Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Rutger Kopland: Zelfportret

Zelfportret

Je ziet een man in de tuin
hij lijkt verzonken in zichzelf
die man ben ik, ik weet het
maar als je lang kijkt naar een foto
van jezelf verval je in gepeins -
wie je bent en wie je bedoelt
als je ik zegt, enzovoort
ik kijk en kijk in dat gezicht
en inderdaad - ben ik dat?
over het ik is veel nagedacht
ook door mij, maar de meningen
lopen nog steeds ver uiteen
ook die van mij - zoals dat gaat
met woorden die niet kunnen
worden begrepen
niemand heeft ooit zichzelf gezien
maar het verlangen blijft
naar het onzichtbare ik
je zoekt in wat er van je
overbleef een man in de tuin

Rutger Hendrik van den Hoofdakker is geboren in 1934 te Goor. Hij is opgegroeid in een calvinistisch gezin. Hij genoot van de Twentse natuur. Zijn jeugd is mij een raadsel, lijkt wel weggevaagd uit diverse archieven of doen psychiaters dat bewust?
In ieder geval ging hij rond zijn 25-ste in Groningen medicijnen studeren. Hoogstwaarschijnlijk heeft hij het gymnasium bezocht. In Groningen begon hij met gedichten schrijven en ook met cabaretteksten. Hij was er lid van het studentencorps.
Hij is o.a. beïnvloed door het werk van Gerrit Achterberg.
In 1964, hij was toen dertig, publiceerde hij zijn gedichten in 'Tirade' en 'Hollands Maandblad'.
In 1966 verscheen zijn debuutbundel 'Onder het vee'. Daarna volgden meer dan tien bundels.
Zijn thema's zijn vaak het onveranderlijke van het menselijke gedrag, afscheid nemen, het einde van een liefde en de tijdelijkheid van het bestaan, ook geloof, ondanks de veelal aanwezige leegte.
Hij hanteert een zeer persoonlijke manier van schrijven, waarmee hij ook altijd een leegtegevoel oproept, niet beklemmend, maar bevrijdend, bijna humoristisch, maar de ondertoon is toch meestal weemoedig als van mistflarden boven een weiland.
Veel van zijn poëzie is direct ontleend aan zijn werkervaringen als psychiater.
In 1970 verscheen 'Het bolwerk van de beterweters', gericht tegen de conservatieve werkmethoden van collega-psychiaters. Zelf deed hij een diepgaande studie ten behoeve van de depressiebestrijding door middel van slaaponthouding/slaapverschuiving en de lichttherapie. Van 1981 tot 1995 was hij hoogleraar in de biologische psychiatrie.

In 1988 kreeg hij de P.C. Hooftprijs. Ook kreeg hij de Jan Campertprijs en de Herman Gorterprijs. Hij is één van de belangrijkste en meest gelezen dichters van na de 2-de W.O., bovendien als mens sympathiek.
Hij is getrouwd en heeft drie kinderen. Hij woont in Glimmen met zijn vrouw, waar hij de seizoenen in zijn tuin ziet voorbijtrekken, inmiddels al weer 76 jaar.
Zijn werk is in 17 talen verschenen. In 2000 mocht hij de Dichter des Vaderlands worden, maar die populaire poespas weigerde hij. Toen werd de altijd gretige Komrij het.
Voorts weigerde hij een koninklijke onderscheiding, ook een principekwestie.
In 2002 kreeg hij het eredoctoraat van de Universiteit van Utrecht.
In 2005 reed hij in Haren met zijn auto tegen een boom, met als bijkomend ongeval een hartaanval, wat hij nauwelijks overleefde.

In 2006 kwamen zijn 'Verzamelde gedichten' uit.

Het is logisch dat hij het rustiger aandoet. Hij heeft onze poëziewereld meer dan genoeg verrijkt, al zal hij best nog wel eens de pen hanteren, vermoed ik.

'Ik wil niet worden gekend, ik wil altijd een ander zijn', aldus de grote, minzame dichter zelf.

Schrijver: Joanan Rutgers, 2 november 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.5 met 2 stemmen 811



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)