Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De literatuur als laatste schuilplaats

(voor Anna Langfus (1920 - 1966))

Je bent geboren als Anna-Regina Szternfinkiel in Lublin, Polen. Jouw ouders waren de koopman Moshe Szternfinkiel en Maria Wajnberg. Je had een oudere broer. Je woonde in de Lubartowska Straat 18 (nu 24) in Lublin. Je zat op het Panstwowe Gymnasium. Je trouwde met Jakub Rajs, die uit een familie van handelaren kwam. Samen met Jakub ging je een jaar naar België. Je studeerde technische studies aan de École Supérieure des Textiles in Verviers. In 1939 gingen jullie naar Polen terug en werden jullie ondergrondse verzetsstrijders. In 1942 gingen jullie van Lublin naar Warschau. Jakub en jij ontvluchtten het getto, terwijl jouw ouders daar achter bleven.

Jullie doken in Warschau onder en later in een bos boven Warschau. Jullie werden verraden door een Poolse verbindingsofficier, waardoor jullie door de Gestapo zijn gearresteerd en gemarteld. Jullie werden naar de gevangenis van Nowy Dwor gebracht, waar jij de executie van Jakub moest aanschouwen. Daarna werd je tot maart 1945 in de gevangenis in Plonsk gestopt. Je bent door de Russen bevrijd en je ging te voet naar Lublin terug. Jouw ouders zijn in de concentratiekampen vermoord. Tot midden 1946 studeerde je theater aan de Studio Dramatyczne. Daarna verhuisde je naar Frankrijk. Tot 1947 was je een wiskunde-lerares in een Joods weeshuis nabij Parijs, in Rueil-Malmaison.

In januari 1948 hertrouwde je met Aron Langfus (1911 - 1995). Hij was in Praag geboren en hij studeerde aan het Polytechnische Instituut in Praag. Hij was een ingenieur en in mei 1948 werd jullie dochter Maria geboren. Je deed een schrijfcursus, waarbij je werd aangemoedigd om voor het theater te gaan schrijven. In de jaren vijftig ging je in het Frans schrijven. Jouw eerste toneelstuk 'Les Lepreux' werd nooit gepubliceerd, maar wel in 1956 uitgevoerd. Al jouw romans gaan over de oorlogservaringen, de vernietigingen en het verlies tijdens en na de Holocaust. Je vermengde autobiografische gegevens met fictie.

In 1960 verscheen jouw debuutroman 'Le Sel et le Soufre' bij Éditions Gallimard. Hiervoor won je de Prix Charles Veillon. Het gaat over de oorlogsjaren in Polen, de vernietiging van het getto van Lublin, de vroege ontkenningen van de Joden van het dreigende noodlot, de Duitse wreedheden en het meedoen van Joodse ambtenaren aan de deportatie van andere Joden. Je beschrijft de hoofdpersoon Maria (jij) als een overbeschermde, jonge vrouw, die vlucht in de slaap, de dromen, de ziekte en het zwerven door de straten. Je noemt de gevangenisstraf, de folteringen, het overlijden van jouw man, het kwaad van de antisemitische haat, de wreedheid van de mens onder de laag van beschaving en het wegvallen van de moraal en de humane waardigheid als een effect van de angst.

In 1962 verscheen jouw roman 'Les bagages de Sable', waarvoor jij de Prix Goncourt kreeg. Je vervolgde het leven van Maria, die in Parijs haar vechtlust en de wil om te leven heeft verloren. Ze leeft met haar verloren dierbaren, gevoelloos in een schemerwereld en onverschillig voor de buitenwereld. Een oude man wordt verliefd op haar, wat ze zo laat en door de zelfdoding van een onbemind meisje vindt ze zichzelf een lafaard, die niet tussen leven en dood durft te kiezen. Wanneer de oude man ziek wordt, vraagt zijn vrouw haar om te verhuizen. Maria is terug in het volkomen niemandsland, balancerend tussen hoop en wanhoop.

In 1965 verscheen jouw laatste roman 'Bak, Barbara'. Het gaat over het onvermogen van een overlevende om het verleden los te laten en zich tot het leven te wenden. Michel is uit Duitsland ontsnapt, samen met een Duits kind, die hij heeft ontvoerd, omdat ze hem aan zijn verloren dochter Barbara doet denken. Het gaat opnieuw over iemand, die de Shoah overleefde en die niet in staat is om naar de wereld terug te keren. Te zwaar getraumatiseerd, te vervreemd en voorgoed losgeslagen. De zogenaamd normale wereld met zijn oppervlakkig-collectieve drijfveren is daar niet op ingesteld. Het beginnen van een nieuw leven is onmogelijk.

In de vroege jaren zestig verhuisde je naar Sarcelles. Op 12 mei 1966 kreeg jij een hartaanval. Je overleed in het hospitaal in Gonesse. Je was bezig met het schrijven van jouw vierde roman. Je werd 46 jaar.

Schrijver: Joanan Goddess Namaste, 27 april 2019


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 146



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)