Je ware geliefde ingeruild voor de illusie van status
(voor Lucy Maud Montgomery (1874 - 1942))
Je bent geboren op 30 november 1874 op Prince Edward Island in Clifton (nu New London) in Canada. Jouw moeder Clara Woolner Macneill Montgomery overleed toen jij bijna twee jaar was. Zij had tuberculose. Daarna ben jij door jouw grootouders verzorgd. Je was zeven jaar toen jouw vader naar Prince Albert verhuisde. Jij woonde bij jouw grootouders in Cavendish, waar je erg eenzaam was. Je creëerde denkbeeldige vrienden, genaamd Katie Maurice en Lucy Gray, die in de 'sprookjeskamer' achter de boekenkast in de salon woonden. Door die denkbeeldige werelden kon je jezelf minder eenzaam voelen. Je ontwikkelde jouw creativiteit.
In 1890 was je een jaar in Prince Albert, bij jouw vader en jouw stiefmoeder Mary Ann McRae, met wie het niet boterde. Jouw eerste, gepubliceerde gedicht was 'On Cape LeForce'. Je ging naar Cavendish terug en in 1893 ging je naar het Prince of Wales College in Charlottetown, waar je door de directeur Dr. Alexander Anderson beïnvloed bent. Je kreeg diepe, spirituele ervaringen tijdens jouw eenzame wandelingen in de natuur. In 1895 en 1896 studeerde je literatuur aan de Dalhousie University in Halifax. Je werkte als een lerares in diverse scholen en tussen 1897 en 1907 publiceerde je ruim 100 verhalen.
Vanaf jouw 14-de had je een liefdesrelatie met Nate Lockhart, maar je wees zijn huwelijksaanzoek af. Jouw leraar John Mustard was ook jouw minnaar. Je had een relatie met Will Pritchard, met wie je tot 1897 correspondeerde, want in dat jaar overleed hij door de griep. In 1897 vroeg Edwin Simpson jou ten huwelijk, wat je accepteerde, maar waar je al gauw spijt van kreeg, omdat hij egocentrisch en ijdel was. Je had een korte, gepassioneerde affaire met de aantrekkelijke, blondgekrulde Herman Leard, met wie je graag wilde trouwen. Zijn blauwe ogen waren als onweerstaanbare, heldere oceanen. Van hem hield je het allermeeste. Omdat jouw familie en jouw vrienden Herman niet goed genoeg voor jou vonden, oftewel beneden jouw stand, verbrak jij in 1898 deze relatie.
In 1898 ging je weer bij jouw oma in Cavendish wonen, die inmiddels weduwe was geworden. Tot haar overlijden in maart 1911 bleef je voor haar zorgen. In juni 1908 verscheen jouw eerste boek 'Anne of Green Gables', wat meteen een groot succes was. Het gaat over het 11-jarige, roodharige, fantasierijke, spraakzame, zeer gevoelige weesmeisje Anne Shirley. Een foto van de jeugdige actrice Evelyn Nesbit stond model voor Anne. In totaal schreef je elf boeken over Anne, haar kinderen en andere familieleden van haar.
Kort na het overlijden van jouw oma Lucy Woolner Macneill trouwde jij met Ewen Macdonald (1870 - 1943), een Presbyteriaanse predikant. In oktober 1911 verhuisden jullie naar Leaskdale, Ontario, waar Ewen de predikant van de St. Paul's Presbyterian Church was. Daar schreef jij elf boeken. De huwelijksreis ging naar Engeland, waar jij o.a. de huizen van Shakespeare en Charlotte Brontë bezocht, en Schotland. Ewen was niet geïnteresseerd in de literatuur en hij was in tegenstelling tot jou niet zo trots op jullie Schotse roots. In 1911 verscheen jouw kinderroman 'The Story Girl'. Je was geïnspireerd door de verhalen van jouw oudtante Mary Lawson. Jullie eerste zoon werd op 7 juli 1912 geboren en jullie tweede zoon werd doodgeboren. In 1913 verscheen 'The Golden Road', een vervolg op 'The Story Girl'.
Door te schrijven ontvluchtte je de ontberingen van het echte leven. Op 7 oktober 1915 werd jullie derde zoon geboren. Omdat jij geen moedermelk kon produceren, raakte jij depressief. De koemelk was riskant voor de gezondheid, omdat er niet aan pasteurisatie werd gedaan. Zowel Ewen als jij leden aan een geestesziekte en depressies, waar jullie diverse pillen voor slikten. Op 20 januari 1919 overleed jouw vriendin Frederica Campbell MacFarlane door de Spaanse griep. Jij had die griep ternauwernood overleefd, wat Ewen onverschillig liet, waardoor je echtscheiding overwoog. Ewen was suïcidaal en jij vond hem onuitstaanbaar. Hij was doemdenkend, katatonisch en paranoïde. Hij dacht dat jij hem wilde vermoorden en hij dacht dat hij, jij en jullie kinderen naar de hel gingen. Een religieus waandenkbeeld. Verder sloeg hij jou ook nog eens.
Jouw depressie en migraine zag jij als tekenen van jouw onderdrukte, romantische passie en de dolende geest van Herman Leard, die jou achtervolgde. Het laatste boek van jouw beroemde cyclus over Anne Shirley 'The Blythes Are Quoted' voltooide je aan het einde van jouw leven en werd op de dag van jouw overlijden bij jouw uitgever bezorgd. Op 24 april 1942 ben je in jouw bed in Toronto overleden. Officieel door een coronaire trombose. In 2008 onthulde jouw kleindochter Kate Macdonald Butler dat jij als gevolg van een chronische depressie via een overdosis drugs zelfdoding hebt gepleegd. Je werd 67 jaar en je bent in de Cavendish Community Cemetery begraven.
Geplaatst in de categorie: idool