
ad 2. Ja, wie weet. Zou ik daar dan goudeerlijk voor uit komen? Nee, misschien ook wel niet. Maar waarom zou ik er dan over beginnen? Omdat ik zo’n dichterlijke aandrang krijg? Maar waarom zou ik dat dan publiceren als het toch niet bedoeld is om begrepen te worden? En waarom moet iemand die zegt dat en waarom hij mijn “mambo jambo” niet kan waarderen, daarvoor dan zijn excuses aan mij aanbieden?
Naam:
Baron Tok van Craaiensteyn tot Kaeckelhoven
Datum:
22 augustus 2011
@ Markies de Cantecler van 21-08-2011
Volkomen met u eens, geachte confrater! Waar haalt deze vermaledijde platlander, deze tweedimensionale dorknoper de euvele moed vandaan om hooggestemde poëzie in zijn eigen burgerlijke kruideniersproza op een zo liederlijke wijze naar beneden te halen. Maar beschouw, bid ik u, het gebruik van uw beeltenis, liever als een compliment van het onbegrip. De rillingen immers zouden u over de rug lopen, amice, gesteld dat deze moerasbewoner, deze aardappelrooier de pretentie zou voeren ook hooggestemde poëzie zoals de uwe te doorgronden. Moge u in uw ivoren toren nog een lang en vruchtbaar bestaan vergund zijn. Te uwer ere draag ik (met gepaste nederigheid) volgaarne het volgende multi-interpretabele poëem aan u op, dat mij zojuist van hogerhand gewerd:

was ik maar een
biljartbal wat zou ik
mijn nek uitsteken
onder
het laken
een onverwachte
stoot doet de merel
huiveren

P.S. Ge ontvangt dit schrijven, zoals ge aan de signatuur bemerkt, door bemiddeling van mijn secretaris die tot zijn gêne dezelfde naam draagt als die lompe kruidenier die een gedicht wilde begrijpen in plaats van het te savoureren.

H.P. Winkelman (secr.)
Naam:
Piet Winkelman
Datum:
22 augustus 2011
@ Monique Methorst van 20-08-2011
Wel, zoals gezegd, alle bewondering dan voor je bevattingsvermogen. Kennelijk denk jij er dan toch ook anders over dan de recensent. Die spreekt met alle waardering over: ongenaakbaar, vaardig dichtgetimmerd, rookmachine, wartaal, geen idee wat het betekent. Ik heb slechts mijn verbazing uitgesproken over het feit dat mensen de keizer zo fraai gekleed denken te zien, terwijl ik hem in zijn blootje meen te zien paraderen en ik hoop eigenlijk dat je er aanleiding in zult zien om die twee vragen die ik gesteld heb te beantwoorden. Dat zou ik echt op prijs stellen.
En wat je opmerking over het gedicht “chanson” betreft: gedicht? Kom nou toch! Je vat een kwatrijntje dat geen andere pretentie heeft dan om een woordspelig rijmpje te zijn toch niet op als “een gedicht”? Verbale knutselwerkjes noem ik zelf deze en dergelijke kwatrijntjes en limericks. Alles draait erin om de (verrassende) woordspeling. Ik geef toe, daarbij zijn ze (zoals eigen is aan het genre plezierrijm) niet zelden aan de ondeugende kant. En als je dat dan doodserieus opvat, tja…
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
22 augustus 2011
1 Zo onsamenhangend zijn de woorden niet en je vormvaste ideeën over poëzie mag je overboord gooien!
2 Misschien gaat het wel om een onbereikbare geliefde, alsof jij daar goudeerlijk voor uit zou komen!
Bied nu maar eens je excuses aan Tonnus aan! Of moet hij jou soms van uitleg voorzien?
Naam:
Markies de Cantecler
Datum:
21 augustus 2011
Parbleu! Ik zie dat ge mijn afbeelding hebt misbruikt voor een stuitend stukje over onbegrepen poëzie! Amice, het doorgronden van gedichten is niet aan het dorre verstand, maar slechts aan een fijnbesnaard gemoed voorbehouden. Fi donc!
Naam:
Monique Methorst
Datum:
20 augustus 2011
Email:
moimoniquelive.nl
Zo moeilijk vind ik dat gedicht niet hoor. En als ik het snap, zullen er velen zijn die het ook begrijpen.
Vind het nogal aanmatigend om in een column iemands schrijven af te kraken, alleen maar omdat jij er geen grip op krijgt. De één houdt van rijmpjes, de ander van wat meer diepgang. Smaken verschillen. Persoonlijk vind ik het gedicht "chanson" een gedicht dat niet eens geplaatst had mogen worden. En blijkbaar was ik niet de enige die dat vond.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)