Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Jan Engelman: Panta Rei

Panta Rei

De blinkende maan in de golf van Biskaye:
terrassen van zilver, ik wandel alleen
op de eeuwige stroom en het eeuwige waaien,
van alles ontheven, voor immer sereen.
Het sneeuwen der meeuwen op wiegende baren,
het dansen der schepen ging aan mij voorbij,
mijn ogen zijn blind van hartstochtelijk staren,
mijn ziel werd reisvaardig voor 't eindeloos tij.
Want wat zou ik hier in doldriftig verdringen,
wanneer ik dit maatloze vloeien verken,
de sterren weerspiegel, de winden doe zingen
en zelve de zee en haar majesteit ben?
Nog éenmaal dat beeld van twee ogen die blonken,
nog éenmaal ons zoet en ons vurig verhaal -
de zee heft haar schoot en door koele spelonken
de kinkhoren schalt waar ik jubelend daal.
O stijgen, o dalen en zingende zweven -
onsterflijke Meermin, geen doodsagonie
is einde of oorsprong van 't waaiende leven:
de stroom gaat altoos en is zielsmelodie.


Johannes Aloysius Antonius Engelman werd geboren in 1900 te Utrecht, aan de Vismarkt 13. Zijn vader Kees Engelman en zijn moeder Carolien hadden daar een viswinkel, waar nu café 'Graaf Floris' zit. De visverkoop was daar al vanaf voor 1200.
Hij deed de HBS, maar doordat hij te veel spijbelde, stuurde zijn vader hem naar de Mulo.
Van zijn 14-de tot zijn 16-de jaar tekende hij veel en graag.
Hij leefde in een katholiek gezin. Jan heeft zich grotendeels autodidactisch ontwikkeld.

In 1922 trouwde hij met Bep Oosterman; zij kregen twee kinderen, Lies en Carla.
Jan woonde o.a. aan de Oude Gracht 341. Ina Boudier Bakker woonde ook aan de Oude Gracht.

Hij zoekt in zijn poëzie naar een verloren paradijs, sterk religieus en erotisch getint.
In 1927 verscheen zijn debuutbundel 'Het roosvenster'.
In 1932 verscheen 'Tuin van Eros', de titel dekt de lading, die door preutse critici verfoeid werd.
In 1934 ontving hij de Mei-prijs voor de Nederlandse Letteren, die hij deelde met A. den Doolaard.

Jan was niet echt in een literaire stroming te plaatsen, hij stond op zichzelf. Wel was hij lid van belangrijke kunstorganisaties en hij was kunst- en literatuurcriticus van 'De Nieuwe Eeuw'.
Tussen beide wereldoorlogen was zijn mening van groot belang, daar hij een scherpe blik voor ware kunst had.
Er werd hem verweten dat hij er seksueel nogal op los leefde, maar Anton van Duinkerken verdedigde zijn erotische gedichten en leefstijl.
In 1937 begon hij een relatie met Joanna Diepenbrock; in 1948 kregen zij een zoon, Florian.
In 1953 werd hij benoemd tot hoogleraar kunstgeschiedenis van de Jan van Eyckacademie in Maastricht. Hij was daarnaast journalist.
Hij was bevriend met Marsman, Nijhoff en Holst. Dit driespan inspireerde hem ook, net als zijn reizen naar Griekenland en Italië.

In 1954 kreeg hij de Constantijn Huygensprijs. Na de Verzetsprijs voor Letterkundigen werd hij ook nog eens Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Hij was mede-oprichter van 'De Gemeenschap' en redacteur van 'De Roeping' en 'Dietsche Warande en Belfort'. Hij werkte mee aan 'De Gids' en hij publiceerde in 'Maatstaf'.

Zijn beroemdste gedicht is 'Vera Janacopoulos', over een Braziliaanse zangeres.

In de jaren zestig ging zijn gezondheid hard achteruit en toen Joanna stierf, ging hij in haar Amsterdamse huis wonen (Johannes Verhulststraat). Hij werd daar verzorgd door een goede vriendin.
In 1972 stierf hij door een longziekte.

Schrijver: Joanan Rutgers, 29 december 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

1.0 met 1 stemmen 241



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)