JODEN
Eens was een Jood gelukkig vrij en ongebonden.
Hij werd alom gerespecteerd, kortom het leven
was zinvol, waard om te leven voor alle Joden.
Daarna kwam de ommekeer, als spinnen
bouwden de tegenstanders hun webben
verzet was vruchteloos, vluchten was de enige levenskans.
Een Jood vlucht niet gauw, hij heeft zijn trots
gaat door met leven. Maar in het hart woedt een hevige strijd.
Een strijd die al vele eeuwen woedt, miljoenen Joden gaven hun leven
omdat door hun bloed een virus stroomt die Adam in het Paradijs heeft opgelopen.
De pogroms zijn vaak beschreven, net zo vaak als zij zich herhalen;
mensen houden nou eenmaal niet van mensen die van niets goud kunnen maken.
Soms is de rust weer even terug, de wonden worden gelikt
hele families zijn in al die eeuwen opgejaagd en uitgemoord
even is de haat uit de ogen verdwenen, maar niet uit de harten
daarom zal er altijd rassenhaat in de wereld blijven bestaan
omdat het wel uit de ogen verdwijnt maar in de harten blijft sluimeren.
Altijd is een Jood er op bedacht dat er weer iemand begint
met het zinloos opjagen, vervolgen en uitmoorden van zijn volk
Toch blijft een Jood optimistisch tegenover God en het leven staan.
Zie ook: http://www.klaasvaneijbergenonline.info
Schrijver: Klaas van Eijbergen, 19 maart 2007
Geplaatst in de categorie: religie