Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen

Taal van de zomer 2

Er gingen een paar saaie dagen voorbij op de Middelbare Tuinbouwschool. Zelfs de grappen van de stoere tuinderszoon Arthur, die steeds zijn nieuwe leren jasje droeg, konden de jeugdige Bjarne niet vermaken. Totdat de vrijdag aanbrak en ze voor maatschappijleer naar een galerie in de stad gingen om hedendaagse kunst te bekijken. De leerlingen gingen op de fiets vanaf Overvecht de stad in en kwamen bij de galerie. Arthur had weer het hoogste woord. Alsof hij telkens het middelpunt van de belangstelling wilde zijn.

In de galerie hingen kleurige portretten van de fantasierijke kunstenaar Alfons Bortano. Bjarne had weleens in de krant over deze extraverte kunstenaar gelezen, maar hij had nog nooit zijn werk in de werkelijkheid gezien.

Er was een kleurrijk portret te zien, groene kleuren en rood op de wangen. De haren zwarte strepen, de wenkbrauwen zwaar aangezet. De ogen leken in een leegte te staren, de neus had wel iets weg van een feestneus. De kin hing versteend onder de mond, en de oren leken oplettend te luisteren. Het portret leek te balanceren tussen zelfspot en bittere ernst. Vreemde tegenstellingen.

De kleuren straalden warmte uit, maar de uitdrukking van het portret was kil. Het was geen werk dat de eenvoudige Bjarne aan de muur zou hangen, maar Arthur leek zich er uitstekend mee te vermaken. Hij probeerde het portret met zijn gezichtsuitdrukking te imiteren. Hetgeen hem wonderwel aardig lukte. Hij leek te balanceren tussen waanzin en ernstige realiteit. Het fascineerde de jeugdige Bjarne om Arthur zo bezig te zien.

Een ander portret was in sombere bruine kleuren opgezet met dunne lagen olieverf. Het was het portret van een verbaasde jongeman. Het vreemde was dat de jongeman op Arthur leek, maar die had dat zelf niet in de gaten.

Een ander werk van de kunstenaar Alfons Bortano was een grote zeefdruk, een dubbelportret met twee identieke gezichten. Vervreemdende ogen, bijna abstracte ogen en een strenge verlangende mond. De oren ontbraken, wat het gevoel gaf dat het portret alleen maar kon kijken. Kijken en kussen, niets anders dan dat. Twee gezichten, vier ogen, twee monden. Het gezicht leek te balanceren tussen stilte en oneindig geluid.

Het vierde werk dat Bjarne Gosse van deze bijzondere kunstenaar bekeek was een portretwerk van krijt op papier. De kleuren waren somber gehouden, de zwarte lijnen toonden de expressie. Alhoewel de lijnvoering trefzeker was leek de expressie van het gezicht aarzeling uit te stralen. Het gaf een dubbel gevoel om er naar te kijken. Was het een triest persoon die hier voor model had gestaan, of was het een gedrocht uit trieste fantasie ontsprongen.

Naarmate de scholieren langer in de galerie aanwezig waren werd het steeds stiller.
Het vijfde werk dat Bjarne bekeek was weer een dubbelportret. De twee identieke gespiegelde gezichten verbonden door een geheimzinnige laag verf. Alle portretten van de kunstenaar Bortano leken te balanceren tussen totale gekte en nuchtere werkelijkheid.

Het voelde aan als het balanceren van zijn eigen leven, bedacht Bjarne. Soms leek hij een koorddanser op een hoog gespannen koord, de andere keer was hij weer nuchter met de beide voeten stevig op de grond.

De jeugdige Bjarne had niet het zelfvertrouwen van de stoere tuinderszoon Arthur.
De zelfverzekerde schilderskwast van de kunstenaar Bortano had Bjarne niet in zijn bezit.
Bjarne had zijn ogen, zijn oren, zijn neus en zijn handen. Een brein en een hart had Bjarne Gosse ook. En alles bij elkaar zorgde ervoor dat hij veilig bleef balanceren, met zijn rugzakje op een hooggespannen koord, met zijn verlangen naar de toekomst met beide voeten op de grond.

Balanceren, het leek een toverwoord in deze rumoerige tijden. Het was de enige manier om te overleven, zonder balans liep alles in de soep.

Die zaterdagochtend vond Bjarne een brief van Gerard Vroeg op de deurmat:

“Plotseling schaamde ik mij er voor dat ik nog met mijn teddybeer sliep. Ik richtte mijn woede op het onschuldige levenloze dier, trok zijn kop van zijn romp en ontdeed hem van zijn ledematen.”
De jeugdige Bjarne schrok van de eerste zinnen die hij las in de brief die Gerard Vroeg hem ongevraagd gestuurd had. Hij besloot de brief opzij te leggen. De donkerblonde Bjarne dacht weer aan de geweldige vrijpartij met Emma.

Hij adoreerde haar. Hij kon niet anders dan hopen dat de gezamenlijke nachtelijke verpozing het begin van een liefdesaffaire was. De jongeling Bjarne wilde niets anders dan een bevestiging dat ze, Emma en hij, het samen te gek met elkaar hadden gehad. De uren leken langer dan ze in werkelijkheid duurden. Bjarne kon zich moeilijk op zijn studie voor het proefwerk natuurkunde concentreren. Dit was een lastig vak. Hij dacht de hele tijd aan liefde.

“Ik nam de onderdelen van de bedroefde beer te samen en deed ze in een plastic zak. Ik nam de plastic zak mee naar het water en gooide de zak in het water. Daarna was ik weer naar huis gegaan en verschoonde de lakens van mijn bed.”
De brief van Gerard vroeg opnieuw zijn aandacht. Hij zat in de grote woonkamer.

Op de salontafel lag het nieuwste boek van Karel Krampool, de favoriete schrijver van Emma. “Truus en de krokodillentranen” stond er als titel op de kaft. Geen enkele behoefte had Bjarne om het boek te gaan lezen. Ook de brief van Gerard liet de donkerblonde Bjarne links liggen. Hij wilde alleen nog maar aan Emma denken en aan hun geweldige nacht samen.

Schrijver: Bjarne Gosse
19 januari 2021


Geplaatst in de categorie: liefde

4.5 met 2 stemmen 196



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)