Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een kleine ontdekking omtrent Verlaine

Even een geestelijke terugblik.
Ik bevind mij tussen de Tachtigers, die zeer progressief en vernieuwend waren, sterk individualistisch.
Ik noem enkele namen: Willem Kloos, Frederik van Eeden, Frank van der Goes, Lodewijk van Deysel, Willem Paap, Pet Tideman, P.L. Tak e.a.
Ook de schilderkunst en de fotografie zat binnen deze beweging. De drijvende kracht achter de schermen was de ( fotografische ) kunstenaar/bohémien Willem Witsen. Hij betaalde meestal de woonruimten en de drank voor de losbandige dichters, voor het merendeel waren zij ongelukkige alcoholici, die zich moeizaam staande hielden in de waan of in de werkelijkheid van hun dichterschap. Samen vormden zij een oerkracht, een beweging die insloeg als een bom, zij hebben de hele santenkraam op zijn kop gezet, daar plukt men nog steeds de vruchten van.
Zij zochten ook geestverwant contact met het buitenland. Een waarlijk hoogtepunt was het bezoek van Paul Verlaine in 1892. Dit was in november, dus er zullen wel extra veel borrels naar binnen geslagen zijn. Bliksiekaters zeg, wat was ik daar graag bij geweest!

Natuurlijk heb ik 'Veertien dagen in Holland' gelezen. Het was Witsen die Verlaine naar Holland wist te lokken, wat knap werk was, want het was een stuurs type. Hij had dan ook nogal wat meegemaakt; een gevangenistijd, bekering tot het roomse geloof, een scheiding, bewusteloos geslagen door Rimbaud, hem nooit weergezien, hij was leraar in Engeland, kloosterlijke eenzaamheid, armoede en zwervend van ziekenhuis naar ziekenhuis. Hij was in voortdurende extase, ongrijpbaar, opperwijs. Ik kijk hem recht in de ogen. Ik speur de vier foto's af uit het boek 'Willem Witsen en zijn vriendenkring' van Charles Vergeer. Hij heeft al een kale kop en zijn ogen staan vreemd-droevig, bijna verwijtend de lens inkijkend. Hij is onheus bejegend in zijn leven, maar ik vind die verbittering misplaatst, want hij heeft wel de topjaren van Rimbaud van zeer nabij meegemaakt, ook al was dit niet zonder kleerscheuren.

Hij had ons nog kleurrijke anekdotes of verzwegen (wellicht verdrongen) belevenissen kunnen vertellen, of waren zijn hersens al zo vernietigd door de absint? Paul belandde na de schietpartij op Arthur in de cel, Arthur nam voorgoed afscheid van de literatuurbenevelingen. Voor hem was het een verschrikkelijke desillusie, een levensbedreigende anti-climax, uiteindelijk een schok van bevrijding.

Paul wist dat Arthur een beter dichter was en dat maakte hem afgunstig, zelfs moordzuchtig. Rimbaud is na Brussel totaal veranderd, zoals men wel vaker ziet bij mensen met een bijna-dood-ervaring, een psychische transformatie, rationeel onverklaarbaar. Deze onbewuste herbeleving van in de kern de vaderfiguur, die hem naar het leven stond, lost ineens op. Tovenarij en genade.

Het trauma van de afwezige vader (hij was zes) werd op negentienjarige leeftijd op tragische wijze verwerkt, grotendeels, het bleef een akelige wond in zijn ziel. Hij werd een man van de daad met verborgen mystiek. Verlaine was een lafaard geworden, een verrader van het vrije dichterschap, rooms geworden, dus aan de kant van de zo gehate priesters.

Arthur was vrij, los van zijn ouders, geen prooi meer van de negatieve, kritische ouderstemmen in zijn hoofd. Alle jaren na Brussel waren met recht gewonnen jaren. Arthur brak los, maar Paul werd een devote, sombere, oude man. Paul sloot onomwonden een akkoord met de brave burgerlijkheid, wat Arthur nooit zou doen, wat weer de reden was dat Paul later zo'n verering kreeg voor zijn zwervende ex-vriend met een ware dichtersziel.

Hij leefde in heimwee naar de jaren van pure onbezonnenheid, de kroegentochten met zijn gabber, het samenwonen in Londen, het zwalken door Soho, de prachtige bloei van gedichten in een sfeer van volkomen dronkenschap en geestverruiming. Die boeiende stroomversnelling.

Op 10 november 1891 is Rimbaud in een hospitaal te Marseille, in het bijzijn van zijn zus Isabelle, overleden. Ik kijk naar de foto van Paul op pagina 98 van Vergeers boek. Precies een jaar eerder is zijn diepbeminde ex-vriend overleden. Ik zie de sporen van het leed dat hiermee samenhing. Ik geloof niet dat het een projectie van mijzelf is, al kan ik wel veel verdriet voelen om het vroege overlijden van Rimbaud.

Al die Tachtigers hadden wel wat trekken van Rimbaud, zocht Paul misschien op die manier wat troost en ingebeelde hereniging? Op het moment van de vier foto's had Paul Arthur precies een jaar overleefd en de vreselijke pijn van dit (herbeleefde) verlies sneed dwars door zijn ziel, want nooit zou hij weer zo'n gelijkgestemde, gelijkgepassioneerde dichter-vriend ontmoeten.
Geen Kloos die daar aan kon tippen.
Want dacht Paul in wezen niet aan de jonge Arthur, eens in de literaire kringen van Parijs, markant aanwezig, toen hij het nu volgende schreef over de jonge Kloos, drinkend en paffend in een café: 'Ik vroeg een reeds vertrouwd gebuur, wie deze merkwaardige figuur was. Mij werd geantwoord: 'Het is Willem Kloos, het zwijgzame orakel, ingekeerd in zijn duistere bovenmenselijkheid'.

Na Brussel had Rimbaud zich voor altijd ingekeerd en wat schrijnender is voor de wel dichten blijvende Verlaine, zich tevens voor altijd afgekeerd van hem.

Schrijver: Joanan Rutgers, 12 augustus 2009


Geplaatst in de categorie: psychologie

4.2 met 4 stemmen 263



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
20 juni 2016
Voorgelezen door de schrijver:
www.youtube.com/watch?v=Rh0DMS5Iolg
Er staat weliswaar een andere titel, maar de titels zijn verwisseld.
In de video leest Joanan deze beschouwing.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)