Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Hugo Claus

Over 'Gedichten 1948 - 1993' van Hugo Claus heb ik het volgende te zeggen. Zo in dat immense bos van zijn merkwaardige verzen, kan ik er niet aan ontkomen en lijd ik acuut aan Claus(tro)fobie, maar aangenaam, zeer aangenaam is de benauwenis van zijn doolhofvisioenen. Hugo was verbonden met heel de wereld in al haar facetten, met paranormale facetogen reisde hij af naar de onderaardse gewelven in zijn ziel, bewust van het gegeven dat zijn ontvankelijke ziel sterk verbonden is met de Al-Ziel. Daarom herkennen wij ook zo goed zijn heroïsche opgravingen. Hij balanceerde tussen de psychoticus en de profeet, tussen het aardmannetje en de cherubijn. Zijn angsten en verlangens werden verwerkt en omgesmeed tot kunstwerken, tot leesbare standbeelden, waar hij voortaan aan voorbij kan lopen. Zelftherapie, maar een van de mooiste vormen. Volkomen autobiografisch. Laat het allemaal bij hem, versmelt niet met die overvloed aan beelden, als je niet gek wilt worden. Verbazing is het allerbeste, afstand houden, zoals bij een vol en kleurrijk schilderij. Maar zo hier en daar, waar het niet gevaarlijk is, kun je met een gerust hart in zijn emotioneel-labiele wereld stappen, omdat zijn woorden werken als panaceeën, ten eerste ooit voor hemzelf. Niet alle gif is dodelijk en niet alle hoogwaardige dranken zijn drinkbaar. Ga zelf op avontuur, via hem of doe als hem, Claus verruimt nu eenmaal de definities van de poëzie. Voor de poëzie staan alle definities gelijk aan grafzerken. Zo kranig is het.

Schrijver: Joanan Rutgers, 22 september 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 1 stemmen 157



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)