Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De stilte van Schopenhauer.

Stel je een wereld voor waarin stilte geen leegte is, maar helderheid. Waar afzondering geen eenzaamheid betekent, maar een vorm van bescherming. Stel je voor dat je zo gevoelig bent voor de chaos van de wereld, dat zelfs een alledaags gesprek als een last voor je geest wordt ervaren. Waarom kiezen zoveel intelligente mensen, zoals briljante denkers, uitvinders, kunstenaars, filosofen en musici voor de eenzaamheid? Waarom lijkt het sociale leven voor hen niet een bron van plezier, maar een verstoring van hun innerlijke rust? En belangrijker nog is de vraag: welke waarheid probeerde Schopenhauer te onthullen toen hij stelde dat eenzaamheid niet slechts een voorkeur is, maar een noodzaak voor een bepaald soort geest?
Arthur Schopenhauer, de negentiende-eeuwse Duitse filosoof, stond bekend om zijn scherpzinnig geanalyseerd pessimisme, maar ook om zijn vlijmscherpe inzichten in de aard van bewustzijn en samenleving. Voor hem was intelligentie niet simpelweg logica of geheugen, maar vooral perceptie: een acute, soms pijnlijke gevoeligheid voor de werkelijkheid. Hoe meer een mens zich bewust wordt, hoe meer hij ziet wat anderen missen of negeren, namelijk de oppervlakkige fundamenten van kletspraat, de spelletjes van het ego achter vriendelijke gebaren, de wreedheid die schuilgaat achter sociale conventies. Schopenhauer schreef: “Hoe minder intelligent een mens is, hoe minder raadselachtig het bestaan hem lijkt.” Wie diep nadenkt stelt steeds meer vragen. En hoe meer vragen er komen, hoe minder voldoening er te vinden is in oppervlakkige antwoorden of vluchtige gesprekken. Voor hoog intelligente mensen kunnen de dagelijkse sociale rituelen, zoals kletspraat, roddel, beleefdheden, voelen als verspilling van energie. Niet omdat zij zich beter achten dan anderen, maar omdat ze snakken naar waarheid, diepte en echtheid. Schopenhauer schreef dat een mens alleen zichzelf kan zijn zolang hij alleen is. En als hij de eenzaamheid niet verdraagt, zal hij ook de vrijheid niet liefhebben. Het gaat hier niet om arrogantie, maar om het beschermen van de kwaliteit van denken. De geest is een instrument dat prachtig klinkt in stilte, maar overstemd wordt door lawaai.
Intelligente mensen ervaren de wereld vaak met grotere gevoeligheid, zowel intellectueel als emotioneel. Zij zien tegenstrijdigheden, doorzien onoprechtheid en manipulatie en dat put hen uit. Het sociale toneel, met zijn maskers en poses, wordt een plek waar zij liever niet optreden. Zelfs in gezelschappen trekken zij zich innerlijk terug. Ze glimlachen, doen wel mee, maar vanbinnen observeren ze patronen, analyseren ze reacties, of wachten ze eenvoudig tot ze weer alleen kunnen zijn. Dat is geen afkeer van mensen, maar een conflict tussen haar behoefte aan diepgang en de oppervlakkige wereld om haar heen. De samenleving beloont vaak de luidruchtige boven de wijze, conformiteit boven originaliteit, afleiding boven contemplatie. Het sociale leven zoals het doorgaans is ingericht, vraagt energie zonder inhoud, aanwezigheid zonder echtheid, optreden zonder doel. Voor Schopenhauer betekende dit dat wie authentiek wil leven, vrijwillige eenzaamheid moet cultiveren.
Psychologisch onderzoek bevestigt steeds vaker wat Schopenhauer al vermoedde. Studies tonen aan dat hoog intelligente mensen vaak minder levensgeluk rapporteren wanneer hun sociale behoeften gedwongen worden zich te spiegelen aan het gemiddelde. Zij bloeien niet op in voortdurende verbinding, maar in selectieve diepgang. Dus wanneer iemand zegt dat je stil bent, dat je meer zou moeten socializen, is de juiste vraag misschien wel: wat voor soort verbinding wordt hier eigenlijk aangeboden? Voedt zij je of put ze je uit? Deze voorkeur voor afzondering is geen gebrek, maar een teken van een scherp afgestemde geest.
Door de eeuwen heen zien we hetzelfde patroon bij Socrates, Leonardo da Vinci, Newton, Tesla, het waren geen sociale vlinders, maar zoekers naar stilte. Zij begrepen dat afzondering ruimte schept, niet alleen fysiek gezien, maar vooral mentaal. In die ruimte kunnen gedachten zich uitstrekken, ideeën opbloeien en kan bewustzijn zich verdiepen. Voor de intelligente geest is stilte geen leegte, maar de ruimte waarin alle antwoorden resoneren. Schopenhauer zag dat de massa vooral gedreven werd door wat hij de “wil tot leven“ noemde, een blinde, eindeloze drang naar overleven, genot, afleiding, seksuele drift en misschien voortplanting. Het grootste deel van sociale activiteit draait, zo stelde hij, om het bevredigen van deze instincten, zonder dat men ze ooit bevraagt. De werkelijk intelligente mens leeft daarentegen niet gedachteloos, want hij analyseert, reflecteert en verzet zich soms zelfs tegen deze patronen. Hij neemt geen genoegen met louter bestaan, maar zoekt naar betekenis en vraagt zich af, waarom we er zijn en hoe we kunnen leven in overeenstemming met diepere waarden. Dit soort vragen vindt zelden een plek in alledaagse gesprekken, omdat te zwaar worden bevonden en daardoor worden afgewezen. Daarom raken intelligente mensen vermoeid van oppervlakkig gepraat. Zulke gesprekken kunnen best heel geestig en daardoor vrolijk makend zijn, maar toch ontoereikend. Wie ooit hongeriger uit een gesprek kwam dan hij erin ging, kent het verlangen van de geest die snakt naar diepgang. Schopenhauer waarschuwde dat die honger niet gestild kan worden in volle zalen. Zij moet gevoed worden door literatuur, muziek, wandelingen, muziek, reflectie en vaak door stilte. Een geest die voortdurend wordt overstemd door sociaal lawaai, verliest haar vermogen tot werkelijke diepte. Ook modern psychologisch onderzoek toont aan dat hoog intelligente mensen vaak minder behoefte hebben aan sociale interactie. Niet omdat zij asociaal zijn, maar omdat hun innerlijke wereld rijk genoeg is. Hun verbeelding, nieuwsgierigheid en innerlijke dialoog bieden meer voeding dan de meeste externe prikkels. Ook Carl Jung wees er bovendien op dat het introvert-intuïtieve type, dat sterke overlap vertoont met hoge intelligentie, geen kwantiteit zoekt in relaties, maar kwaliteit. Liever één goed diepgaand gesprek, dan een avond vol met vluchtige contacten. Daarin schuilt ook het gevaar van oppervlakkige relaties, ze ontvoeren de intelligente mens van het gekozen pad. Wie zich constant aanpast, zijn woorden inslikt of zich kleiner maakt om toch maar te passen, offert zijn rijkdom inwendig op. Daarom moeten zulke mensen bereid zijn om, als het moet, alleen te lopen. Want die eenzame weg leidt uiteindelijk niet tot leegte, maar tot helderheid.
Friedrich Nietzsche, sterk beïnvloed door Schopenhauer, stelde dat alleen in afzondering iemand werkelijk kan worden wie hij is. En hij had gelijk, want de samenleving prijst intelligentie wanneer zij resultaten oplevert, maar vreest haar wanneer zij illusies doorprikt of pijnlijke waarheden blootlegt. De grootste vernieuwers in de geschiedenis, zoals Jezus in de woestijn tot Boeddha onder de Bodhiboom, van Newton in afzondering tijdens de pest tot Beethoven die, doof en geïsoleerd, zijn meesterwerken componeerde, waren niet leeg in hun eenzaamheid. Ze waren in wording. En dat is de diepste waarheid, die geldt voor de intelligentste geest in afzondering, het is geen einde, maar een begin. Het is een smeltkroes van creatie, een laboratorium voor ideeën, een heiligdom waar de ziel haar eigen stem hervindt. Schopenhauer schreef: “Het is moeilijk om geluk in jezelf te vinden, maar onmogelijk om het ergens anders te vinden.” Afstand tot de wereld is geen ballingschap, maar de plek waar een nieuwe wereld geboren kan worden. Dat pad is niet eenvoudig. Het vraagt moed om uitnodigingen af te slaan die je ziel niet voeden. Het vraagt kracht om stilte te verdragen in een wereld die je voortdurend afleidt. Het vraagt vertrouwen om te geloven dat je innerlijk leven geen gevangenis is, maar een poort. En het vraagt wijsheid om te beseffen, dat je niet bent gebroken omdat je de stilte nodig hebt. Je hebt je laten ontwaken en bent nu eenvoudig wakker. Wakker voor de schoonheid die alleen stilte onthult. Wakker voor de waarheid die alleen afzondering ontsluit. Wakker voor de roeping die alleen diepte kan beantwoorden.
Dus de volgende keer dat je de drang voelt om je terug te trekken, om de stilte te kiezen boven het rumoer, om te denken in plaats van te praten, verontschuldig je dan niet. Want in een wereld die je voortdurend naar buiten trekt, kan de keuze om naar binnen te keren wel eens de meest revolutionaire daad van allemaal zijn.
Het idee dat sommige grote denkers, wetenschappers en kunstenaars misschien kenmerken hadden die vandaag onder het autismespectrum zouden vallen, komt regelmatig naar voren in zowel populairwetenschappelijke literatuur als in serieuze academische discussies. Maar er zijn wel een paar belangrijke nuances. Want diagnoses zijn in veel gevallen historisch niet toepasbaar. Want autisme is een vrij moderne diagnose, die pas bestaat sinds 1943, toen de kinderpsychiater Leo Kanner hierover publiceerde, maar sindsdien evolueren de criteria voortdurend. Tegenwoordig spreken we van een autismespectrumstoornis (ASS). We kunnen dus onmogelijk iemand uit de oudere tijd “officieel “ als autistisch bestempelen. Wat we wél kunnen doen, is gedrag en getuigenissen bestuderen en kijken of er overlap is met wat we nu herkennen als autistische trekken. Veel van de beschrijvingen van figuren als Newton, Tesla, Einstein, of zelfs Kant wijzen op eigenschappen die we tegenwoordig zouden kunnen associëren met het autismespectrum, zoals een sterke voorkeur voor routine en herhaling. Moeite met conventionele sociale omgangsvormen. Extreme concentratie op een specifiek interesse gebied. Een zekere sociale teruggetrokkenheid of ongemak in gezelschappen. Newton stond bekend om zijn obsessieve focus en sociale afstandelijkheid. Tesla had intense routines en bijzondere gevoeligheden. Tegelijkertijd moeten we oppassen om historische figuren te psychologiseren. Hun gedrag kan ook mede verklaard worden door de cultuur van hun tijd, zoals in de Renaissance afzondering een soort van ideaal was voor denkers en kunstenaars. Ook de levensomstandigheden speelden een rol, zoals bij Newton die leefde tijdens pest uitbraken en werkte noodgedwongen in isolement. Persoonlijkheid en temperament, zoals introversie of een filosofische levenshouding, zijn iets anders dan autisme. Maar of ze nu autistisch waren of niet, hetgeen wat hen interessant maakt is, dat sommige eigenschappen die we vandaag problematisch of atypisch zouden noemen, in hun levens juist vruchtbaar bleken. Hun vermogen tot afzondering, focus en eigenzinnig denken maakten hen tot vernieuwers. Dus we kunnen niet zomaar met zekerheid concluderen dat filosofen als Schopenhauer of wetenschappers als Newton autistisch waren. Maar het is heel goed mogelijk dat sommigen kenmerken vertoonden die wij nu zouden herkennen als onderdeel van het autismespectrum. Wat we wel kunnen vaststellen is dat de combinatie van gevoeligheid, intensiteit en neiging tot afzondering cruciaal was voor hun bijdrage aan de wereld.

... Het schrijven van deze beschouwing werd geïnspireerd door het bekijken van de Video getiteld: Schopenhauer onthult waarom intelligente mensen het sociale leven vermijden. The Psyche YouTube kanaal. Ik heb deze beschouwing moeten inkorten om voor publicatie in aanmerking te komen. ...


Zie ook: http://spirituelefilosofie.blogspot.com

Schrijver: J.J.v.Verre
17 september 2025


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

5.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 9

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)