Inloggen
voeg je column toe

Columns

Puento del Rio

Mijn vriend Paul is dichter en romanschrijver. Het verhaal van zijn derde roman, die zeer binnenkort gaat verschijnen, speelt zich voor een belangrijk deel af in een derdewereldland. Om de sfeer van zo’n land en zo’n samenleving te proeven reisden hij en ik niet lang geleden af naar Zuid-Spanje, naar Andalusië om precies te zijn. Natuurlijk is Spanje geen derdewereldland, maar Andalusië is wel heel bijzonder. ‘Andalusië,’ zei iemand eens, ‘is niet Zuid-Europa maar Noord-Afrika.’ Uitgaande van de juistheid van die stelling besloten Paul en ik dat de sfeer van Puerto Rico te vergelijken zou zijn met die van Puento del Rio. Dat kleine dorp aan de rivier de Adra werd daarom ons reisdoel. Een duidelijk omlijnd reisplan hadden we niet. Vast stond in ieder geval dat we zouden wonen in een oude caravan op Camping La Habana, pal aan de Middellandse Zee. Paul zou aan zijn boek werken en ik zou eieren bakken. Na de avondmaaltijd zouden we vooral veel drinken en ouwehoeren tot diep in de zwoele nacht. Dat lukte.
Camping La Habana is een kleine, typisch Spaanse camping, gelegen temidden van plastic kassen. Het is een oase, met daaromheen enorme bergen rotzooi, die, geloof het of niet, hun eigen bizarre schoonheid hebben. De kampeerplekken zijn zeer schaduwrijk onder moerbeibomen en dadelpalmen. Er is een bar met een groot terras, een winkeltje en een stal met Andalusische paarden. De bewoners, deels tijdelijk, deels permanent, zijn de moeite van het bestuderen alleszins waard. La Habana trekt menselijk drijfhout aan, mensen die het niet gemaakt hebben in het leven, of die net de boot gemist hebben, of die gewoon pech hebben gehad.
Neem nou Kurt, een Duitser die, na wat mislukte huwelijken, op de camping is blijven hangen en die nu werk heeft gevonden in een van de kassen. Als de temperatuur overdag oploopt naar 35°, dan is het onder het plastic minstens 50°. Er werken veel Noord-Afrikanen, de meesten van hen illegaal. Kurt ondergaat dit leventje blijmoedig. Hij verdient genoeg om ieder weekend twee dagen lang straalbezopen te zijn, en hij heeft een aardig huis. Zijn enige huisgenoot is een klein geel hondje, ‘Bobby.’ De Formule 1 races zijn zijn grote passie, Schumacher is zijn held. Of neem Paco, door velen hier oneerbiedig ‘Primitivo’ genoemd, die op een dag thuiskomt met een door hem aangeschafte krokodil. Of Gregor, een Duitse rij-instructeur, die door de fiscus in Duitsland achterna wordt gezeten en die hier redelijk onvindbaar is. Hij verstaat de kunst om met elk door een motor voortbewogen voertuig spectaculair te verongelukken. Boot, motorfiets, kampeerbus, het lukt hem allemaal. Ondertussen blijft hij vriendelijk lachen. We praten met iedereen en blijven ons verbazen. Op een avond zitten we op het terras met Ruth. Zij is Engelse en haar ex-man, een Spanjaard, en dochtertje wonen in het dorp. We drinken whisky uit longdrinkglazen, want we weten dat ze daarin ervaren is. Paul geeft een weergaloze imitatie van Marlon Brando in The Godfather ten beste. We lachen veel, vaak om niks. Uit de bar klinkt weemoedige flamencomuziek. Op de achtergrond het gelach en het geschreeuw van de camping. De barbecues gaan aan. De gevangen vis wordt gebakken en gegeten. Alle kinderen zijn nog op. Spaanse ouders kijken niet zo nauw. Het is trouwens ook veel te warm om al te gaan slapen.
Het is half een en nog steeds 26°.
De zee schuurt zachtjes over de kiezels op het strand.
De maan werpt een zilveren spoor over het water.
De tijd staat stil.

Reinier van Arnhem, calamaresvisser

Schrijver: Wolfaart Jolles/Reinier van Arnhem, 9 oktober 2011


Geplaatst in de categorie: algemeen

2.0 met 1 stemmen 101



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)