Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Alice Nahon: Mizerie-mensen

Mizerie-mensen

Ik heb u lief, mizerie-mensen,
Die geen genoden werdt
Van 's levens blij festijn,
Die te onverschillig zijt, om iemand kwaad te wensen,
Te bitter, om nog goed te zijn.

Ge zijt een godslamp van de kerke,
In wier karmijnen hert
Wat olie wordt gedaan,
Te luttel, om in vlammen op te vlerken,
Te veel, om er van dood te gaan.

Ik heb u lief, m'n schamele armen,
Ik weet u schijnbaar blij
Tusschen de mensen gaan,
Te fier, om gierge gunst van menselijk erbarmen,
Te zwak om heel alleen te staan.

Toch zal uw trots me nooit bezeren,
Mij, die van dichterbij
Uw bleke wezens ken;
Mij, die uit iedre dag, uit ieder uur moet leren,
Dat ik er een van de uwen ben.

Alice Nahon werd geboren in 1896 te Antwerpen.
Haar vader was een Nederlander, die De Nederlandsche Boekhandel runde. Haar moeder Julia was de dochter van een rijke tuinder.
Zij was de derde van elf kinderen.
Na vijf keer te zijn verhuisd in Antwerpen kochten ze een huis in Mortsel - Oude God. Een groot deel van haar 13-de en 14-de levensjaar woonde ze bij haar tante Mieke te Putte (Mechelen). Ze zat daar op de Gemeentelijke Meisjesschool. Ze vond het bij haar ouders streng en kil, maar bij haar tante was het warm en prettig.
In 1911 ging ze naar de landbouw-huishoudschool te Overijse, waar ze haar eerste gedichten schreef.
In 1914 werd ze met een zus leerling-verpleegster in het Stuiveling-ziekenhuis te Antwerpen. Daar werd ze verliefd op de zeven jaar oudere hoofdverpleegster Anne Voeten. Een tijd later kreeg ze volgens de doktoren last van tuberculose, een foute diagnose, maar ze verbleef wel in diverse sanatoria, bij nader inzien onterecht dus. In 1917 zat ze in het Sint-Jozefinstituut te Tessenderlo, liefst zes jaar lang. Ze schreef er wel twee dichtbundels. In 1923 wees een nieuw onderzoek uit dat zij aan chronische bronchitis leed, wat een groot pak van haar uiterst gevoelige hart was. Van de weeromstuit reisde ze naar bloemrijk Italië, Roquefort en Parijs.
Zolang had ze ingehouden moeten leven, nu gingen de teugels los. In 1924 werd ze genezen verklaard in een privé-kliniek te Aken. In 1925 was er een terugval en werd ze in het Boerhaavehospitaal in Amsterdam opgenomen. Eenmaal weer beter ging ze weer naar Antwerpen.
Van 1927 tot 1932 werkte ze als mooie bibliothecaresse in de stadsbibliotheek te Mechelen. Ze genoot volop van het nachtleven en een andere Alice werd wakker. Ondanks de vrome uitstraling van haar dichtwerk, ontpopte zij tot een onconventionele vrouw met liederlijke, stormachtige liefdesavonturen. Ze was nooit rijk geweest tijdens haar korte leven, maar ze vertoefde wel in de betere kringen, zoals bijvoorbeeld als gezelschapsdame bij de familie van Edgar du Perron in Brussel. Ze was de jeugdvriendin van de echtgenote van Gerard Walschap. Ze woonde dan daar en dan daar en meestal logeerde ze ook nog overal en nergens. Ze was rampzalig spilziek; op foto's van haar staat ze meestal in kostbare en chique kledij, zelfs aristocratisch en decadent. Die zweem van dromerigheid behield ze overigens wel.
Ze had het profiel van een topmannequin; een zuivere mond, een spitse neus, golvende haren, strakke wenkbrauwen en een gave huid. Ze was dol op artistieke mannen en ze heeft er dan ook veel versierd en bemind. Blijkbaar had ze naast haar aantrekkelijke schoonheid ook een groot libido, al zou ik haar niet nymphomaan willen noemen, dat klinkt zo onaardig en is ver naast de waarheid. Een preutse, dichtende wijnhandelaar schrok zo na één erotische nacht met haar, dat hij acuut op de vlucht sloeg en zichzelf nooit meer aan haar vertoonde. Ook bedreef ze de liefde met notabelen, zelfs een pastoor, kortom, ze kwam helemaal los! Ze was nu eenmaal voor de vrije liefde en de vrije erotiek, wat haar, moet ik zeggen, tot een rasechte dichteres maakte. Had ik haar ooit kunnen ontmoeten, dan was ik zeker voor de bijl gegaan.
Op Guido Gezelle na verkocht zij de meeste dichtbundels ooit.

Zij stierf na veelvuldige en hoge koortsen in 1933 aan de Carnotstraat te Antwerpen, waar ze woonde ze met haar vriendin Sylvia Newton.

In 2008 verscheen een biografie over haar van dr. Manu van der Aa, die is toegespitst op de sexuele uitspattingen van Nahon, die onterecht in een kwaad daglicht worden gesteld. Dat zegt meer over de biograaf, zo wij allen weten.

Als dichtersziel voel ik mij zeer verwant met de dichtersziel van Alice Nahon. Ik ben haar intens dankbaar voor haar sierlijke, levenslustige, moedige openheid.

Schrijver: Joanan Rutgers, 10 november 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.4 met 5 stemmen 236



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Marja
Datum:
10 november 2010
Dan ben je dus net niet afgeknapt bij 'zijt' in regel 4, Fred.
Ik vind die traditionele spelling wel iets gezelligs uitstralen!
Naam:
Fred
Datum:
10 november 2010
Ik haakte af bij 'werdt'.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)