Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Vermoord om wie jij simpelweg was

(voor Erna Wazinski (1925 - 1944))

Jij bent geboren als Erna Gertrude Wazinski op 7 september 1925 in Ihlow, Brandenburg. Jouw ouders waren Wilhelmine Chmielewski en Rudolph Wasinski, die invalide was. Zij waren landarbeiders op Brandenburgse landgoederen. Jij was hun enigste kind en in 1930 verhuisden jullie naar Essen en in 1931 naar de Lange Strasse Braunschweig, in een arme volkswijk in Neustadt, met aan de Kröppelstrasse de Liberei uit ongeveer 1417. Jouw vader was 24 jaar ouder dan jouw moeder en zij trouwden in 1930. In 1936 verhuisden jullie naar de oude wijk Magniviertel met de Magnikirche uit 1031, vernoemd naar de heilige bisschop/martelaar Magnus Fabrateria vetus, vooral door de Nederlandse en Duitse Friezen vereerd. Jullie woonden op de Langedammstrasse 14, in een oud vakwerkhuis.

Op 16 februari 1938 overleed jouw vader. Vanaf jouw 12-de was jij lid van de Jungmädelbund, voor 10 tot 14 jarige meisjes en een onderdeel van de Hitlerjugend en ook wel de kuikengroepen genoemd. Jij werd geen lid van de Bund Deutscher Mädel, de vrouwelijke Hitlerjugend. Jij ging naar de meisjesschool aan de Lange Strasse in Südklint, met de 12-de eeuwse Petrikirche en mooie, hoge huizen, die door vijandelijke bombardementen werden vernietigd, vooral op 15 oktober 1944. Voorts ging jij naar de Axel Schaffeld Schule, vernoemd naar de student werktuigbouwkunde/nationaalsocialist/SA-Sturmführer Axel Schaffeld, die op 1 augustus 1932 door leden van de communistische wegenwacht is vermoord. Hij werd 27 jaar. Na de oorlog werd het de Georg-Eckert-Realschule. In 1939 was jij klaar met deze school en bleef jij een tijd thuis en had jij diverse baantjes. Vanaf 1942 werkte jij o.a. samen met Otto Block, die op de Langedammstrasse 14 op de begane grond een Mittagtisch onderhield. Otto had een strafblad, wat het Jugendamt gebruikte om jou op 17-jarige leeftijd naar het jeugdonderwijs te geleiden via de opname in een Heimerziehung.

In augustus 1942 werd jij naar een gloednieuwe ontvangst- en observatiehuis in Wunstorf gestuurd. De psychiaters daar vonden, dat jij in gevaar was en jij werd naar de Birkenhof in Hannover gestuurd, een protestants tehuis voor meisjes, die van school zijn gestuurd. Daar bleef jij ongeveer een jaar en in november 1943 was jij terug in Braunschweig, waar jij een baan als huishoudhulp kreeg. In juli 1944 ging jij in het wapenbedrijf VIGA werken, een dochteronderneming van Brunsviga Machinenwerke op de Hamburger Strasse 250. Daar werden fijnmechanische onderdelen voor wapens geproduceerd. Op 20 oktober 1944 werd jij gearresteerd bij jouw noodopvang bij de familie Körner op de Friedrich-Wilhelm-Strasse 1, waar jouw vriend, de frontsoldaat Günter Wiedehöft, bij jou op bezoek was, terwijl twee rechercheurs jou ondervroegen. Daarvoor hadden die rechercheurs Günter al over jou uitgehoord. Jij werd een 'verrader van het volk' genoemd en jij bent door die hoogst laffe rechercheurs afgeranseld. Jij bent keihard in jouw gezicht geslagen, waardoor jij o.a. opgezwollen lippen en een bloedneus kreeg. Jij deed een afgedwongen bekentenis.

De Royal Air Force had een zware luchtaanval op het stadscentrum van Braunschweig uitgevoerd. Jij ging met jouw vriendin Gerda Körner en jouw vriend Günter naar het huis van jouw moeder op de Langedammstrasse 8, wat helemaal verwoest was. Jouw moeder had de aanval overleefd, want zij zat namelijk schuin aan de overkant in een kelder verscholen, waar jij later achter kwam. Op die 16 oktober 1944 heb jij twee koffers, een rugzak en wat kleding uit het verwoeste huis gehaald. Jij dacht dat die spullen van jouw moeder waren, wat later een vergissing bleek. So what! Maar de haatdragende, wraakzuchtige, kwaadwillende buurvrouw Marina Fränke diende op 18 oktober 1944 een klacht in en zij noemde jou als de verdachte van de 'diefstal'. Zij was de kennis van een SS-er, die jou stalkte. Op 21 oktober 1944 werd in de Rennelberg Gevangenis voor jou vanwege plundering de doodstraf geëist. Justitie-officier Horst Magnus eiste de doodstraf. Jij was verbaasd en jij zei: 'Wat doe ik met mijn moeder? Ik moet mijn moeder voeden!'.

De hoogst negatieve directeur Evers van de Braunschweig Youth Welfare Office verwees naar een psychiatrisch rapport uit 1943, waarin o.a. stond: 'Zij is over het algemeen nog onvolwassen, met aanzienlijk psychopathische trekken, en zij is een zwakzinnig, instinctief, frivool meisje zonder verantwoordelijkheidsgevoel, zelfs niet in de huidige tijd van nood'. Op 24 oktober 1944 schreef jij jouw gratieverzoek: 'Ik verloor mijn vader heel vroeg en woon alleen met mijn moeder, die een ernstige hartaandoening heeft... We zijn al drie keer gebombardeerd door de terroristische aanslag op Braunschweig en uit wanhoop is deze daad tot stand gekomen. Ik ben 19 jaar en heb zonder tegenprestatie gehandeld. Aangezien dit mijn eerste straf is, raakt het mij heel hard. Ik betreur mijn daad nogmaals ten zeerste en vraag om enig begrip van mijn moeilijke situatie. Erna Wazinski'. De hoofdaanklager, de nazi-rechter Wilhelm Hirte, wees het gratieverzoek af. De Reichsminister van Justitie beval de executie en op 23 november 1944 ben jij in de Wolfenbüttel-gevangenis door de beul Friedrich Hehr vermoord, met een bijl onthoofd. Jij werd 19 jaar en jij bent in Braunschweig begraven.

Wilhelm Hirte overleed op 12 februari 1986 in Braunschweig. Hij werd 82 jaar. Pas in maart 1991 werd jouw onschuld door de rechtbank van Braunschweig erkend en werd jouw vonnis vernietigd. Jij vormde blijkbaar een bedreiging voor het beestachtige, krankzinnig strenge, bikkelharde nazi-systeem. Jouw oerlieve menselijkheid herinnerde hen eraan wat zij totaal niet waren. Jouw tedere zachtheid maakte het killerinstinct in hen wakker en deed hen hun zelfhaat op jou projecteren en afreageren. Jij mocht niet van hen bestaan, omdat jij op geen enkele manier in hun dominante overlevingssystemen paste, omdat jij in hun ogen nergens voor diende, niet van waarde was, overtollige ballast was, lastig en zinloos was. Jij mocht niet zijn wie jij in wezen was. Jij mocht niet jezelf zijn en deed jij dat toch, dan vervloekten en vernietigden zij jou. Zelfs al hield jij jezelf muisstil, dan nog hadden ze een hekel aan jou en wilden ze jou pijnigen en buitensluiten, vervolgen en radbraken. Ze wilden jouw vrijheid van jou afpakken, omdat zij zichzelf niet vrij voelen en dat niemand anders gunnen. Zij hebben jou inderdaad gevangen gezet en met een drogreden ter dood veroordeeld. Jouw zachtaardige onschuld konden zij niet verkroppen. Jij herinnerde hen teveel aan de ware liefde, waar zij als de dood voor waren.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
13 april 2022


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 46



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)