Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een dichtersziel is nooit te onthoofden

(voor André Chénier (1762 - 1794))

Je bent geboren als André Marie Chénier op 30 oktober 1762 in de wijk Galata van Constantinopel, met de Galata-toren uit 1348, die Pierre Prévost gebruikte om een panorama te schilderen. Jouw vader Louis Chénier was 20 jaar een lakenhandelaar in de Levant en hij was daarna net zo belangrijk als een Franse consul. Jouw moeder Élisabeth Santi-Lomaca was van Griekse afkomst. Haar zus was de oma van president Adolphe Thiers. Op jouw derde jaar keerde jouw vader met zijn gezin naar Frankrijk terug. Jij was de derde zoon en Marie-Joseph was de vierde zoon. Van 1768 tot 1775 was jouw vader consul-generaal van Frankrijk in Marokko. Het gezin bleef in Frankrijk. Jij woonde bij een tante in Carcassonne en in Parijs ging je naar het Collège de Navarre, in 1305 gesticht door koningin Joan I van Navarra. François Villon en Pierre de Ronsard hebben daar ook gestudeerd.

Jij was een uitstekende vertaler van de klassieke verzen. In 1783 diende je in een Frans regiment in Straatsburg, maar in datzelfde jaar was je alweer in Parijs terug. In de salon van jouw moeder ontmoette je de dichter Ponce Denis Écouchard, die gewelddadig tegen zijn vrouw was en die (maar niet daarom!) op 8 mei 1794 geguillotineerd werd, omdat hij de tabak met as en water vervalste. Je ontmoette ook de componist Jean-François Le Sueur, de schrijver Claude Joseph Dorat en de schilder Jacques-Louis David, een vriend van Maximilien Robespierre. In 1784 bezocht je Rome, Pompeii en Napels. Je maakte neoklassieke gedichten, idyllen, elegieën en pastorales. Je vermengde de klassieke mythologie met jouw persoonlijke emoties. In november 1787 ging je als secretaris van Anna-César, Chevalier de La Luzerne, mee naar Londen, waar je diep ongelukkig was.

Jouw jongere broer Marie-Joseph ontpopte zich als een succesvolle toneelschrijver en pamflettist en in 1790 was je terug bij jouw ouders in de Rue de Cléry in Parijs. Je schreef lyrische satires over de heersende, anarchistische sfeer en je publiceerde geregeld in het Journal de Paris, wat Robespierre ook las. Je sprak in de Club des Feuillants aan de Rue Saint-Honoré, geleid door de politici Antoine Barnave, Alexandre de Lameth en Adrien Duport. Antoine correspomndeerde met koningin Marie Antoinette over een constitutionele monarchie, wat tevens de reden was, dat hij door het Revolutionaire Tribunaal werd veroordeeld en op 29 november 1793 werd onthoofd. Hij werd 32 jaar. Jij schreef felle jamben tegen de radicale revolutionair/toneelschrijver Jean-Marie Collot d'Herbois, die in Lyon ruim 2000 executies liet uitvoeren, met ruim 100 priesters en nonnen. In maart 1795 werd hij naar Cayenne verbannen, waar hij op zijn 46-ste door de gele koorts overleed.

Tijdens de September Moorden van 2 tot 6 september 1792 zat jij veilig bij jouw familie in Normandië. Je schreef het gedicht 'Ode à Charlotte Corday' en je verdedigde koning Louis XVI, die op 21 januari 1793 werd onthoofd. Marie Antoinette werd op 16 oktober 1793 onthoofd. Jij schuilde op het Plateau de Satory in Versailles en je ging pas 's avonds op pad. Je was er eenzaam en je schreef o.a. 'Ode à Versailles', geïnspireerd door Mme Fanny Laurent Lecoulteux. Na bijna een jaar op jouw schuilplek werd je in het huis van Mme Pisa in Passy gearresteerd. Door agent Nicolas Guénot en nog een agent. In de gevangenis Saint-Lazare schreef je jamben tegen de stupide, wrede, valse heersers met hun gestolen machtsposities en regeringsbeleid. Je maakte jouw beroemdste gedicht 'Jeune Captive', geïnspireerd door jouw medegevangene, de schone edelvrouw Aimée de Coigny.

Tien dagen voor jouw overlijden schilderde jouw medegevangene Joseph-Benoît Suvée een portret van jou. Robespierre herinnerde zich jouw kritische gedichten in het Journal de Paris en hij veroordeelde jou tot de guillotine. Op 25 juli 1794 ben jij onthoofd en je werd 31 jaar. Je bent in de Cimetière de Picpus begraven. Op 27 juli 1794 werd prinses Marie Thérèse Françoise de Choiseul onthoofd. Zij werd 26 of 27 jaar. De politicus Louis Louchet liet Robespierre en enkele van zijn aanhangers arresteren. Ratten onder elkaar. Op 28 juli 1794 werd Robespierre onthoofd en eindigde zijn vervloekte schrikbewind. Hij werd 36 jaar. Louis Louchet pleegde op zijn 61-ste zelfdoding, mogelijk uit wroeging.

Schrijver: Joanan Rutgers, 20 november 2019


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 34



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)