Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Wreed gemangeld door Paul Verlaine en Arthur Rimbaud

(voor Mathilde Mauté (1853 - 1914))

Je bent geboren als Mathilde Sophie Marie Mauté op 17 april 1853 in Nogent-le-Rotrou, waar het oude Château Saint-Jean uit 1040 staat. De dichter Rémy Belleau (1528 - 1577) van de Pléiade is er ook geboren. Hij was de eerste Franse vertaler van Sappho. Jouw ouders waren de rentenier Theodore Jean Mauté en Antoinette-Flore Chariat, een pianolerares. Ze was de weduwe van Pierre Louis Sivry en jouw halfbroer was de componist/dirigent/muzikant Charles Sivry (1848 - 16 januari 1900). Op uitnodiging van haar schoonmoeder Rosalie Maugar, getrouwd met Jean René Mauté, is jouw moeder in Nogent-le-Rotrou van jou bevallen. In 1857 verhuisden jullie van de Rue Miromesnil naar de Rue Suresnes in Parijs, een groot appartement, waar jouw moeder muziekavonden hield. In 1859 werd jouw zus Alice Marguerite geboren. Jouw opa was in 1851 overleden en jouw oma in 1860 in Nogent-le-Rotrou. Hun huis werd verkocht. Jouw vader kocht toen het huis op 14, rue Nicolet in Montmartre. Jouw andere oma was Sophie Leroy.

Jullie bezochten vaak Château Reynel, omdat jouw moeder een vertrouwelinge van de Hertog van Rohan Henri Charles Louis de Beurges en zijn vrouw Alexandrine de Rohan-Chabot was. Hun dochter Osine de Beurges (1853 - 1877) was jouw jeugdvriendin. Jouw moeder was verwant met Richard Wagner en zijn vrouw, de actrice Minna Planer. Jouw halfbroer Charles nam jouw moeder en jou mee naar de salon van de dichteres Nina de Callias op 17, Rue Chaptal. Daar heb je Paul Verlaine voor het eerst ontmoet. Voorts ontmoette je hem bij de beeldhouwster Madame Léon Bertaux. Paul over jou: 'In een grijze en groene jurk met bijenkorven'. Toen je Paul vertelde, dat jij enkele gedichten van hem 'bijzonder leuk' vond, ontdooide hij en was hij meteen niet lelijk meer. Paul woonde enkele jaren bij zijn oom in Fampoux, waar jouw halfbroer Charles hem bezocht en hem zei, dat hij geduld moest hebben als hij met jou wilde trouwen, want je was pas 16 jaar. In 1870 publiceerde Paul de dichtbundel 'La Bonne Chanson', 21 gedichten, die hij voor jou had geschreven. Hij noemde jou Mathilde Mauté de Fleurville om jouw vermeende, adellijke afkomst te benadrukken. Paul was alle avonden en de zondagen bij jou.

Voor het huwelijk kregen jouw moeder en jij de pokken en vluchtte Paul een tijd naar Moissy. Drie dagen voor het huwelijk was Paul op de begrafenis van zijn vriend Lambert de Roissy, die zelfdoding pleegde om een verloren minnares. Op 11 augustus 1870 ben jij met Paul in de Notre-Dame-de-Clignancourt getrouwd. Jij was 17 jaar. Paul 26 jaar. Jouw getuigen waren de schrijver/librettist Paul-Henri Foucher, een vriend van jouw vader, en de oriëntalist Louis-Pierre-Eugène Sédillot. Paul's getuigen waren de dichter/toneelschrijver Léon Valade en de onsympathieke monsieur Istace, een vriend van jouw schoonmoeder. De lerares/vrijmetselaar Louise Michel, een vriendin van jouw familie, schreef een ontroerend gedicht voor jou. Paul noemde haar de 'Rode Maagd'. Jullie woonden eerst nog bij jouw ouders. Na 14 maanden gingen jullie naar een ruim appartement op de hoek van de Rue du Cardinal-Lemoine en de Quai de la Tournelle, met een groot balkon aan de Seine. Dit was tegenover het stadhuis, waar Paul werkte. Tijdens het beleg van Parijs ging de familie Mauté naar de Boulevard Saint-Germain, behalve jouw vader, die een gewondenpost creëerde. Paul werd bij de Nationale Garde van Parijs gevoegd, maar hij verweerde zich, waardoor hij twee dagen in de gevangenis zat, waar jullie erg om gelachen hebben. Jij ging naar jouw moeder in Batignolles.

In maart 1871 overleed jouw oma Sophie Leroy. Charles kwam een tijd bij jullie wonen en Paul maakte denigrerende opmerkingen tegen jou. Zijn drankzucht verergerde. Jij ging dwars door het oorlogsgebied om de moeder van Paul te waarschuwen en mee te nemen. Jij moest bij jouw vader schuilen en pas na drie dagen was je terug bij Paul, waar jouw schoonmoeder inmiddels ook was, dankzij Emma Comiot, de geliefde van Charles. De Rue de Clignancourt lag vol met lijken. In juni 1871 gingen jullie drie maanden naar Paul's oom en tante in Fampoux. Het stadhuis werd door brand verwoest en Paul heeft zijn baan opgezegd. Na de oorlog keerden jullie naar jullie huizen terug. Paul deed min over het eten van paardevlees, wat jij bereidde. Hij begon jou te slaan. In september 1871 woonden jullie weer bij jouw ouders en ontving Paul zijn eerste brief van Arthur Rimbaud, die net zo oud als jou was. Jouw vader was weg en Arthur kwam drie weken logeren. Paul liet hem met zijn vrienden kennis maken en zij waren vaak niet meer bij de diners aanwezig. Arthur kreeg daarna o.a. onderdak bij Charles Cros, André Gill, Ernest Cabaner en Theodore de Banville.

Op 23 oktober 1871, acht dagen voor jouw bevalling, is Paul zeer gewelddadig tegen jou. Hij gooide jou tegen het bed, omdat jij zei, dat Arthur 'niet erg delicaat is'. Arthur Stal boeken en na lezing verkocht hij ze. Emma beviel, maar het kind overleed. Op 30 oktober 1871 werd Georges Auguste Verlaine geboren. Jullie woonden inmiddels in het kleine huis op 15, rue Nicolet. Rond middernacht kwam Paul thuis, die Georges en jou kuste en daarna in de kamer naast jou ging slapen. Vier dagen later kwam hij om 2 uur 's nachts dronken thuis en ging hij gekleed naast jou liggen. De volgende avond ging hij met 'Mademoiselle Rimbaud' naar het Théâtre-Français. De dag daarna kwam hij om 3 uur 's nachts thuis en was hij stomdronken. Hij schreeuwde, dat hij Georges en jou wilde vermoorden, omdat hij zichzelf door jullie gegijzeld voelde. De volgende ochtend deed hij poeslief en huilde hij, hij kuste jouw handen en hij zei dat het door de drank kwam. Jouw schoonmoeder probeerde Paul weer op het stadhuis te krijgen, maar tevergeefs. In januari 1872 gooide Paul Georges tegen een muur en hij verliet het huis. Georges mankeerde gelukkig niets. Paul heeft Georges zelfs een keer met geweld naar zijn moeder gebracht. Jouw vader ging met jou zes weken naar Périgueux om uit te rusten van Paul's gewelddadige dronkenschappen. Jouw moeder zweeg over jouw verblijfplaats, al kon Paul jou wel schrijven.

Jij begreep dat Arthur een slechte invloed op Paul had, maar hij wilde Arthur niet loslaten. De advocaat van jouw vader vroeg de scheiding aan en Paul kreeg een dagvaarding voor mishandelingen en ernstige beledigingen. Paul werkte een paar dagen voor de Lloyd verzekeringsmaatschappij, maar de absint kreeg hem weer te pakken. Paul vluchtte naar Brussel. Op 22 juli 1872 ging jij samen met jouw moeder naar Brussel om Paul op te halen in het Luikse Hotel, maar Paul is alweer hevig in de ban van Arthur, die hij weer gezien heeft. Hij ging dronken mee de trein in, waarin hij een kip at en in slaap viel. Bij de grens naar Frankrijk stapte Paul uit en keerde hij terug naar Brussel. Jij hebt hem nooit terug gezien. Zijn fatale liefde voor Arthur en de absint sleurden hem mee. Absint is nu eventueel een geneesmiddel aangaande Covid-19, met name de planten dan, Artemisia absintium en Artemisia pontica L. Op 6 mei 1874 trouwden Charles en Emma. Op 22 mei 1885 was de scheiding van Paul officieel.

Vanaf 1879 tot zijn overlijden op 7 april 1883 door de tyfus was Lucien Letinois de geliefde van Paul. Lucien overleed in l'Hôpital de la Pitié in Parijs. Hij werd 23 jaar en hij is in Ivry-sur-Seine begraven. Hierna verzonk Paul nog meer in zijn alcoholisme, zwerverschap en vluchtige liaisons. Op 25 mei 1883 overleed jouw moeder. Op 22 juli 1884 overleed Nina de Callias in een kliniek te Vanves door alcoholvergiftiging en dementie. Zij werd 41 jaar. Op 30 oktober 1886 hertrouwde jij met de Belgische ingenieur/aannemer Auguste Delporte. Op 31 oktober 1887 overleed jouw vader en het huis aan de Rue Nicolet werd verkocht. In 1893 werd jullie zoon Felix Theodore Delporte geboren in Brussel. Felix overleed op 16 april 1918. Jullie dochter Suzanne overleed op 23 maart 1923. Jullie woonden eerst aan de Place de l'Étoile in Parijs en vanaf 1890 op de Avenue Louise in Brussel. Op 8 januari 1896 overleed Paul. Hij werd 51 jaar. Op 15 januari 1900 overleed jouw halfbroer Charles.

Eind 1900 verhuisden jullie naar Algiers, waar jij weer contact met Louise Michel onderhield. Op 12 mei 1905 scheidde jij van Felix, waarna jij in een pension op La Place Masséna in Nice ging wonen. Jij overleed op 13 november 1914 in Nice. Je werd 51 jaar en je bent in het familiegraf van Augusta Delporte-Malicorne begraven. In 1935 verscheen jouw 'Memoires de ma vie', waarmee je afrekende met het eenzijdige, vervalste beeld, dat Edmond Lepelletier van jou gaf in zijn Verlaine-biografie uit 1907, waarin hij Paul als ultiem slachtoffer opvoert. Zo schreef Lepelletier o.a.:

'Ze was geen romantisch meisje. Ze toonde al een zeer praktisch gezond verstand en een zeer evenwichtige, burgerlijke geest, waar ze later een sterk bewijs van gaf.'
'Ze deed niets om dicht bij hem te blijven, om de man te redden waar ze op viel. Na onverschillig geworden voor zijn projecten, zijn literaire talent, zijn ontluikende roem, beschouwde ze in hem alleen vulgaire gebreken. Ze had een grote verantwoordelijkheid in de wanorde van het ontregelde bestaan van de dichter. Hij moest overleven de schandalen, het geweld van de procedure, de kreten van haat, de lasterlijke aantijgingen en verbanden, erger dan dat, een tweede huwelijk.'
'Genezing (van de huwelijksband) was mogelijk, maar zij liet zich verplegen en ze kon of wilde deze sublieme medicatie niet ondernemen.'
'Mathilde Verlaine, die gebruik maakte van de relatie van haar man met Rimbaud, inclusief de nauwkeurige roddels die over de intimiteit van de twee vrienden worden gevoerd, had haar slaapkamerdeur gesloten. Één van de redenen voor scheiding was intimiteit met Rimbaud.'

Schrijver: Joanan Rutgers
28 augustus 2020


Geplaatst in de categorie: idool

5.0 met 10 stemmen 38



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)