Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Je wilde zielsgraag naar Jeannine terug

(voor Nicolas de Staël (1914 - 1955))

Je bent geboren als Nikolaj Vladimirovitsj Staël von Holstein op 5 januari 1914 in Sint-Petersburg. Jouw vader was de luitenant-generaal baron Vladimir Staël von Holstein, de laatste vice-gouverneur van de Petrus-en-Paulusvesting in Sint-Petersburg, in 1703 in opdracht van tsaar Peter de Grote gebouwd, als bescherming tegen de Zweedse marine. Het werd ook een beruchte gevangenis voor o.a. Fjodor Dostojevski, Maksim Gorki, de anarchist Michail Bakoenin, de schrijver/filosoof Nikolaj Tsjernysjevski en de theoretische anarchist Peter Kropotkin, die met de knappe en liefdevolle revolutionaire Sofja Grigorjevna Ananjeva-Rabinitsj trouwde.

Jouw moeder was Lubov Vladimirovna Berednikova. In 1919 moesten jullie vanwege de Russische Revolutie naar Polen emigreren. Jouw moeder was familie van de componist Alexandre Glazounov. Jouw ouders overleden in Polen en in 1922 ging jij met jouw zussen Marina en Olga naar de Russische familie De Fricero, naar Charlotte en Emmanuel in Brussel. Je ging naar het Jezuïetencollege van Saint-Michel in Etterbeek, waar je klassieke geesteswetenschappen studeerde. In 1931 ging je naar het Cardinal Mercier College in Braine-l'Alleud. Je smulde van de Franse literatuur en de schilderkunst in musea en galerieën, zoals van Constant Permeke, James Ensor en Pierre Paul Rubens. Je wilde ook een kunstschilder worden en in oktober 1933 ging je naar de Académie royale des beaux-arts de Bruxelles, samen met Henri van Haelen. Jouw nieuwe vriendin Madeleine Haupert liet jou de abstracte schilderkunst ontdekken.

In de Academie voor Schone Kunsten in Sint-Gilles kreeg je architectuurlessen van Charles Malcause en decoratielessen van de schilder Georges de Vlamynck, die al op 12-jarige leeftijd naar de Academie voor Schone Kunsten in Brugge ging. Je reisde door Europa en je ontdekte het werk van Cézanne, Matisse, Soutine en Braque. Met jouw vriend Benoît Gilsoul fietste je naar Madrid om met de literator/alchemist Emmanuel d'Hooghvorst naar Andalusië te gaan. In 1937 was je in Marrakech, waar je de schilderes Jeannine Guillou ontmoette, geboren op 17 mei 1909 in Concarneau. Ze was in 1928 met de Pool Olek Teslar getrouwd. Ze studeerde decoratieve kunsten in Nice, waar Olek haar leraar was. Hun zoon was de schrijver Antoine Tudal. Een kunstcriticus in Fez prees Jeannine's werk, terwijl jij nog steeds naar jouw eigen stijl zocht. Olek en Jeannine gingen scheiden en jij ging er met haar vandoor. In 1938 reisde je met haar naar Italië, o.a. naar Napels, Sorrento, Frascati, Paestum en Capri.

Je verbrak het contact met de familie De Fricero en je ging met Jeannine naar Parijs, eerst in een hotel op 147, rue d'Alesia en daarna op 124, rue du Cherche-Midi. Je ging korte tijd naar de Fernand Léger Academie en je vernietigde veel van jouw werken. In Luik verdiende je wat geld en in september 1939 ging je voor het Vreemdelingenlegioen werken. In 1942 voltooide je in Nice het schilderij 'Le Portrait de Jeannine'. In Nice woonden jullie in grote armoede. Je schilderde vele portretten van jouw diepbeminde Jeannine. Via jouw vriend Félix Aublet kwam je tussen de kunstenaars in Nice terecht. Die kunstenaars ontmoetten elkaar in de boekhandel Matarasso. Dat waren o.a. Sonia en Robert Delaunay, Jacques Prévert, Christine Boumeester, Francis Carco, Jean Arp en Alberto Magnelli. Op 22 februari 1942 werd jullie dochter Anne geboren.

In 1943, na drie jaar Nice, gingen jullie naar Parijs en woonden jullie in een tijdelijk onbewoond privé-hotel van Pierre Chareau. De waardering voor jouw kunst kwam langzaam op gang. Georges Braque toonde oprecht bewondering en jullie raakten goed bevriend met elkaar. Als gezin leden jullie honger. Jeannine verborg haar slechte gezondheid en zij ondersteunde jouw schilderwerk, wat daardoor meer succes ging oogsten. Op 27 februari 1946 overleed Jeannine, omdat het Baudelocque ziekenhuis, waar zij een abortus zou ondergaan, onrechtmatig gesloten was. Blijkbaar was het geen optie om naar een ander ziekenhuis te gaan. Jeannine werd 36 jaar. Je kwam deze mokerslag nooit te boven.

Enkele maanden na het overlijden van Jeannine trouwde je met de uitgeefster Françoise Chapouton (1925 - 2012), maar het verdriet om Jeannine had jou onherstelbaar verwoest. Je bleef ontroostbaar. Op 6 april 1947 werd jullie zoon Lawrence geboren, in 1948 Jerome en op 3 april 1954 Gustave. Vanaf 1953 was je op Jeanne Mathieu verliefd, een getrouwde vrouw, die nabij Nice woonde. Je huurde een appartement in Antibes om dichter bij haar te zijn. Je maakte naaktschilderijen van haar, zoals 'Nu couché (Nu)' uit 1954, wat in 2011 voor ruim 7 miljoen euro is verkocht. In de herfst van 1953 ben je van Françoise gescheiden. Je sloeg op drift en in de laatste maand van jouw leven maakte je 350 schilderijen. In Parijs ging je in het Théâtre Marigny naar twee concerten en naar een lezing van Pierre Boulez. Terug in Antibes schilderde je 'Le Concert'. Jeanne deed zeer afstandelijk en bij een laatste afspraak kwam ze niet opdagen. Op 15 maart 1955 gaf jij alle brieven van Jeanne aan haar man en zei je: 'Jij hebt gewonnen!'.

Diezelfde dag deed je een mislukte poging tot zelfdoding door een hoop barbituraten te nemen. Op 16 maart 1955 schreef je nog een brief aan de kunsthandelaar Jacques Dubourg met als laatste woorden 'Ik heb niet de kracht om mijn schilderijen te voltooien. Bedankt voor alles wat je voor me hebt gedaan. Met heel mijn hart. Nicolas'. Jouw laatste brief was voor de 13-jarige Anne. Je hebt jezelf vanaf het terras boven op jouw huis/atelier in Antibes naar beneden gegooid. Je werd 41 jaar en je bent bij Jeannine begraven, in de Cimetière de Montrouge.

Schrijver: Joanan Rutgers, 25 februari 2020


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 34



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)