Een engel onder de engelen
(voor Gabriele Bitterlich (1896 - 1978))
Jij bent geboren op 1 november 1896 in Silz, Tirol, met het kasteel St. Petersberg en de kapel, gewijd aan St. Ursula. Het is de hoofdvestiging van Opus Sanctorum Angelorum, door jou in 1949 opgericht. Het gaat om Engelenwerk, Werk van de Heilige Engelen en engelenaanbidding. Jij ontving privé-openbaringen van engelen, Maria en God. Jouw ouders waren Bernhard Göhlert en Friederike van Aken-Quesar. In 1900 verhuisde jij naar Chernivtsi en in 1903 naar Merano, waar jij in het internaat van de Congregatio Jesu verbleef, in 1609 door de non Mary Ward opgericht. Jij bent aan de Ursulinenschool in Innsbruck afgestudeerd en daarna studeerde jij Duitse taal- en letterkunde en geschiedenis aan de Universiteit van Innsbruck. Toen jij vier jaar was, had jij engelenvisioenen.
Op 23 mei 1919 trouwde jij met de advocaat Hanns Bitterlich, met wie jij tot 1921 in Bregenz woonde. Tot september 1928 woonde jij in Sluknov en tot 1953 in Innsbruck. Vervolgens tot 1974 in Wenen en daarna in kasteel St. Petersberg. Tussen 1920 en 1924 kregen Hanns en jij 3 kinderen; op 24 april 1920 is Roswitha in Bregenz geboren, op 4 mei 1923 is Hansjörg in Sluknov geboren en in oktober 1924 is Wolfram geboren. In 1930 kreeg jij een zenuwinzinking. Na de Tweede Wereldoorlog zorgde jij ook voor drie weesmeisjes. In 1946 kreeg jij geelzucht en een hersenvliesontsteking. Jij had visioenen van engelen en demonen. Op 20 april 1949 stichtte jij de geloofsgemeenschap Engelenwerk, Opus Angelorum. Jouw man Hanns overleed in 1961. Jij hielp bij de ontwikkeling van het Engelenwerk en de Beschermengelbroederschap, goedgekeurd door bisschop Paulus Rusch, een aanhanger van Johannes Kleinhappl. Jouw zienswijze vertoont overeenkomsten met het gnosticisme, de Kabbalah en het Zoroastrisme.
Volgens jou krijgt iedereen diverse beschermengelen toegewezen om in bepaalde situaties te helpen. Door middel van wijdingen krijgt de mens een nauwere verbinding met zijn/haar engelen. Met de beschermengelwijding treed je bij de Opus Angelorum in. Je belooft jouw beschermengelen alle macht over jou te geven en je plechtig aan hen te verbinden. Daarna volgt de engelenwijding, consecratie in de kring van helpers en algemene, speciale en geheime verzoening in drie fasen. Je wordt mystiek uitgehuwelijkt aan een engel en je wordt een heilige engel met dezelfde rechten als de beschermengelen. Je wordt dus tot een heilige beschermengel gewijd. In 1961 verscheen in Innsbruck het Handboek van het Engelenwerk. De theoloog Johann Baptist Awer was zeer kritisch jegens jouw geschriften. Hij zei: 'Ik moet toegeven, dat ik de neiging heb om al dit denken toe te schrijven aan paranoïde schizofrenie.'. Jouw grootste tegenstander was de hulpbisschop Heinrich von Soden-Fraunhofen, die in 1951 samen met o.a. Joseph Ratzinger (Benedictus XVI) tot priester werd gewijd. Van 1959 tot 1969 was jij lange tijd bij de heilige broeder Klaus in Flüeli, Zwitserland. Ik neem aan dat het om Sint Niklaus von Flüe (1417 - 1487) gaat en dat het om een mystieke samenkomst ging.
Jouw huishoudster Sissa zag dat het blikje havermout soms zomaar weer gevuld was, wat doet denken aan een wonderverhaal van Jezus. Ze kan ook vergeten zijn, dat ze het zelf heeft aangevuld. Of jij haalde een grap met haar uit. Roswitha was een uitstekende kunstschilderes, graficus en dichteres. Zij schilderde veelal engelen op iconen. In 1945 trouwde zij met de verzetsstrijder Michael Brink (Emil Piepke), die in de concentratiekampen Ravensbrück en Sachsenhausen had gezeten. Tijdens de dodenmars van Sachsenhausen wist hij te vluchten. In december 1946 werd hun dochter Mechthild Maria geboren. Emil overleed op 9 augustus 1947 in Agra door tuberculose en hij werd 33 jaar. In 1955 gingen Roswitha en Mechthild naar Brazilië, waar Roswitha met professor Hubert Wingen trouwde. Zij woonden in Porto Alegre. Zij schilderde ook altaren en apsissen van kerken en zij ontwierp glas-in-loodramen voor kerken in Brazilië, Portugal en Oostenrijk. Wolfram overleed in 1971. Voor jouw overlijden was jij 21 maanden bedlegerig. Jij overleed op 4 april 1978 in Silz. Jij werd 81 jaar en jij bent bij een kasteelmuur van kasteel St. Petersberg begraven. Rond 1998 telde jouw gemeenschap zo'n 1 miljoen leden van alle standen. De Duitse schrijfster Monika Waldhier is ook een Engelwerkster. In 2016 verscheen haar boek 'Meine Begegnung mit Jesus: Ein Leben in glückseliger Jungfräulichkeit' bij Bernardus Verlag, Süsterfeldstrasse 83 in Aken en in de cisterciënzerabdij Mariawald, nabij Heimbach.
Het kasteel is nu een klooster van de Orde van de Reguliere Kanunniken van het Heilig Kruis, gesticht in 1131 te Coimbra, die sinds 1979 alle leden en afdelingen van Opus Angelorum onder hun hoede hebben. De generaal-overste is Thomas Joachim Welz. Jouw zoon Hansjörg was een priester en de eerste abt van het klooster van de Reguliere Kanunniken van het Heilig Kruis in Silz. In 1992 werd hij door de Congregatie van de Geloofsleer, met als prefect kardinaal Joseph Ratzinger, afgezet als abt. De Congregatie van de Geloofsleer verbood jouw privé-openbaringen en Hansjörg heeft zich daar tegen verzet. In 1990 publiceerde Hansjörg zijn biografie over jou 'Sie schaute die Engel'. In Fusch an der Grossglocknerstrasse schreef hij 'Das Geheimnis des Kreuzes' uit 1995. Hij stichtte de Engelbund, die jouw openbaringen met die van Maria Magdalena Meyer vermengt. Hansjörg overleed op 23 mei 1998 door een hartaanval in St. Gallen. De priester/schrijver Franz Henrich (1931, Niedergailbach) zei over het Engelenwerk: 'Het is een roversbende, die deels door bisschoppen wordt gedekt. Het verklaart zichzelf zeer vroom, maar is gewoon een sekte'. De Engelwerkster Eva Maria Braunweiler uit Ottobrunn noemde Henrich vervolgens 'een pure rationalist, tijddwerg en bureaudoener, die dringend een groot exorcisme nodig heeft tegen zijn zielsmodder'. Roswitha en Hubert kregen samen drie kinderen. Roswitha overleed op 10 december 2015 in Porto Alegre. Zij werd 95 jaar.
18 februari 2022
Geplaatst in de categorie: idool