Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Cornelis B. Vaandrager: A foggy day in Rotterdam

A foggy day in Rotterdam

Je kent het wel: een middag wachten
tot het gaat misten. Wachten
tot het donker wordt. Of avond wordt. Hij
(ik heb het over hem) kijkt,
ziet lege bussen
die koppig starten, de stad in - op zoek naar meer mist?

Stemmen van mensen. Oproer? Bijval?
Hij herkent ze, de stemmen. De mensen
kent hij niet - nooit gekend.

Je kent het wel: pijnlijk nauwkeurig
kan hij je zeggen (maar hij doet het niet):
'Nu gaat de telefoon.'
En dan gaat de telefoon. De angst
dit aan te voelen. En dan de angst (nog groter)
zich na tien, elf juiste voorspellingen te vergissen.

De mist is binnen.
Reeds zijn de radiatoren verkild.
Hij trekt zijn benen op. Wacht.
Het wordt donker. Of avond.
Hij trekt huiverend een haar uit zijn pols.

Cornelis Bastiaan Vaandrager is geboren in 1935 te Rotterdam-Zuid. Hij was het enige kind van een postbode en een huisvrouw. Hij zat op het gymnasium en bij zijn eindexamen haalde hij een tien voor Grieks, voor zijn vertaling van Homerus. Hij was al jong verslaafd aan de literatuur. Daarna werd hij redactielid van het literaire tijdschrift 'Proefschrift' (rond 1955), samen met (school)vriend Hans Sleutelaar. Later werd hij redactielid van 'Gard Sivik' en 'De Nieuwe Stijl', samen met Hans Sleutelaar, de dichter Hans Verhagen en de dichter/kunstschilder Armando. Cornelis debuteerde in 1960 met zijn novelle 'Leve Joop Massaker', wat vergeleken werd met 'De Avonden' van Gerard Reve. In 1961 verscheen zijn dichtbundeldebuut 'Met andere ogen', het hierboven geciteerde gedicht staat daarin. In 1963 verscheen zijn verhalenbundel 'De avonturen van C.B. Vaandrager'. In 1967 verscheen zijn tweede bundel 'Gedichten'. Hij verzette zich tegen het werk van de Vijftigers. Hij maakte poëzie van het normale alledaagse. Hij was een extreem feestbeest met seksuele uitspattingen en hij gebruikte veel hasj en speed. In de jaren zeventig raakte hij meer en meer verslaafd aan de drugs. Vanwege ernstige depressies zat hij maandenlang in een psychiatrische inrichting. Hij werd een outcast, een zonderling, die door de stad doolde. Hij verloor veel van zijn vriendschappen, ook omdat hij zich zeer terugtrok vanwege paranoia, een effect van drugsgebruik. In 1971 verscheen zijn autobiografische roman 'De reus van Rotterdam. Stadsgeheimen' en in datzelfde genre in 1975 'De Hef'. Hij was jaloers op het succes van anderen, terwijl hij maar amper kon bestaan van zijn pen, eerst op Jan Cremer, later op J.A. Deelder. Deze twee hadden natuurlijk een veel groter zakelijk inzicht en daadkrachtvermogen. Trouwens, zo arm zal hij niet geweest zijn, want die drugs liggen niet voor het oprapen op straat. In wezen haatte hij zichzelf, met name zijn eigen verachtelijke karakter. Hij deed verschillende zelfmoordpogingen, o.a. met messteken in zijn keel. In 1987 verscheen 'Metalon' en in 1990 verscheen 'Sampleton'. Daarna bleef het stil. Over de kroketten in hotel New York schreef hij de beroemde zin: 'De kroketten in het restaurant zijn aan de kleine kant'. Hij leefde als dakloze in een vervallen souterrain in Rotterdam-Delfshaven, tussen vuilnis en puinhopen, de buurtbewoners scholden hem uit voor 'keldermonster!'. Hij raakte meer en meer verwaarloosd en meegesleurd door de drugs. Hij stond algemeen bekend als een achterdochtige junkie en een gewelddadige troublemaker. Zijn dochter heet Iris Vaandrager. In 2005 verscheen de biografie 'Vaan' van Menno Schenke, zij was bij de presentatie aanwezig. Later kwam er zelfs een literaire bustocht langs de plekken, waar Cornelis Vaandrager zijn sporen duidelijk had achtergelaten.
Deze poète maudit stierf in 1992, totaal verloederd en vereenzaamd, miskend en gebroken, veracht en vernederd.

'spreken een snelle eigentijdse taal, geloof hechten aan rooskleurige liefde en veel heel veel aan stukken slaan, op voortvarende vogels reizen zoekend de volheid van de regen de nacht de bloemen overgevoelige instrumenten, beken het, beken het luidkeels en ruiterlijk, al breken de ogen, veranker de wandelende stem'

Schrijver: Joanan Rutgers, 4 september 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.3 met 3 stemmen 290



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)