Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Rudy Kousbroek, Amir Hamzah en nog wat

Wat weten wij van de Indonesische dichters? Bar weinig als je het mij vraagt.

We kennen Indonesië vooral door 'De Stille Kracht' van Louis Couperus en het werk van Multatuli. Zelfs literair gezien zijn we kolonialistisch gebleven. De pure schoonheid van Indonesische vrouwen spreekt nog steeds tot onze verbeelding en de Groningse kunstschilder Werkman van De Ploeg dweepte met Bali.
In de Nederlandse literatuur is Marion Bloem als Indonesische auteur het meest bekend geworden.

Drie bekende, Indonesische dichteressen zijn Toeti Heraty (81), Oka Rusmini (47) en Rieke Diah Pitaloka (41), die ook actrice is. Op de een of andere manier lukt het me niet om voor hen warm te lopen. Misschien is het het enorme cultuurverschil of omdat Indonesië zo ver weg is. Dat laatste minder, want een Australische dichter kan mij evenzeer als een Hollandse dichter boeien. Les Murray ja. Live meegemaakt. Een prachtige kerel vol boeiende verhalen.

In het Literair NRC Handelsblad van 15 maart 1996 wist Rudy Kousbroek aan te tonen dat er wel degelijk literaire banden tussen Indonesië en Nederland bestaan. In zijn bijna paginagrote artikel 'Tjakar en andere huiveringwekkende klanken' besprak hij het dichtersleven van de Indonesische Amir Hamza.
Deze dichter is in 1911 geboren in Tanjung Pura, Oost-Sumatra. Hij was de grootste Indonesische dichter van voor de Tweede Wereldoorlog. Hij studeerde aan een Nederlandse Hogeschool en hij las Nederlandse boeken. Zijn eerste bundel 'Nyanyi Sunyi' (Zingen Stilte) verscheen in 1937 en zijn tweede bundel 'Buah Rindu' (Fruitvlieg) in 1941. Het is duistere, moeilijk te begrijpen poëzie en toch enorm populair.
Hij was beïnvloed door de Tachtigers, die hij innerlijk verwerkt had. Met name Willem Kloos. Amir's vader was een vorst, die tot de familie van de sultan van Langkat behoorde. Amir deed een rechtenstudie in Batavia en hij werd verliefd op zijn schoolvriendin Ilik Sundari, die zijn muze was. Hij werd teruggeroepen naar Langkat, waar hij met de dochter van de Sultan moest trouwen. Hij ging kapot door liefdesverdriet.
Hij schreef: 'Nat hout verteerd door vuur.'. Over God schreef hij: 'Je bent jaloers, Je bent kwaadaardig, ik ben een prooi in Je klauwen, dan weer vangen en dan weer loslaten...'. Het wrede spel van aantrekken en afstoten.

Rudy ziet bij Amir Hamzah vooral een overeenkomst met de dichter Martinus Nijhoff, van wie hij 'Vormen' en 'Nieuwe Gedichten' gelezen kan hebben.

Hij was 27 toen hij met zijn prinses trouwde. Gedichten schrijven heeft hij nooit meer gedaan. In maart 1946 is Amir vermoord door de revolutionaire Pemuda's. Vermoedelijk onthoofd. Hij werd 35 jaar.

Rudy groeide op in de buurt waar Amir woonde, zonder dat hij dat wist. Rudy had hem als kind graag ontmoet.
Amir is herbegraven in een familiegraf in Tandjoeng Poera. Rudy had zijn graf nog graag bezocht. Ik weet niet of hem dat nog gelukt is.

Rudy overleed op 11 april 2010 in Leiden. Hij werd 81 jaar. Ik volgde Rudy's dierengedichten in de NRC's en ik heb lange tijd gedacht, dat die man seniel en/of infantiel was. Dat hij als jenevergast bij de Vijftigers gerekend werd, was al een godswonder, volgens mij, en uit medelijden mocht hij dan versjes over dieren publiceren, dacht ik, maar daarin was ik natuurlijk te kortzichtig.

In het AD van eergisteren (die duwen ze tegenwoordig voor de AH's gratis door mijn strot!) stond een artikel over de herdenking van de genocide op anderhalf miljoen Armeniërs, wat echt gebeurd is, ondanks dat huidige machthebbers het uit economische motieven verdringen. Niemand van ons kabinet is naar Jerevan gegaan om respect te tonen, maar wie wel?
Jawel, Arie Slob van de CU, samen met zijn Armeense medewerkster, de 24-jarige Christina Wartamowa. Ook aanwezig waren premier Poetin en premier Hollande. Eerlijk is eerlijk, mijn diepe respect voor Poetin, deze keer. Hij is niet honderd procent een boeman en hij speelt ook veel blufpoker.

Tenslotte nog iets over wat mij zeer frappeerde. De dichter Saoud Al AlMuzaini uit de Arabische Emiraten heeft voor bizarre ophef gezorgd met zijn gedicht 'Bent Marrakech' (Dochter van Marrakech). Daarin brengt hij nota bene een ode aan de schoonheid van de Marokkaanse vrouw, wat door sommige Marokkanen weer helemaal verkeerd begrepen wordt. Hij beschrijft de Marokkaanse vrouw als zeer schoon en verleidelijk, maar ook uiterst materialistisch, narcistisch en vol complexen. De waarheid is altijd hard. Hij omschrijft Marokkaanse vrouwen als hekserige hoeren, wat je ook als een compliment kunt opvatten, maar nee, sommigen zijn weer op hun piemeltjes getrapt en sturen doodsbedreigingen naar die arme, naïeve, goed bedoelende dichter. Het is ook nooit goed bij die heetgebakende messentrekkers, worden hun vrouwen eens in het zonlicht gezet, doen ze gelijk de zonsverduisteringen naar beneden. Er zijn er, die de Marokkaanse vrouwen juist een schande voor de islam vinden, omdat ze graag op de rand van het toelaatbare balanceren en er het liefste overheen gaan.

Wat de Marokkaanse vrouwen in Nederland betreft, lovely ladies, jullie zijn in een vrij en democratisch land, laat je niet inkapselen en dichtsnoeren door vrouwonvriendelijke, hysterische en hypocriete moslims, want juist zij balanceren en bungelen op de rand van de definitieve afgrond. Schud jullie prachtige, zwarte haren maar eens in alle vrijheid lekker los!...

Schrijver: Joanan Rutgers, 26 april 2015


Geplaatst in de categorie: geschiedenis

3.0 met 1 stemmen 169



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)