Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

In hoeverre is de bijbel betrouwbaar?

Over de kerkgeschiedenis en de oorsprong van de bijbelboeken bestaan veel misverstanden. Zo wordt beweerd dat er op alle mogelijke plaatsen in de bijbel is geknoeid, zó erg zelfs dat de oorspronkelijke, zuivere boodschap van het christendom compleet onherkenbaar is geworden. Wat is hier nu eigenlijk van waar? Is het correct dat men de oorspronkelijke teksten regelmatig heeft bijgevijld om ze in overeenstemming te brengen met specifieke interpretaties van de christelijke boodschap, die in latere eeuwen door de kerkelijke autotiteiten daaraan werden gegeven? Graag wil ik in dit artikel enige duidelijkheid scheppen hierover.

Een belangrijk misverstand t.a.v. de bijbel is, dat dat boek volledig Gods woord zou zijn, vanaf Genesis t/m het laatste boek Openbaringen van Johannes. Maar een klein gedeelte van de Bijbel geeft echter de woorden weer die God volgens de overlevering tegen de mens heeft gesproken. Dat gebeurde vnl. bij monde van de profeten.
Het overgrote deel is een verslag dat door mensen is opgesteld van de gebeurtenissen die door hen als tijdgenoten zijn ervaren. Denk hierbij bv. maar eens aan boeken als Richteren en Koningen. Voor de vier evangeliën geldt dat natuurlijk ook. Het zijn kortom de verhalen van gelovige mensen die hun geloof in God uitdrukken door te laten zien hoe God in de geschiedenis werkt.
Ook komen er verhalen in de bijbel voor met een mythologisch karakter. Daarnaast heb je in het Nieuwe Testament de gelijkenissen die Jezus tegen zijn volgelingen sprak.

In feite heeft de bijbel, die in verschillende perioden van de geschiedenis geschreven is, een heel gevariëerd karakter, vanaf de scheppingsmythe in Genesis tot en met een blik op de verre toekomst in het boek Openbaringen. De aanspraak, die door fundamentalisten wordt gemaakt op de bijbel als het letterlijke ‘woord van God’, moet dus wel sterk worden genuanceerd.

Als we nu kijken naar het Nieuwe Testament, en dan met name de vier evangeliën, dan staat daar de essentie in van de boodschap van het christendom. Drie van de vier evangeliën – t.w. Mattheüs, Marcus en Lucas - komen op heel veel punten met elkaar overeen. Men neemt aan dat dat komt doordat het Marcusevangelie (gedeeltelijk) de bron is geweest van de beide andere evangeliën. Alleen het Johannesevangelie neemt door zijn stijl en thematiek een bijzondere positie in, maar ook daarin staan verschillende verhalen die je ook in de andere drie evangeliën tegenkomt. Zowel van het Johannes- als van het Marcusevangelie zijn heel oude fragmenten op papyri teruggevonden. Het is heel aannemelijk dat zij allebei ooggetuigen zijn geweest van Jezus’ optreden in Palestina. Veel uitspraken van hen blijken nl. historisch nauwkeurig te kloppen. We mogen er daarom van uitgaan dat ze een betrouwbaar verslag vormen van de boodschap die Jezus de mensheid bracht.

De claim vanuit esoterische en mystieke hoek dat er veel is verdonkeremaand, is gedeeltelijk juist. Er zijn inderdaad - vnl. in de eerste eeuwen van de kerkgeschiedenis - veel geschriften verloren gegaan omdat men ze 'apocrief' vond, d.w.z. niet passend binnen de oorspronkelijke leer. Natuurlijk was dat grotendeels willekeurig. Waardevolle geschriften zijn daardoor verloren gegaan, die later - al of niet doorgegeven - zijn teruggevonden of aan de latere mensheid geopenbaard.

Daarnaast moet trouwens óók gezegd worden dat de kerkvaders ook geschriften hebben verworpen die wel degelijk onjuist waren en ten onrechte een claim legden op historische betrouwbaarheid. Zo verschenen er in de eerste twee eeuwen tal van vreemde evangeliën, de één nog exotischer dan de ander. Allerlei sekten en bijzondere groeperingen hadden er nl. een handje van om historische personen te laten buikspreken. Deze groepen hadden héél specifieke opvattingen over de weg tot verlossing. Daarom legden ze Jezus en zijn tijdgenoten doelbewust woorden in de mond om de eigen opvattingen ingang te doen vinden.

Deze tamelijk kromme methode om sektarische ideeën te verspreiden werd door de kerkvaders wel herkend. Om die reden werden in de eerste eeuwen verschillende evangelieën door de concilies verworpen. Mijns inziens gebeurde dat vaak terecht.
Een voorbeeld daarvan is het “Evangelie van Petrus”. Hoewel de naam suggereert dat het door Petrus zou zijn geschreven, dateert het uit de eerste helft van de tweede eeuw en kan dus nooit door hem zijn opgesteld. In dit boek wordt beschreven hoe twee engelen uit de hemel neerdaalden en het graf van Jezus binnengingen, terwijl een enorme menigte toekeek. Gevolgd door het kruis, dat achter hen aan zweefde, verlieten de drie mannen het graf. Nog wonderlijker wordt het als beschreven wordt dat hun hoofden daarbij tot de wolken reikten. Dat verraadt al dat het hier dus niet gaat om een echt ooggetuigenverslag, maar om mystieke symbolentaal en inlegkunde.

Jammer genoeg gooide men bij het beoordelen van vroegchristelijke geschriften ook vaak het kind met het badwater weg. Zo werd bv. het vroegere "Jacobus-evangelie" verworpen. Dat was een Bijbelboek, dat tot ca. 400 na Chr. heel populair was. Daarin werden de lotgevallen van Maria, Jozef en hun kinderen beschreven. De jeugd van Jezus wordt daarin uitvoerig verteld. Dat boek is voor mijn gevoel zuiver. Door herhaaldelijk kopiëren slopen er echter steeds meer onzuiverheden in, totdat men op den duur besloot de overgebleven exemplaren te vernietigen. Omdat er in de loop der tijd veel aan was toegevoegd en uit was weggelaten, was die beslissing begrijpelijk.

De angst dat men misschien boeken zou toelaten in de canon (de verzameling zuivere geschriften) die níet zuiver waren, zorgde er dus voor dat men té veel is gaan schrappen. Een ander voorbeeld daarvan wordt gevormd door de geschriften van de Noord-Afrikaanse kerkvader Origines. Al zijn oorspronkelijke werken zijn vernietigd. We kennen zijn leer, die vaak met de gnostiek in verband wordt gebracht, dan ook alleen uit de geschriften van zijn theologische tegenstanders. Dat is jammer, want die geven natuurlijk een gekleurd beeld van zijn opvattingen. Uit wat we van hem weten mogen we veilig concluderen dat hij een zuiver en oorspronkelijk denker was en dat de beslissing om hem het zwijgen op te leggen achteraf niet kan worden gerechtvaardigd.

Gelukkig zijn sommige geschriften, die ten onrechte op last van kerkvaders of concilies zijn vernietigd, later via profeten en mystici opnieuw ontvangen d.m.v inspiratie of het innerlijke woord. Twee bekende voorbeelden daarvan zijn “De Jeugd van Jezus”, die het overgrote deel van het vroegere Jacobus-evangelie bevat, en de “Brief van de apostel Paulus aan de gemeente te Laodicea”, een verloren gegaan boek uit het Nieuwe Testament. Beide zijn in de 19e eeuw d.m.v. het innerlijke woord herschreven door de mysticus Jakob Lorber.

Hopelijk heb ik hiermee een en ander verduidelijkt. Dat er geschriften verloren zijn geraakt die behouden hadden moeten worden, is beslist waar. Dat echter ook veel corrupte teksten terecht zijn vernietigd, is eveneens waar. De werkelijkheid is dus genuanceerder dan vaak in esoterische kringen wordt aangenomen.

Schrijver: Hendrik Klaassens, 30 juli 2009


Geplaatst in de categorie: religie

3.1 met 14 stemmen 270



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)