Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Meer dan malse biefstuk

(voor François-Rene de Chateaubriand (1768 - 1848))

Je bent geboren in Saint-Malo, een oude, ommuurde stad, werkeijk schitterend om te zien en een voormalig piratenbolwerk. Je was de jongste van tien kinderen en je groeide op te Cobourg, in Château du Combourg, wat op een heuvel staat naast het Lac Tranquille. Je vader Rene was een oud-kapitein, een scheepseigenaar en een slavenhandelaar. Je moeder was Apolline de Bedee. Je vader was introvert en depressief, waardoor je in een eenzame, sombere sfeer opgroeide. Je was gelukkig zeer bevriend met je zus Lucile en je maakte graag lange wandelingen. Je ging naar school in Dol, Rennes en Dinan. Op je zeventiende ging je in het leger en je begon als tweede luitenant in Navarra en binnen twee jaar was je al kapitein. Op je twintigste ontmoette je in Parijs Jean-François de La Harpe, toneelschrijver en criticus, Andre Chenier, een dichter, die onthoofd werd vanwege vermeende samenzwering tegen de staat, en Louis-Marcelin de Fontanes, dichter en politicus. Op je drie-en-twintigste brak de Franse Revolutie uit en ging je reizen door Noord-Amerika, wat je later inspireerde tot het schrijven van de romans 'Les Natchez', 'Atala' en 'Rene', zeer geprezen door Lord Byron. Je ging bij het leger van royalistische emigranten in Koblenz. Onder grote druk van je familie trouwde je met een jonge, aristocratische vrouw uit Saint-Malo, Celeste Buisson de la Vigne, die je nog nooit had ontmoet. Je was haar vele malen ontrouw, maar je bent nooit van haar gescheiden. Je raakte zwaargewond bij een gevecht tegen de revolutionairen en je ging in ballingschap naar Jersey en Engeland, zonder Celeste. In Londen leed je bittere armoede en je gaf Franse les en je deed vertaalwerk. In Suffolk had je een liefdesrelatie met Charlotte Ives, maar toen ze ontdekte dat je al getrouwd was, was het uit met de erotische pret. Je las 'Paradise Lost' van John Milton, wat je in het Frans vertaalde. Door de revolutie verloor je veel familieleden en vrienden. Op je twee-en-dertigste keerde je terug naar Frankrijk en raakte je bevriend met Napoleon Bonaparte. Je ging als secretaris van kardinaal Fesch naar Rome, maar je kreeg ruzie met hem en je baan als minister in Wallis kapte jezelf, nadat Napoleon de neef van Louis de Zestiende had laten vermoorden. Je moest leven van je pen, maar je kreeg ook geld van de Russische tsarina, die je verdediging van het christendom beloonde. Hierdoor kon je naar Griekenland, Turkije, Palestina, Egypte en Spanje. Zo ontstond 'Les Martyrs', over de romeinse vervolging van de christenen. Je vergeleek Napoleon met Nero, waarna hij je uit parijs wegjoeg. Je ging naar Châtenay-Malabay, elf kilometer van het Parijse centrum, waar je een landgoed met een groot landhuis had, genaamd 'La Vallee aux Loups'. Je literaire vrienden waren Madame Germaine de Staël (1766 - 1817), die ook een hekel aan Napoleon had, Joseph Joubert (1754 - 1824), moralist en essayist, en Pierre-Simon Ballanche (1776 - 1847), schrijver en filosoof. Je schreef een pamflet tegen Napoleon en je zat net als Louis de Achttiende in Gent ondergedoken. Je werd ambassadeur in Zweden en Minister van Staat, maar door je kritiek op Louis de Achttiende verloor je die baan en je werd de belangrijkste schrijver aan de kant van Karel de Vijfde. Na de moord op Karel Ferdinand, hertog van Berry, werd je ambassadeur in Pruisen en in Engeland en twee jaar minister van Buitenlandse Zaken. Op je zestigste werd je ambassadeur bij de Heilige Stoel voor ruim een jaar. Je verdedigde de persvrijheid en je ontrouw aangaande koning Louis-Philippe (1773 - 1850) betekende het einde van je politieke loopbaan. In grote afzondering schreef je 'Memoires d'outre-tombe', postuum verschenen als je beste werk. De laatste tijd van je leven was je een schuchtere kluizenaar in een appartement aan 120 rue du Bac. Je verliet enkel je woning om Juliette Recamier te betalen, met wie je lange tijd een intieme relatie had, al was je verschrikkelijk overheersend, waardoor ze meer voor de tedere Baron de Barante voelde. Je schreef nog een biografie over de oprichter van de Trappistenorde, op wie je veel geleek. Je stierf in Parijs en je werd begraven op een eiland nabij Saint-Malo, wat alleen tijdens eb te bereiken is, tenzij natuurlijk met een bootje of voor de echte fans zwemmend.

Schrijver: Joanan Rutgers, 4 augustus 2012


Geplaatst in de categorie: literatuur

1.3 met 3 stemmen 114



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)