Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Suïcidale depressie door maatschappelijke onderdrukking

(voor Sara Shagufta (1954 - 1984))

Jij bent geboren op 31 oktober 1954 in Gujranwala, Pakistan. Jouw familie was vanuit Punjab naar Karachi gegaan, toen India verdeeld werd. Jouw gezin was arm en ongeschoold. Jij had broers en zussen. Jij wilde graag de sociale ladder beklimmen, maar het lukte jou niet om tot de universiteit te worden toegelaten. Jij bent door jouw vader geregeld geslagen. Jouw vader verliet het gezin en hij hertrouwde. Jouw moeder deed thuiswerk, zoals het maken van bloemenslingers. Jullie hadden zelfs honger. Op jouw 17-de ben jij op een gewelddadige manier gedwongen om te trouwen. Jouw man was ook gewelddadig en hij sloeg jou geregeld in elkaar. Jouw pasgeboren baby, een zoon, overleed en jij kreeg daarvan de schuld. Door het verlies van jouw baby raakte jij diep verwond en dat werd nog eens verergerd door de ongevoelige houding van jouw man richting dit tragedie in jouw leven. Jij verbleef continu in en uit psychiatrische ziekenhuizen, maar jij bleef wel gedichten schrijven, in het Urdu en Punjabi. Jij hebt geprobeerd om jouw leven meerdere keren te beëindigen, maar jij werd gelukkig steeds op tijd gered door medische hulp.

Na de scheiding van jouw eerste man volgden er nog drie huwelijken, die slecht en mislukt waren. Jij kreeg drie kinderen en jij voerde een tevergeefse voogdijstrijd voor jouw kinderen. Jij werd gedwongen om van jouw kinderen te scheiden. Je had bevriende mannen en romantische contacten, wat voor de meeste Pakistanen not-done was. Jij werd gestigmatiseerd door de brave, aangepaste burgers. Jij leidde een intens, compromisloos en non-conformistisch leven. Jij was verliefd op ene Saeed Ahmed, die postuum jouw dichtbundels 'Aankhein' (Ogen) en 'Neend Ka Rang' (De kleur van de slaap) publiceerde. Jouw maatschappelijke positie was te vergelijken met de daklozen, sekswerkers, werklozen, drugsdealers en dagloners. Of als een queer. Na talloze affaires werd jij gebrandmerkt als corrupt en promiscue. Je werd vooral door jouw familie vervolgd. Zij vernietigden veel van jouw brieven en zij verstopten een enorm aantal ongepubliceerde gedichten. Jij rookte en dronk overmatig veel en jij was periodiek zwaar depressief. Jij werd door de Pakistaanse mannen van de literaire kringen/samenkomsten, het bastion van mannelijke privilege, vermeden en verstoten. Puur omdat jij je verzette tegen de patriarchale overheersing en de conventionele, conservatieve denkbeelden, ook van vrouwen.

Volgens jouw vriendin Amrita Pritam is jouw poëtische stijl sterk hetzelfde als die van Sylvia Plath. Jij schuwde conventies in jouw gedichten en in jouw persoonlijke leven. Amrita Pritam was geboren op 31 augustus 1919 in Gujranwala. Zij was het enige kind van de schoolleraar Raj Bibi en de dichteres Kartar Singh Hitkari. Op haar 11-de overleed haar moeder en op haar 16-de trouwde zij met de redacteur Pritam Singh en verscheen haar dichtbundeldebuut 'Amrit Lehran' (Onsterfelijke Golven). Er volgden 18 dichtbundels, 10 romans, 3 autobiografieën en 3 korte verhalenbundels. Samen met Pritam kreeg Amrita een zoon en een dochter, Navraj Kwatra en Kandlla. In 1960 scheidde ze van haar man. Ze was verliefd op de dichter Sahir Ludhianvi, maar hij niet op haar. Hij viel voor de playbackzangeres Sudha Malhotra. Amrita vond troost bij de schrijver/kunstenaar Imroz, met wie zij de laatste 40 jaar van haar leven samen leefde. Imroz ontwierp de meeste van haar boekomslagen en hij schilderde haar. In 1990 schreef Amrita 'Ek Thi Sara' (Daar was Sara) en in 1994 'Leven en Poëzie van Sara Shagufta'. Amrita overleed op 31 oktober 2005 in Delhi. Zij werd 86 jaar.

Na een elektroshocktherapie ging jij bij de dichteres/schrijfster Attiya Dawood wonen, bijna tot jouw overlijden. Attiya is geboren op 1 april 1958 in Moledino Larik. Zij is getrouwd met de kunstenaar/ontwerper Khuda Baksh Abro, met wie zij twee dochters kreeg. Jij dichtte obsessief over een zelfdoding op het treinspoor. Jij gebruikte het beeld van de dode schilder, die jouw leven niet kan kleuren. Was jouw inspiratie verdwenen? Jouw levenslust? Een ander beeld: Een man in een kinderdagverblijf maait met een zeis de bloemen en het gras uit jouw boomgaard weg. Dat doet hij gewetenloos, barbaars en dodelijk. Na een psychose werd jij opgenomen in het Karachi Psychiatric Hospital (KPH), opgericht in 1970 door Dr. Syed Mubin Akhtar, Diplomate of the American Board of Psychiatric & Neurology. Dit is op B, 1/14, Nazimabad 3 in Karachi. Het is islamitisch en het oogt nogal amateuristisch, bijna lachwekkend. Dr. Syed Abdurehman en Dr. Akhtar Fareed Siddique werken er ook. In jouw dagboek schreef jij: ''Je krijgt nu een elektrische schok, Shagufta, we moeten je kalmeren' Ik sprintte weg, rende naar de andere kant van het gesticht en op één van de muren schreef ik: 'Nazi-kamp!''. Het ware nazi-kamp was in jouw kindertijd, toen jouw vader jou zo ongenadig hard heeft mishandeld en geslagen, vooral ook psychisch. Dat fysieke en geestelijke misbruik herhaalde zich bij jouw slechte echtgenoten en allen die jouw vrije levensstijl bevooroordeeld veroordeelden, met name jouw hardvochtige familieleden.

In jouw dagboek schreef jij ook: 'Vanavond word ik vrijgelaten. Ik zit op de binnenplaats van het Karachi Psychiatrisch Gesticht en schrijf dit. Een half uur geleden namen de vrouwen afscheid van mij, we huilden allemaal luide, treurige tonen. De deur werd geopend. Ik vroeg: 'Zijn jullie niet blij voor mij? Ik ben eindelijk vrij en geen Sara Shagufta'. Ze zeiden: 'Weet je het niet? Je stapt nu in het echte, psychiatrische gesticht!''. Op 4 juni 1984 pleegde jij zelfdoding. Rond 23.00 uur heb jij jezelf voor een trein gegooid. Dat gebeurde bij de spoorwegovergang in de wijk Drigh Colony in het oosten van Karachi. Je bent waarschijnlijk daarvoor nog bij het graf van jouw moeder geweest, wat op de Shah Faisal Graveyard is, vlakbij de spoorlijn. Want je had een pakje agar batis (wierookstokjes) bij je. En ook het boek 'Sheeshay kay Ghar' van Qurratulain Hyder, waar je jouw adres op had geschreven. Niet dat het waar is, maar ik zou bijna denken, dat je na jouw zelfdoding in het echte, psychiatrische gesticht stapte. Dat zou pas echt een gruwelijke nachtmerrie zijn. Jij werd 29 jaar en ik neem aan dat jij bij jouw moeder begraven bent. De treinen van Karachi Circular Railway denderen gewoon door in dat desolate en verloederde gebied met een wandelbrug over het spoor, maar ze lopen daar gewoon over het vervuilde, weggezakte, overwoekerde spoor.

Shahid Anwar schreef het toneelstuk 'Ik, Sara', gebaseerd op jouw leven. In 2016 verscheen 'The Colour of Sleep and Other Poems' bij Speaking Tiger, vertaald door Asad Alvi, een dichter/docent/fictieschrijver uit Karachi, die net zo geestesziek als jou was. Jouw vertaalde gedichten 'Woman and Salt', 'To Daughter, Sheely' en 'The Moon is Quite Alone' verschenen in 'We Sinful Women' van de schrijfster Rukhsana Ahmad (1948, Karachi). De Deense Iqbal schreef het toneelstuk 'Sara Ka Saara Aasmaan' over jou, gebaseerd op Amrita's biografie en geregisseerd door Tarique Hameed. Kamran Asdar Ali, docent aan de University of Texas, publiceerde wetenschappelijk werk over jou. Het was Attiya Dawood, die Asad Alvi in februari 2014 voor het eerst over jou vertelde. Alvi over jou: 'Dit is een vrouw, die werd misbruikt, emotioneel en seksueel, in de kindertijd, gescheiden door vier mannen, gemeden door haar kinderen, verbannen uit de mushaira cirkel'. Alvi vervolgt: 'Sylvia Plath schrijft net als Shagufta in metaforische disjunctieven. Beiden gebruikten als eerste vrouw de 'stream of consciousness' in hun poëzie. Beiden schreven over de chaotische vrouwenwereld in patriarchale samenlevingen, die ze overtreden. Beiden hadden een mislukt huwelijk en leden aan klinische depressie. Jij riep veel afgunst op bij de andere dichters, omdat jij een meesteres van de Urdu-taal was en echte poëzie vlijmscherp onderscheidde van rijmelarij. Ze vreesden jou. Vrouwen haatten jou, omdat jij vrijuit leefde, wat zij niet konden. Bij mannen activeerde jij een 'crisis van mannelijkheid', waar zij bang voor waren. Volgens de Duitse Urdu-literatuur/indologie professor en critica Christina Oesterheld onthul jij de oppervlakkigheid van pseudo-intellectuele praatjes.

Schrijver: Joanan Rutgers
27 juni 2021


Geplaatst in de categorie: idool

4.7 met 3 stemmen 48



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)