Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Enkele literaire en muzikale invloeden van Jotie T'Hooft

In 1981 verscheen 'Verzamelde Gedichten' van Jotie T'Hooft (9 mei 1956 - 6 oktober 1977) bij uitgeverij Manteau, zijn uitgeverij. De samenstelling en de selectie gebeurde door de dichter Filip Denijs, onder zijn pseudoniem Fil Hantko. Deze mysterieuze dichter zal nu tussen de 65 en 70 jaar zijn, schat ik. Hij was redacteur van het Leuvense, literaire tijdschrift 'Verbazing' en in het najaar van 1976 won hij de poëzieprijs van het literaire tijdschrift 'Filter'. Julien Weverbergh, destijds de uitgever van Manteau, zal Filip de opdracht tot het samenstellen van Jotie's Verzamelde Gedichten hebben gegeven. Onlangs zat ik er weer eens wat in te lezen en viel het mij op, dat Jotie zoveel citaten van schrijvers, bands en zangers gebruikt. Ik weet dat hij daar persoonlijk flink door geraakt is en dat hij dat met de lezers wil delen. Het is nooit eerder bij mij opgekomen om na te gaan wie en wat hij bedoelde. Ik bedoel, ik heb het nooit gebruikt om wat dieper te gaan spitten. Een deel kende ik wel, maar sommige citaten vroegen om een nadere beschouwing en dat is dan ook precies wat ik de afgelopen elf beschouwingen en de hierop volgende vijf beschouwingen heb gedaan. Hier volgen 21 citaten, waarvan er 16 aan 16 beschouwingen gekoppeld zijn. Indien Jotie in de tijd van Paul Verlaine had geleefd, dan was hij zeker aan de lijst van poète maudits toegevoegd.

1. 'Ben je dronken?'
'Nee.'
'High van het een of ander?'
'Misselijk.'
'Welke drugs heb je ingenomen?'
'Ik kon de juiste niet vinden,' zei hij en hij bedoelde dat hij de deur had willen sluiten waardoor zijn dromen kwamen,
maar dat geen van de sleutels op het slot had gepast.

Dit is een citaat uit 'The Lathe of Heaven' van Ursula Le Guin, de eerste beschouwing, die ik in dit project maakte. Het staat op pagina 44 in de bundel 'Junkieverdriet' uit 1976. Jotie las als kind veel stripboeken en ik kan mij zo voorstellen, dat de overgang naar science fiction vloeiend was. De zin 'Ik kon de juiste niet vinden' was op zijn lijf geschreven.

2. Alexander Trocchi wordt genoemd bij het gedicht 'Lenny Bruce stelt vast:', in deze voetnoot: 'tevens uit naam van Brian Wilson, Alex Trochi, Keith Richard, Jimi Hendrix, Jotie Dooft etc.). Het is opmerkelijk dat hij zichzelf in dit rijtje schaart, alhoewel heroïne de lijmstof is. 'Dooft' schreef hij wel vaker en vond hij een hypochondrisch-macabere vondst, waarmee hij zichzelf negatief bezweerde.

3. 'I'm afraid to follow my flesh over those narrow wide hard soft female beds, but I do.' komt uit een gedicht van Bob Kaufman en staat op pagina 33 van Jotie's debuutdichtbundel 'Schreeuwlandschap'. Daaronder staat 'Voor Ingrid W.'. Ingrid Weverbergh, zijn vrouw sinds drie maanden en de destijds werkelijk betoverend schone dochter van Julien, zijn uitgever. Wat de dichter Kaufman met de dichter T'Hooft deelde, is natuurlijk weer de drugsverslaving en het verschoppeling zijn. Verder het door de politie opgejaagd worden, als zogenaamde loser veroordeeld en mishandeld worden. Plus het stigma van de ex-psychiatrische patiënt.

4. 'Don't Cry
- the best gesture of my brain is less than
your eyelids flutter which says

we are for each other: then
laugh, leaning back in my arms
for life's not a paragraph

And death I think is no parenthesis.'

Dit is een poëtisch citaat uit het gedicht 'Since feeling is first' van Edward Estlin (e.e.) Cummings. Uit 'Schreeuwlandschap'. Daaronder staat 'Voor Erik T'Hooft, mijn oom.'. Jotie was best wel behoorlijk familiair gezind en door het overlijden van zijn grootouders extra sterk versomberd. Van nature was hij al zwaar depressief van aard en hij koesterde een obsessie voor Thanatos, maar tevens voor Eros, zoals uit zijn poëzie ruimschoots en meesterlijk openhartig en vernieuwend blijkt. Bij Cummings zie ik niet veel overeenkomsten met zijn biografie.

5. Het gedicht 'Een kamerfilosoof' is opgedragen aan de dichter Herwig Hensen. Het is een niet geheel geslaagd gedicht, een beetje een roepende in de woestijn zonder oasen en zelfs zonder fata morgana's. Ik krijg het gevoel dat Jotie hiermee Herwig de les wil lezen, een soort van literaire vadermoord, een afrekening met de oubollige, benauwde ploeteraars, die aan hem vooraf gingen. De zin 'Zo zit dat, nu weet u meteen ook wat zich afspeelt tussen eicel en geraamte' is wel heel erg arrogant en zelfverzekerd van Jotie, alsof hij alleen de waarheid in pacht heeft, terwijl zijn natuurlijke, zwaar verpeste verloop niet echt een reden is om zichzelf publiekelijk op de borst te kloppen, laat staan boven oudere collega-dichters uit te stijgen.

6. 'Wij leven wachtend naar een oogwenk licht, als alles verwaait - en wij in wie wij waren weer verdwalen.' komt uit het gedicht 'Kuur 1' van Jacob Groot. Dat gedicht heb ik niet kunnen achterhalen. Het staat in de bundel 'Junkieverdriet' uit 1976. Ik koos voor het gedicht 'Eerste liefde', omdat ik iets van Jotie's liefdesgedichten erin weerspiegeld zie, iets, want Jotie's erotisch krachtdadige en heldere liefdesgedichten zijn stukken beter en niet zo soft-vaag als die van vader Jacob. Al schreef Jacob wel grof-eerlijk over seksualiteit in zijn prozawerk. De titel 'Kuur 1' verwijst natuurlijk naar het gedicht 'In het gedicht' van Jotie, waarin hij hemeltergend en hartverscheurend over zijn verblijf in een psychiatrische kliniek schrijft. Neem bijvoorbeeld de zin: 'Er zijn momenten waarop ik eeuwenlang mijmerend volmaakt gelukkig ben: wanneer ik dan mijn handen op de aarde leg zijn het kleine handen.'.

7. 'Heilige Carmody' sprak de Prijs sarcastisch. 'Niet meer dan een haarbreedte scheidt jou van je dood! En wat wil je met dat
armzalige ogenblik doen?'
'Doorgaan met ademhalen' zei Carmody. 'Daar zijn ogenblikken voor.'

Dit citaat komt uit 'Dierbaar Doolhof' van Robert Sheckley. In de bijbehorende beschouwing ga ik daar dieper op in. Het kan er op duiden, dat Jotie veelal in de overtuiging leefde, dat hij ieder ogenblik kon gaan hemelen, gezien zijn levensgevaarlijke Russische roulette spel met de harddrugs. Het lijkt een komisch citaat, maar daarachter schuilt een bittere ernst. Het toont ook een zekere onverschilligheid ten aanzien van de dood. Of juist een zeer wijs, geruststellend en evenwichtig inzicht.

8. 'She is too much for my or anybody's mirror.' is uit een song van Don Van Vliet. Het staat als eerste citaat in de bundel 'Poezebeest', naast het gedicht 'Liefde en ellende'. Jotie had iets met spiegels. Hij bekeek zichzelf duidelijk vaak en graag. Ook omdat hij zichzelf opmaakte met een zwart oogpotlood en lichte mascara. Hij raakte in verval en tevens had hij een gruwelijke hekel aan zijn fysieke verval. Hij wilde zijn jeugdige schoonheid het liefste bewaren, maar de drugs hebben daar geen rekening mee gehouden. Net als Don Van Vliet gebruikte hij LSD en kende hij de schijn van de gelukzalige waanbeelden van dat middel. Ik vraag me dan ook af of hij 'Onechte paradijzen' van Charles Baudelaire wel heeft gelezen, ik betwijfel dat ten zeerste, daar hij liever zelfbevestiging zocht in andere minstrelen.

9. '('Maar de vrienden zullen u verlaten, en de liefde vlucht...!)' komt uit een gedicht van Jan Engelman, wat ik vooralsnog niet heb kunnen achterhalen. Het is wederom typerend voor de slachtofferrol innemende en zichzelf bevestigende Jotie inzake zijn wanhopige toestand. Zijn drugsvrienden waren per definitie onbetrouwbaar en ze verlieten hem ook inderdaad. Dat de liefde wegvlucht, kan ook een mooie zelfbevestiging zijn geweest, daar zijn kersverse vrouw Ingrid er wel degelijk vandoor ging, toen hij haar daartoe aanzette met agressiebuien en geweld. In wezen heeft hij de liefde, zijn geliefde, laten vluchten. Hij regisseerde zijn eigen tragedie.

10. 'the poet sharps his pen but the soldier lifts his sword.' is een zin uit het album 'Thick as a Brick' van Ian Anderson. Het komt uit het lied 'The Poet and the Painter'. Overigens is het verkeerd geciteerd, want 'sharps his pen' staat nergens bij Anderson en 'but' moet 'while' zijn. Ik verwijs naar mijn beschouwing over Ian Anderson. Jotie was al net zo'n slordig schrijvende dichter als Jan-Jacob Slauerhoff. Verder doet het citaat mij denken aan 'I am a writer, not a fighter' van Bob Dylan. Jotie was een ontzettend zachtaardige en aimabele jongeman, als hij geen bad trip had, en hij was in principe pacifistisch. Hij was een diepgevoelige minstreel met een hart van goud. Hoogbegaafd en supersensitief. Ik denk aan 'Het drama van het begaafde kind' van Alice Miller.

11. Bij 'De laatste gedichten' wordt Kraftwerk geciteerd: 'I don't have any reasons, I left them all behind, I'm in a New York state of mind'. Althans dat zou je denken, dat dit citaat van Kraftwerk is, maar het is in feite van niemand minder dan Billy Joel, van zijn album 'Turnstiles' uit mei 1976. Kraftwerk werd al eerder geciteerd met het citaat 'The artist is living in the mirror with the echoes of himself. (Ralf & Florian)'. Als eerste citaat in de bundel 'Ikris Technank'. Dit is zeker van Kraftwerk en komt uit hun beroemde song 'The Hall of Mirrors' van het album 'Trans-Europe Express', wat op 1 maart 1977 verscheen. Enkele maanden voor Jotie's overlijden. Dat duidt allemaal ook enigszins op haastwerk en een stressvolle paniek. Maar desalniettemin blijft het hoogst intrigerend en het onderzoek meer dan waard.

12. De dichtbundel 'Poezebeest' begint met dit citaat uit het gedicht 'Locutions des Pierrots' van de dichter Jules Laforgue:

'Je ne suis qu'un viveur lunaire
Qui fait des ronds dans les bassins
Et cela sans autre dessein
Que de devenir légendaire'

Naast dit citaat staat 'Voor Ingrid W.'. Alsof een Neanderthaler het met dikke letters in een grotwand heeft gebeiteld. Jotie was wel degelijk op de hoogte van de vrouwelijke maanmagie en de WICCA-hekserij. Hij vergeleek zichzelf dus graag met de maan, het zinnebeeld voor het Vrouwelijke. Het vroege overlijden van Jules moet hem ook geraakt hebben, al behoort Jules tot de legendarische lijst van beroemde 27-jarige overledenen en is tuberculose wel iets anders dan een harddrugsverslaving. Als Jotie zes jaar langer of liever nog langer had geleefd, was er nog veel moois uit zijn dichtader komen stromen. Want met die overdosis cocaïne in zijn bloedbaan dichtte hij ook meteen voorgoed zijn gouden dichtader.

13. Op pagina 250 van de 'Verzamelde Gedichten' staat: 'love is just a word I've heard when things are being said.', een citaat uit de song 'Long Ago And Far' van James Taylor. Het staat naast het gedicht 'Made in Japan', met als laatste strofe 'Zo staan in mij de beelden stil die ik in mijn taaiste netten ving en die mij, als ik je marmerlichaam streel soms plots verlammen, stremmen in de keel en in mijn handen op je overal geopend lijf. Dan helpt geen liegen meer, dan ga ik dood.'. Bij Jotie wordt alles leeg en verdwijnt alles, Thanatos triomfeert over Eros, de doodsdrift over de levensdrift. Zijn kernprobleem is het wrange feit, dat hij slecht geïncarneerd is en nog slechter weet te incarneren. Heroïne werkt natuurlijk excarnerend. James Taylor was ook aan de heroïne verslaafd en hij zat net als Jotie in een psychiatrische inrichting. Dat was de herkenning. In hoeverre kon Jotie de liefde nog binnen laten en in hoeverre hield hij nog van zichzelf? Ook in Taylor zocht hij een bondgenoot, die net zo depressief en wanhopig als hem was. Net zo gevangen in de blinde overtuiging dat het aardse leven één kille, liefdeloze bende is.

14. Het eerste citaat in de bundel 'Junkieverdriet' luidt 'Though the world is my oyster it's only a shell full of memories ('A song for Europe' Brian Ferry)'. Op pagina 204 in de 'Verzamelde Gedichten' staat 'There's no today for us, nothing is there for us to share but yesterday' (Brian Ferry)'. Beide citaten komen uit het lied 'A Song for Europe' van het Roxy Music album 'Stranded'. Jotie was net als Bryan Ferry een knappe verschijning, die dol op aantrekkelijke jongedames is en zij op hem. De melancholische stem van Bryan komt overeen met het diepgewortelde spleen van Jotie. Bryan's stem is ijl en neerslachtig. Hij flirt met zwart-romantische thema's. Zijn weemoedige stem weerklinkt als het ware in een gigantische, lege kathedraal. Zijn zwoele Weltschmerz-stem opent imaginaire deuren naar de absolute zinloosheid. Sterker nog, Bryan laat een tragische, suïcidale ondertoon weerklinken. De fijngevoelige Jotie heeft dat haarfijn aangevoeld. Op 6 december 1973 ging de 17-jarige Jotie naar een concert van Roxy Music, met de Leo Sayer Band in het voorprogramma. Dat was in het Ciné Marni te Brussel. In zijn herinneringsalbum staat een foto van hem, waarop hij eenzaam en verloren in de hoek van een stationsbank zit/ligt. Daaronder schreef hij: 'Na het konsert (2 u. 's nachts) Gare du Nord'. Naast de foto plakte hij het scheermesje, waarmee hij de vorige maand had geprobeerd om zelfdoding te plegen. Hij schreef er alleen 'Hiermee...' bij.

15. Op pagina 204 van de 'Verzamelde gedichten' staat dit: 'Our reasons are lost in our selves' (Palmer)'. Deze Palmer zal de drummer Carl Palmer niet zijn, dus gok ik op de zanger Robert Palmer (1949 - 2003). Ik heb de zin niet in één van zijn songs terug gevonden, maar het kan ook een uitspraak van hem zijn geweest. Jotie heeft in ieder geval Palmer's eerste drie solo-albums meegemaakt. Palmer was dol op Playboy-dames, net als Jotie, want die las en bekeek de Playboy. Palmer's album 'Pressure Drop' zal zeker in de Playboy aangekondigd zijn, daar de Playmate van de Maand Denise Michele op de cover staat.

16. Op pagina 44 van de bundel 'Junkieverdriet' staat dit:

'Wrap your troubles in dreams and send them all away: put them in a bottle and across the sea they'll stay.' (Uit 'Wrap your troubles in dreams' Nico)'. Dit refrein uit het genoemde lied staat op het album 'Chelsea Girl' van Nico, verschenen in oktober 1967. Het is haar debuutalbum. Haar volgende albums 'The Marble Index' en 'Desertshore' zal Jotie ook gekend hebben. Nico gebruikte net als Jotie psychedelische drugs, zoals LSD en cannabis. De grootste overeenkomst tussen Nico en Jotie is natuurlijk het heroïnegebruik. Blijkbaar dachten zij met heroïne hun problemen te kunnen oplossen, maar dat is voorzeker een illusie. Een keiharde verdoving en een zee van spectaculaire nepdromen houdt je er wel mee in stand, maar het fysieke offer is vele malen groter. Overigens is de tekst van Lou Reed, eveneens een groot heroïnegebruiker. Dat zal Jotie geweten hebben.

17. Op pagina 26 van 'Junkieverdriet' staat dit: Voor Sjors 'Yvan Dorenne' Vandoren

'Le hazard est curieux, il provoque les choses et le destin pressé, un instant prend la pose...' (Uit 'Je n'ai rien oublié' Charles Aznavour)'. De 'z' van 'hazard' moet een 's' zijn en 'la pose' moet 'la pause' zijn. Vrij vertaald staat er: Het toeval is merkwaardig, het doet sommige dingen en het lot voor een ogenblik pauzeren. Het komt uit het lied 'Non Je N'ai Rien Oublie' van het gelijknamige album uit april 1971.

18. Onder Aznavour's citaat van hierboven staat het volgende:

Ic wil leve(n) en ick moet sterve(n)
wes ic heb moet ic derven
Wil moet ic over gheve(n)
die ic wel soe mach ic leven
Huden te leven - morgen doet
hebt dat voer oghen - dat is wijsheit groet
Neemt exempel. Anno 1513
(Tekst op het portret van Dirc Bakenes,
Frans Hals-museum, Haarlem)

De koopman Dirck van Bakenes liet een grote erfenis na, waarmee zijn weduwe en hun twee zonen in 1395 het Hofje van Bakenes lieten bouwen. Er konden 20 vrouwen van boven de 60 wonen. Tegenwoordig 12 vrouwen. Frans Hals schilderde een triest portret van Dirck, die een zwarte hoed draagt. Het gaat vooral om de tekst, een nogal magere galm uit het verre verleden, een lullige tegeltjeswijsheid. Ik vermoed, dat Jotie met name de beginzin fascinerend vond. Specifiek 'ick moet sterve(n)', wat helemaal in zijn straatje te pas kwam. Alsof er geen houden meer aan was, als een gedoemde dichter, wat hij tenslotte wel was.

19. Op pagina 114 van de 'Verzamelde Gedichten' staat:

'I can hear the river call: no return! no return!' (Marilyn Monroe - 'The river of no return')

Dit lied komt uit de westernfilm 'River of No Return' uit 1954. Marilyn zingt het aan het einde van de film, die een happy end heeft. Jotie las deze zin vanuit zijn suïcidale inborst en brein. Zo van, er is geen weg terug naar het leven, de levensrivier leidt onherroepelijk naar de zelfverkozen dood. Verder associeerde hij Marilyn met haar zelfdoding op 5 augustus 1962. Ze nam een overdosis slaapmiddelen, vooral pentobarbital. Ze werd 36 jaar en het kan ook zijn, dat zij inderdaad vermoord is door Bobby Kennedy, zijn zwager Peter Lawford en haar psychiater Ralph Greenson, die haar een dodelijke injectie met pentobarbital in haar hart zou hebben gegeven. Hoe dan ook, pentobarbital was de doodsoorzaak. Jotie heeft zichzelf vereenzelvigd met haar zelfdoding als ongelukkige en afgewezen, met name door John F. Kennedy, en als sexsymbool aanbeden filmster.

20. Op pagina 10 uit de 'Verzamelde Gedichten', in de bundel 'Schreeuwlandschap' staat:

'Nee meneer' zei de heer Bommel vastberaden 'een Bommel gaat zijn eigen eenzame weg.' (Uit: 'Bommel en de Doorluchtigheid'. Marten Toonder)

voor Nadine van den H.

'Bommel en de Doorluchtigheid' verscheen van 12 maart tot 24 juli 1974. Het centrale thema is: milieuvervuiling door industrialisatie en koolmonoxide. Marten Toonder was zelf van 1935 tot 1990 gelukkig getrouwd met Afine Kornélie Dik, met wie hij twee zonen kreeg en twee dochters adopteerde. Jotie's verbondenheid met deze Bommel-uitspraak is duidelijk. Lees dus gerust 'Een T'Hooft gaat zijn eigen, eenzame weg.'.

21. En dit is meteen het laatste citaat, wat ik bij de gedichten van Jotie T'Hooft heb gevonden, het komt uit één van de grote, leugenachtige sprookjesboeken, die door nare, slechte, liefdeloze, goddeloze, tirannieke, misleidende, hypocriete, geestvernauwende , vastgeroeste en onverlichte mensen zijn geschreven:

'En stel voor hen de gelijkenis van het nabije leven. Het is als water dat Wij uit de Hemel nederzenden, waardoor het gewas der aarde gedijt. Dan wordt het weder dorre afval, welke de winden wegvagen.' (De Koran. Sura 18, vers 43.)

Het betreft niet vers 43, maar vers 45 en het citaat is incompleet, want hij heeft de laatste zin 'God heeft macht over alle dingen' weggelaten. Sura of soera = een hoofdstuk met meerdere verzen. Vers = aya of in het meervoud ayat. Dit citaat komt uit sura 18 De Spelonk. Het gaat over enkele mannen, die ergens in slaap vielen en ze wisten niet hoelang. Het is een fabelachtige legende, net als de 'Zevenslapers van Efeze'. Ze sliepen 200 à 300 jaar en zelf dachten ze dat ze 1 dag sliepen. In sura 18, vers 43 staat 'En hij had geen leger om hem tegen God te helpen, noch kon hij zich verdedigen'. Stel dat Jotie dit bedoelde. Het gepubliceerde citaat handelt over de vergankelijkheid en nietigheid van het leven en dat al het leven in de macht van God is. Over zwartgallig doemdenken en kleingeestige angstkwekerij gesproken. Wij zijn tenminste die Wij en zeker niet angstvallig onderdanig aan God. Zo gaan Wij niet met elkaar om. Het citaat staat naast het gedicht 'Een doodshoofd', waarin Jotie zijn vergankelijkheid bezweert. Het citaat zou door de aartsengel Djibriel (Gabriël) aan Mohammed gedicteerd zijn. Nou, ik denk dat Gabriël wel wat anders te doen had, dan de mensheid zinloos bang te maken. Die legt nooit de nadruk op het korte, aardse, fysieke bestaan. Het citaat getuigt dan ook van weinig vergeestelijking. De laatste zin van 'Een doodshoofd' luidt: 'Toch rest mij nog de stille hoop eens als schedel vriend te zijn van anderen als wanhoop hen bevriest.'. Jotie was door wanhoop bevroren en hij snakte naar echte vriendschap. Hij offert zelfs zijn leven daarvoor op, zeg maar. Hij zocht naar geestelijke vriendschap op een eeuwig zielsniveau. Hij koesterde een echte schedel, die zijn vrouw Ingrid Weverbergh cadeau had gekregen. Hij heeft zich op een fatale wijze met die schedel geïdentificeerd. Hij leed aan soulloss door al die excarnerende harddrugs. Alleen een heel goede sjamaan had zijn ziel terug kunnen halen. (-)

Schrijver: Joanan Rutgers, 18 april 2020


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 78



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)