Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Verborgen en toch verschenen

(voor Konstaninos Petrou Kaváfis (1863 - 1933))

Je bent geboren op 29 april 1863 in Alexandrië, Egypte. Je bent gedoopt in de Grieks-orthodoxe kerk. Je was de jongste zoon van een welgestelde koopmansfamilie in de Griekse kolonie aldaar, die op zijn hoogtepunt 55.000 mensen telde. Je ouders kwamen uit Constantinopel. Je vader was een handelaar (importeur-exporteur), hij had in Engeland gewoond en hij had de Britse nationaliteit. Op je zevende is je vader overleden. Je moeder heette Chariklia. De erfenis was schaars en op je negende ging je naar Engeland, Liverpool, waar de familiehandel filialen had. Je schreef je naam in het Engels als 'Cavafy' en zo word je nog steeds in Engeland genoemd. Op je veertiende keerde je terug naar Alexandrië en op je negentiende moest je de stad vanwege opstanden de rug toekeren. Heel Egypte was in opstand tegen de Anglo-Franse controle. De Britten hebben Alexandrië zelfs gebombardeerd vanaf hun oorlogsschepen. Dat moet je gemixte gevoelens hebben gegeven. Je ging bij je opa wonen, in een dorp nabij Constantinopel. Drie jaar later woonde je weer met je moeder en de anderen in Alexandrië, tot aan haar overlijden in 1899. Je werkte als journalist en je verliet de stad enkel nog voor kleine reizen. Op je negenentwintigste begon je te werken als ambtenaar bij de overheidsheidsinstelling 'Third Circle of Irrigation'. Deze baan heb je dertig jaar volgehouden, volgehouden, want het was saai en slecht betaald. Je vulde je salaris aan via transacties op de beurs. Het familiekapitaal was inmiddels verdwenen en dus was het hard werken voor de kost en de drank. Je dronk meer dan goed voor je was, maar het stimuleerde je wel tot de mooiste gedichten. In 1897 maakte je een reis naar Frankrijk en Engeland. Je hebt vier keer Griekenland bezocht, in 1901, in 1903, in 1905 en in 1932. In je brieven en je dagboeken laat je maar bar weinig over jezelf doorschemeren. Je had dan ook een zeer persoonlijke reden om schuchter en afzijdig te blijven. Op jonge leeftijd ben je gedichten gaan schrijven, al ging dat allemaal nogal stroef, je had blijkbaar geen haast. Weer die geheimzinnige reden. Pas rond je vierenveertigste had je je eigen stijl qua vorm en inhoud gevonden, maar je liet je gedichten, beschroomd als je was, enkel aan je allerbeste vrienden lezen. Je was altijd zeer onzeker over je werk, vol zelfkritiek en zelfonderschatting. Je twijfelde zelfs of je wel een echte dichter was. Moet je nou eens wereldwijd zien! Veel gedichten heb je herschreven en veel is door eigen toedoen verloren gegaan, al komt er ook soms zomaar weer een gedicht van jou te voorschijn. Tijdens je leven is er geen officiële dichtbundel gepubliceerd, al heb je in eigen beheer wel een bundeltje samengesteld, meestal gingen er losse bladen in het rond. Postuum verscheen er in 1935 een bundel met 153 gedichten, die allemaal eerder ergens gepubliceerd waren. Er zitten veel historische (vrij naar jouw fantasie) gedichten tussen, o.a. over de Romeinen, de Grieken en het heidendom. Het zijn stuk voor stuk prozagedichten, zoals de Ouden het ook deden. Een vorm die de totale vrijheid weet uit te drukken. Omdat je uitgesproken homoseksueel was, daar is je levensmotto, is de homo-erotiek sterk vertegenwoordigd binnen je warmbloedige, beeldrijke, diep ontroerende oeuvre. Je twijfelde lange tijd om je erotische voorkeur in verzen te publiceren, toch ben je overstag gegaan, ook omdat je voorzichtig de gevoelige dingen aanroerde, behendig en geslepen, al had je ergens grote angst voor represailles van de bevooroordelende, onmenselijke homohaters. Je wist hoe het barbarisme vlak onder het oppervlak van de beschaving lag. Je zielskracht overwon die angstbeelden en je beschreef ook op schone wijze de masturbatie. Je oversteeg de collectieve taboes en verboden, die vaak door aangepaste groepsdrang werden/worden gecultiveerd. Weg met die levensvergallende nonsense! In je supersensitieve geest vermengden de oude culturen en rijken zich nostalgisch met de moderne wereld, vooral in de wellustigheden. Het Helleense tijdperk overlapt het christelijk-joodse imperium. Je voelde je verwant met de Franse en Engelse poëzie, die niet zo nadrukkelijk de homofiele aspecten afwezen, dan bijvoorbeeld de Griekse lyriek. Hypocriet, want iedereen weet wat er met de Griekse liefde wordt bedoeld. Het schijnt in Griekenland uitgevonden te zijn, wat natuurlijk deels een mythe is. De Griekse dichter Xenopoulos was lovend over je werk, maar in de meeste, Griekse, literaire kringen was je schrijfstijl niet modieus genoeg. In 1923 was het de dichter Kostas Karyotakis, die door jouw werk geïnspireerd was. Van alle dichters ben jij het meeste vertaald. De homofiele schrijver E.M. Forster kende je persoonlijk en hij schreef een biografie over jou.
Je stierf op 29 april 1933 door strottenhoofdkanker, precies op de dag van je zeventigste verjaardag. Je bent begraven in het familiegraf op de Griekse begraafplaats van Alexandrië.

Schrijver: Joanan Rutgers, 24 september 2012


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.0 met 4 stemmen 284



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
mobar
Datum:
24 september 2012
Graag gelezen, ik lees regelmatig in zijn verzamelde gedichten, twee boeken die ik ooit kreeg in ruil voor een eenvoudig schilderij.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)