Inloggen
voeg je column toe

Columns

1984

Zijn haar is dun, vettig en te lang. Te vaak strijkt hij het met zijn handen uit zijn ogen, het dringende en dwingende gebod dat niet te doen negerend. Zijn huid is bruinverbrand, van het wereldwijde gebod binnen te blijven heeft hij helemaal niet gehoord. Of erger: hij heeft er schijt aan.
Terwijl hij praat heeft hij steeds de neiging om binnen de voorgeschreven anderhalve meter te komen, om me behalve met toenemend volume, een techniek die me nog maar al te goed herinner van alle beginnende het ware geloof belijdende vakbondsleden, me ook door zijn nabijheid te overtuigen. Hij zou uit een roman van Dostojevski weggelopen kunnen zijn denk ik, ware het niet dat hij een wel heel erg jaren zeventig belachelijk te korte roze broekje aan heeft en een te goedkoop, te vaak gewassen shirt van de Zeeman. Of we onze kleren niet meer weg willen gooien, ze kunnen er nergens meer heen zag ik net op het nieuws.

Ik heb me laten vertellen dat hij af en toe de kringloop inloopt, zich uitkleedt en zomaar wat anders uit de rekken trekt. De paar euro die ze daar vragen ontbreken hem ook lijkt. Ze laten hem maar. De dorpsgek van Zandvoort.
Mijn God, die twee, drie weken in quarantaine hebben hem geen goed gedaan ben ik bang. Hij ziet het, hij voelt dat ik een beetje bang voor hem ben. “Je hoeft niet bang te zijn voor me” haalt hij uit, “de deskundigen hebben gezegd dat wie eenmaal besmet is niemand meer kan besmetten”.
“Al beginnen ze daar nu een beetje aan te twijfelen “een kort sardonisch lachje volgt. “Net zo goed als ze eerst wisten te vertellen dat wie geen klachten had het ook niet kon verspreiden, en dat kinderen al helemaal geen rol in het spel speelden.

“En testen was ook zinloos als je geen klachten had, dan zou het virus nog niet gedetecteerd worden. Gelukkig varen onze politici blind op deze generaals. Kijk ze heersen, kijk ze triomferen, kijk ze avond in, avond uit over alle netten de monddood gemaakte pers hun voorwaarden dicteren. Kijk hoe ze hun troepen naar het front dirigeren. Zoals de Nazi’s in hun Wochenschau ons steeds hun tanks lieten zien, krijgen wij steeds de goed uitgeruste strijders op de IC te zien. Maar de meeste troepen gaan natuurlijk gewoon te voet, hooguit gewapend met een slecht sluitend mondkapje en een enkel paar plastic handschoentjes. Heroïsche gevechten om leven op de IC met als resultaat: in Nederland na een week of driehonderd overlevenden, drie keer zoveel mensen tussen de plankjes. Wat een winst.

De gemiddelde leeftijd van die doden: tachtig plus, de overgrote meerderheid ruim boven de zeventig. Ik zeg niet dat het niet erg is, doodgaan hoort niet meer bij onze manier van leven, doodgaan is nu eenmaal niet het leukste deel van leven, en doodgaan door corona al helemaal niet. Zeker niet nu morfine en slaapmiddelen opraken. In de derde wereld, wij weten het ongetwijfeld nog wel ergens weg te halen.
En ondertussen zijn al zeventien miljoen Amerikanen werkeloos, wordt er een recessie groter en dieper dan die van de dertiger jaren van de vorige eeuw voorspeld. In Zuid-Italië en Spanje wordt al achter gesloten deuren honger geleden. In Europa. In de eenentwintigste eeuw.

Maar gelukkig valt het geld straks als manna uit de hemel, dat hebben ze ons beloofd. De hele wereld ineens veranderd in een zich om zijn voortbestaan vechtend derdewereldland, niks beter wetend dan de geldpers te laten lopen. Ten koste van wat? Van wie?
Van de jeugd natuurlijk. Ze laten zich misschien wat moeilijker opsluiten dan wij, rebelleren hier en daar. In Nederland met relatief onschuldige ‘schijt aan corona’ feestjes, over de grens met heuse rellen in Anderlecht en opstootjes in de banlieues. Maar hun echte vrijheid hebben ze natuurlijk al net zo gemakkelijk opgegeven als wij, met apps die je overal volgen en die je alleen toegang geven tot de supermarkt en het stemlokaal. Niet dat laatste nog enig belang heeft, want je kan toch alleen maar kiezen tussen een beginnend seniele ouwe zak en een megalomane idioot van vergelijkbare leeftijd en herseninhoud. Wordt het eindelijk toch nog 1984.”

Eindelijk valt hij stil. De inhoud van de prullenbak wordt geïnspecteerd. ‘Erbarm dich mein, o Herre Gott’ hoor ik hem nog mompelen. Zijn muziekkeus is in ieder geval nog goed.

Schrijver: Jorrit
15 april 2020

4.1 met 8 stemmen 103



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)