Inloggen
voeg je column toe

Columns

Hebben Surinaamse schrijvers in Nederland nog mogelijkheden

Het is buitengewoon te betreuren dat een land als Suriname dat door niemand anders dan door de Nederlandse taalunie in 2005 officieel geaccrediteerd is als Nederlands taalgebied ( lees: taaldildo), met haar schrijversaantal volstrekt niet kan profiteren van een, desnoods verkapte voorkeursbehandeling. Zelfs een omhooggevallen literatuurboer als Paul Sebes in Nederland, wiens werk doorgaans inhoudt om literaire telenten voor te dragen aan uitgeverijen, bezondigt zich aan deze negatie. Ten tijde van de koloniale homofilie werden werken van Nederlandse schrijvers zoals Simon Vestdijk, Louis Couperus, Jan Wolkers, W.F. Hermans, A den Doolard, Joost Vondel etc. ongevraagd over de Surinaamse pupillen heen gedumpt en werden ze op mondelinge tentamens Nederlands aan de tand gevoeld betreffende hun kennis en inzicht ten aanzien van de stijl , stilistische variaties, verhaalcompositie etc. Echter na aankomst in Nederland bleken enkel de “oewwij “ , de lexicale aberraties en de beklemtoning van de Surinamer de doorsnee Nederlander te boeien en niet zijn parate kennis inzake de Nederlandse grammatica, syntaxis etc. waar de doorsnee Nederlander anno 2011 zelf nog steeds geen eredivisie in heeft weten te behalen. Het is daarom te verwonderen waarom Johan Cruijf op zijn eigen in leven geroepen universiteit geen hoogleraar is geworden in “ Raped Dutch “.

Een tendens die het Nederlandse literaire land geheel doorklieft is de slaafse bewondering en genegenheid voor Nederlandstalige auteurs van Islamitische komaf. Op zich steekt er niets oneervols in, integendeel. Maar een voorkeur/ high priority kent enkel een emotionele grondslag én geen rationele. Het effect hiervan is dat Nederlandse literaire uitgeverijen, literaire tijdschriften, literaire wervers etc. reeds in eerste (hoewel dichtgeknepen) oogopslag het vermeende literaire talent in een Marokkaanse-, Turkse-,Iraanse-, etc. scribent menen te hebben kunnen ontwaren. Een inmiddels opgestapte hoofdredactrice van het NRC-Handelsblad moest op aandringen van een Nederlandse inzender bevestigend antwoorden op voornoemde onevenwichtigheid en polarisatie.

Surinaamse schrijvers moeten het doen met uitgaven in eigen beheer waarbij hun boeken naast de roti's, bara's, etc. in de vitrine's van Surinaamse toko's uitgestald liggen. Als het een enkele Surinaamse schrijver lukt zich een weg te banen door de jungle van literair Nederland, slaagt betrokkene er tevens in de desbetreffende uitgeverij ertoe te bewegen andere Surinaamse concurrenten buiten de deur te houden omdat die politiek incorrect zouden zijn. Een enkele Nederlander die zich met een louche en bedenkelijk proefschrift over de geschiedenis van de Surinaamse literatuur de graad van doctor in de Caraibische letteren op de hals wist te halen, wordt weliswaar gezien als de enige goede wegbereider en eyeopener van het Surinaamse literaire talent maar ook die moet het hebben van de groep die hem openlijk adoreert dan van de enkele schrijvers die kritische kanttekeningen bij zijn bekwaamheid plaatsen. Ten aanzien van deze laatste categorie schroomt Van Kempen niet hen op een laffe manier te ridiculiseren op zijn door de Staat gesubsidieerde privé forum: Caraibisch Uitzicht.

De verklaring t.a.v. het overweldigend succes van Islamitische schrijvers in Nederland en de ontvangst van hun werk door literaire etablissementen is op enigerlei wijze een beetje duidelijk: Ze hebben in tegenstelling tot hun Surinaamse collega’s sowieso meer stof om erover te schrijven. Islamitische schrijvers weten zich te profileren, ze zijn een grote groep in Nederland die een commerciële houvast doet vermoeden. Het woord halal roept dezelfde associaties op als Wallstreet. Zij zijn beter vertegenwoordigd en georganiseerd middels hun eigen literaire platforms etc. Op hun Suikerfeest begaan zij nooit de fout om prominente Nederlandse gasten waaronder uitgevers niet uit te nodigen voor een culturele kennismaking. Anderszins hebben ook de Nederlanders de hufterigheid in zich om zich veel respectvoller en ontvankelijker op te stellen tegenover taalgebruikers uit andere taalstreken dan uit Suriname. Suriname was en blijft in hun kleine hersenen gegrift als een gemeenschap die zij dienen te negeren en te miskennen. Maar de Surinamers op zich verwensen elkaar ook tot ka-olo’s hetgeen vrij vertaald, bescheten poepgat betekent. zielig hé.

Een bijkomend verschijnsel betreft de constatering zoals die door ondergetekende bezig is in een essay uitgelegd te worden, is dat de Surinaamse literatuur geen rechtsgrond kent voor erkenning. De wetenschappelijke theorie zegt dat literatuur natie gerelateerd dient te zijn. Geen natie, dus ook geen literatuur. Zo simpel is het. Surinaamse politici hebben er altijd moeite mee gehad om het maken van een Suriname laat staan Surinamers te brouwen. Het enige dat men er wel heeft weten te brouwen is het Surinaamse Parbobier met een geplagieerd Belgisch recept. En dit bier kreeg ooit uitgerekend in Belgie de Grand Prix voor het beste smakende bier.

Daar waar het in het kunstmatige gesublimeerde Surinaams-nationalistische discours fundamenteel aan ontbreekt, is solidariteit. Die menselijke waarde die het tegendeel is van egoïsme, hebzucht en onverdraagzaamheid. Het is deze solidariteit die vandaag, in naam van de Surinaamse cultuur en identiteit, onder vuur wordt genomen. Een grote en open cultuur is er één die de weg van het enige eigenbelang verlaat en de solidariteit als grondslag omarmt. Als Surinaamse burgers die beroepshalve voortdurend met cultuur - in de breedste betekenis van het woord - begaan zijn, verwerpen zij het discours over cultuur en identiteit dat hier wordt geëtaleerd. Ze hollen de begrippen cultuur en identiteit uit en vormen ze om tot manipulatieve instrumenten voor politieke doeleinden. Zij redeneren: “We hébben al een cultuur en we hébben al een identiteit”.

Sinds voornoemde zich een Suriname kenner wanende Michiel van Kempen die op grond van zijn betwiste dissertatie, getiteld : Een Geschiedenis van de Surinaamse Literatuur in beeld is getreden wordt er tegenwoordig tengevolge van de door hemzelf georganiseerde symposia , alwaar hij bij voorkeur gasten uitnodigt die naar hem toe niet erg kritisch zijn, veel geredekaveld, geargumenteerd en geschreeuwd over de Surinaamse nationaliteit en vaderland! Van Kempen is er als de dood voor dat zijn dissertatie aan kracht zou kunnen inboeten indien zou blijken dat het Surinaamse volk geen natie zou zijn en er bijgevolg ook geen sprake zou zijn van een Surinaamse literatuur. Vanwege zijn inzet en ijver bezondigen diverse liberale en radicale magistraten uit de Surinaamse assemblee , een niet te verwaarlozen aantal ‘vooruitstrevende’ Nederlandse wetenschappers en een hele kudde officiële, kadetten- en progressieve scribenten uit Suriname en Nederland, zich aan dit agitatorische gebral en gebaren.

Schrijver: rabin gangadin, 18 april 2012


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.1 met 8 stemmen 386



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)