Uit romantische zelfkastijding verliet je Regine

(voor Soren Kierkegaard (1813 - 1855))

Je bent geboren als Soren Aabye Kierkegaard op 5 mei 1813 in Kopenhagen. Je vader Michael Kierkegaard was een notabele en een streng godsdienstig man. Als Jutse herdersjongen had hij God vervloekt, wat hem levenslang tergde. Zijn eerste vrouw was door een longontsteking overleden. Je bent sterk door zijn zwaarmoedigheid beïnvloed.
Je moeder was Ane Sorensdatter Lund.
Op school viel je op als een scherpzinnige denker en als een clown. Je had geen vrienden en je sprak goed Latijn, maar slecht Deens. Later werd je een vernieuwer van de Deense taal.

In 1830 begon je theologie aan de Universiteit van Kopenhagen te studeren. Je studeerde ook filosofie en je bent sterk beïnvloed door de filosofieprofessoren F.C. Sibbern en Poul Martin Moller. September 1841 behaalde je de titel van magister. Kort na je afstuderen verloofde je met Regine Olsen, maar je was ervan overtuigd, dat je haar niet gelukkig kon maken, waardoor je de verloving na een jaar verbrak, wat destijds in Kopenhagen als een schande werd gezien. Je koos voor het eenzame schrijverschap. Regine bleef wel een grote, bijna mythologische rol spelen. Zij trouwde twee jaar later met Fritz Schlegel, maar jij bleef haar je hele leven emotioneel en zieldiep trouw. Na haar trouwerij zag je haar nog twee keer. Je was nog steeds zeer gehecht aan haar. Zij was dan ook jouw enige erfgename.

In 1841 ging je naar Berlijn, waar je colleges bij de filosoof Friedrich von Schelling volgde, wat je teleurstelde.
In 1842 was je terug in Kopenhagen en voltooide je jouw bekende werk 'Of/Of', dat in 1843 bij uitgeverij Gads Forlag verscheen. Je schreef o.a. over Mozart, die het muzikaal-erotische heeft ontwikkeld, en over je verantwoordelijkheid nemen, want voor God sta je altijd in het ongelijk. Hierna volgden de geschriften 'Vrees en beven', 'Stadia op de levensweg', 'Filosofische kruimels' en 'Afsluitend onwetenschappelijk naschrift'. Ene P.L. Möller van het satirische tijdschrift 'De Vrijbuiter' zorgde ervoor dat je op straat werd uitgejouwd. Deze kerel was vernietigend.

In 1846 ging je jezelf meer op de stichtelijk-christelijke filosofie richten. Je had kritiek op de verwereldlijkte, Deense staatskerk, waardoor je ruzie met je oudere broer, de theoloog Peter, kreeg. Je publiceerde jouw levenslessen in boeken als 'Daden van naastenliefde', 'Oefening in christendom', 'De ziekte tot de dood' en in vele dagboeknotities, die postuum zijn uitgegeven. In 1855 verscheen jouw tijdschrift 'Het Ogenblik', waarin je opnieuw kritiek op het officiële christendom uitte. Je belandde in een zeer actieve, literaire periode, die je mogelijk mentaal heeft uitgeput. Toen je openlijk de kerk bekritiseerde, leefde je steeds meer afgezonderd. Je was overtuigd van het verderf van de kerk.

Je sprak met vreemde mensen op straat, die je bekritiseerde om hun gedrag en hun levensvisie, net als Socrates deed. Tijdens één van je wandelingen zakte je in elkaar. In het ziekenhuis verdween je eetlust en sliep je veel. Je weigerde je broer Peter te ontmoeten, omdat er huichelarij aan hem kleefde. Je vriend Emil Boesen stelde je voor om nog één keer de eucharistie te vieren, maar je weigerde, omdat je vond dat dit een instrument van de bureaucratische, winstbeluste kerk was. Een opdringerige dominee met brood en wijn stuurde je terug.

P.H. Möller maakte nog een laatste prent van jou, met als onderschrift 'De Grote Filosoof, deze keer gemeend'. Op 11 november 1855 overleed je in het ziekenhuis. Je werd 42 jaar en je bent vooral door Peter bij één van de voornaamste kerken van Kopenhagen begraven, in Assistens Kirkegard. Jouw neef Henrik Lund protesteerde tegen deze schertsvertoning en hij verdedigde jouw kritiek tegen de officiële kerk alsnog. Er werd 'Bravo!' en 'Weg met de dominees!' geroepen.

Soren Kierkegaard Re Regine Olsen P.L. Möller

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

4.7 met 3 stemmen 48