Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Columnist(e)

Hoe denken de meeste mensen en in welke vorm wordt een gedachte omgezet in een voor anderen waar te nemen actie? Zonder in te willen gaan op de nogal gecompliceerde chemische processen tussen neurotransmitters e.d. van het menselijk brein weet ik uit ervaring, hoe zich het denkproces bij mij voltrekt. Met of zonder gelijktijdige visualisatie “hoor” ik als het ware het gesproken woord van hetgeen ik denk. Het is niet mijn stem noch die van een bekende, maar een volstrekt neutrale, monotone en nochtans mij zeer vertrouwde stem. Wanneer ik deze inzending straks herlees “hoor” ik gelijktijdig een gesproken versie. Dat is gratis en dubbelop voor één geld! Verwarrend? Welnee – ik ben er immers vanaf mijn jeugd mee opgegroeid. Daarom heb ik hoorspelen, voordrachten, declamaties of het voorlezen uit eigen werk altijd als boeiend ervaren. Dat laatste geeft exact de bedoelingen van een schrijver of dichter weer, iets, dat je anders al lezend tussen de woorden moet zien te vinden.

Bovenstaande gedachten gingen (alleen voor mij hoorbaar dus) door mijn hoofd, nadat ik na twee dagen ploeteren eindelijk weer eens klaar was met de kerstversieringen. De lichtjes van de raamfiguren brandden, evenals die van het complete dorpje, inclusief kerk, van in totaal acht gebouwen op ons bergmeubel. Ook de lampjes van de guirlande boven de deur en van de opgetuigde kerstboom straalden. - “Lezers, ik weet niet hoe het u vergaat…” schoot het door mijn brein terwijl ik, even bijkomend op de bank, de pijn in mijn spieren en de rug zat te verbijten. Op de een of andere manier kwam mij die geciteerde gedachte bekend voor. Ik was op slag blij, onverwacht een onderwerp voor deze inzending te hebben gevonden. Toch zat ik nog een beetje te mokken over het feit, dat ik er wel een uur over had gedaan om alle elektrische aansluitingen, net als verleden jaar, via verlengsnoeren, drieweg- en verloopstekers met één schakelaar centraal te bedienen. Plotseling werd het me duidelijk… “ik weet niet hoe het u vergaat…”. Deze zinsnede is van columnist Jan Oudenaarden, wekelijks vroeg in de ochtend te horen op ons regionale radiostation Radio Rijnmond.

Op nederlands.nl bezoek ik met vaste regelmaat bijna elk tabblad om aldaar inzendingen van schrijvers en schrijfsters en / of dichters (dichteressen) te lezen. Het afgelopen jaar bezoek ik vaak het tabblad Column. Overal vind ik wel iets van mijn gading en natuurlijk heb ik overal wel enkele favorieten. Wanneer ik de vakjes “biografie van de schrijver” bij de columnisten openklik, dan weet ik meteen waarom vele inzendingen mij telkens weer zo weten te boeien. Vele inzenders zijn in de journalistiek werkzaam of zijn het geweest, sommigen zijn daarnaast ook nog auteur, toneel- en tekstschrijver en enkelen hebben meer dan een handvol boeken, publicaties in al dan niet gebundelde vorm op hun naam staan. Heerlijk is het dan, om als leek en eend in een vreemde bijt daar te kunnen grasduinen en er zo af en toe een reactie proberen te plaatsen.

Vroeger luisterde ik graag, wanneer wijlen Simon Carmiggelt zijn in het dagblad Parool verschenen Kronkels ook op de radio of de televisie voorlas. Zijn rustige, bijna bedachtzame stem wist op de juiste plaatsen precies gedoseerd de daarbij passende intonatie aan te brengen. Heerlijk. In de vijftiger jaren deed hij dat meesterlijk als regelmatige gast in een amusementsprogramma, waarbij hij zijn Kronkel steevast begon met: “Gisteren, vrienden….”

Ongeveer twee jaar geleden trok Jan Oudenaarden mijn aandacht, en wel om meer dan één reden. Zonder ook nog maar iets over hem te weten vond ik dat hij zijn columns werkelijk met verve voorlas. Ze bevatten toen al, en heden nog steeds, de onmisbare humoristische kwinkslagen, zijn altijd toegespitst op de laatste actualiteiten, opbouwend kritisch en qua voordracht uniek en slechts bij hem passend.
Jan Oudenaarden is een geboren Rotterdammer (1943), studeerde Nederlands recht aan de Erasmus Universiteit in die stad (hij mag derhalve Mr. voor zijn naam zetten) maar werd later schrijver en dichter. Hij schreef boeken over Rotterdam en zijn inwoners, over hun dialect maar ook over de sfeer en gewoonten in de diverse deelgemeenten. Hij is meermalen onderscheiden.

Twee feiten zijn voor mij nog steeds het meest imponerend: zijn vaste intro en manier van afsluiten van zijn column. Bovendien kondigt hij elke week al het thema voor zijn volgende column aan. Jan Oudenaarden begint steevast met: “Luisteraars, ik weet niet hoe het u vergaat luisteraars, maar….”. Hij eindigt altijd, na een paar tellen de toonhoogte van zijn stem te hebben laten rijzen: “…en een goedemorgen trouwens, want dan heb ik het ook. De volgende week: Dat zit alleen maar tussen je oren.”

Mijn spierpijn na twee dagen versieren zit dáár in elk geval niet en hoe mager is altijd mijn slotzin. Wanneer ík daarmee een inzending afsluit, weet ik nog in de verste verte niet, waarover mijn volgende inzending zal gaan, laat staan wanneer deze zal geschieden.

Ik wens u van harte Prettige Feestdagen en een voorspoedig en gezond 2009.

Tot een volgende keer.

Schrijver: Günter Schulz, 18 december 2008


Geplaatst in de categorie: overig

4.9 met 14 stemmen 2.029



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Günter Schulz
Datum:
18 december 2008
Email:
ag.schulztiscali.nl
Heb dank voor jouw lovende reactie op mijn bijdrage.
Mij wordt wel eens een minderwaardigheidsgevoel verweten en ook, dat ik de lat te hoog leg. Niet vreemd, want beide eigenschappen zijn, als autodidact op dit gebied, onderdeel van mijn karakter. Vergeet niet, dat dit persoontje, door derden wel eens als "geboren schrijver" omschreven, nog maar vrij kort en eenzijdig aan de weg timmert.
Een schouderklopje of compliment doet mij daarom ook goed, zeker, wanneer dit wordt uitgedeeld door personen die als schrijver/dichter mijn inzendingen objectief én met ruime kennis van zaken beoordelen.

(Even onder ons gezegd en gezwegen: al word ik een beetje verlegen van alle loftuitingen: ik ben ijdel genoeg om dat toch een beetje aangenaam te vinden en er een nieuwe stimlans uit te putten. Dat weten jij en ik en verder hangen we dit niet aan de grote klok, afgesproken?)
Dank Iris, dat je als een warme lentewind even verkwikkend langs kwam.
Naam:
Iris
Datum:
18 december 2008
Het ging me net zoals bij het laatste verhaal van Eric Vdw. Ik tikte op beschouwingen en las en las en las en bleef geboeid. Ik wist helemaal niet wie de schrijver was. Ik dacht: dat zou wel eens Günter Schulz kunnen zijn. Ik had het meteen bij het rechte eind. Aan wat ik je beschouwing dacht te herkennen? Vooral aan het gave gebruik van de taal en aan jouw zuivere schrijfstijl. Hetgeen je schrijft over de columns van Jan Oudenaarden is ook op jouw geschriften toepasselijk: ze bevatten ook vaak humoristische kwinkslagen en zijn altijd opbouwend kritisch. Mensen vernederen of belachelijk maken (zoals sommige columnisten hier soms doen) heb jij niet nodig om tot een uitstekend resultaat te komen. Ik ben dankbaar dat ik je langs nederlands.nl mag blijven lezen, ook voor al het positieve dat uit jouw geschriften te halen valt. Dank voor de beste wensen, beste Günter, ze zijn wederkerig.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)