De hel van een Russische first lady
(voor Anna Timiryova (1893 - 1975))
Jij bent geboren als Anna Safonova Vasiljevna op 18 juli 1893 in het kuuroord Kislovodsk. Jouw vader was de componist/pianist/dirigent Vasili Iljitsj Safonov (1852 - 1918). Jouw opa was de kozakkengeneraal Iljitsj Safonov. Jouw zus Varvara Vasilievna (1895 - 1942) was een schilderes, die tijdens het beleg van Leningrad werd vermoord. Jouw zus Yelena Vasilievna (1902 - 1980) studeerde schilderkunst, ontwierp theaterkostuums en publiceerde kinderboeken. Jouw vader werd in 1889 directeur van het Conservatorium van Moskou. Hij was ook directeur van het National Conservatory of Music of America, in 1885 opgericht door Jeannette Meyers-Thurber. Hij was de leraar van o.a. de Oekraïense pianiste Rosina Bessie. In 1906 verhuisden jullie naar Sint-Petersburg, waar jij naar de school van prinses Anna Obolenskaja/Troubetzkoy (1862 - 1917) ging. Deze prinses Anna is in 1887 door Carolus-Duran geportretteerd. Een andere prinses Anna pleegde in juli 1931 zelfdoding door van de Eiffeltoren te springen. Zij was verlaten en berooid en zij werd 23 jaar. Jij leerde tekenen en schilderen van Zeidenberg (Savely Abramovich Sorine?) en jij sprak vloeiend Frans en Duits.
In 1911 trouwde jij met de marine-officier Sergey Timiryov (1875 - 1932) en in 1914 werd jullie zoon Vladimir geboren. In 1915 ontmoette jij de schout-bij-nacht Aleksandr Vasiljevitsj Koltsjak, de beste vriend en bevelhebber van jouw man, getrouwd met Sophia Omirova. Aleksandr en jij kregen een liefdesrelatie en in 1917 verliet jij Sergey voor Aleksandr. In 1918-1919 was jij vertaalster voor de anticommunistische regering van Aleksandr Koltsjak in Siberië. Op een foto uit 1919 zit jij naast Aleksandr op een bankje bij de observatie van een militaire oefening. Aleksandr's regering van de Witten zat in Omsk en Aleksandr was tot 7 februari 1920 Opperste Heerser van Rusland. Toen Aleksandr door de Roden werd gearresteerd, zei jij tegen de Roden: 'Arresteer mij. Ik kan niet zonder hem!'. Hierdoor werd jij in Irkoetsk gevangengezet. Hij werd op 7 februari 1920 in Irkoetsk door een vuurpeloton van de bolsjewieken vermoord, net als zijn premier Viktor Pepelyayev. Hun lichamen werden onder het ijs van de Angara-rivier gedumpt en nooit meer gevonden. Na deze moorden werd jij door amnestie vrijgelaten. In juni 1920 werd jij weer gearresteerd en naar een dwangarbeiderskamp in Omsk gestuurd.
Na jouw vrijlating in Omsk vroeg jij aan de autoriteiten of jij bij jouw eerste man Sergey in Harbin, China, mocht zijn. Dat werd geweigerd en jij kreeg er nog een jaar gevangenisstraf bij. In 1922 en 1925 werd jij ook weer gevangengezet. De reden was 'beschuldigd van ongewenste connecties met buitenlanders en voormalige, blanke officieren'. In 1925 kreeg jij 3 jaar opsluiting. Daarna trouwde jij met de spoorwegingenieur Vladimir Kniper. In het voorjaar van 1935 was het weer zover en werd jij vanwege 'verhulling van het verleden' gearresteerd en naar een werkkamp gestuurd en vervolgens belandde jij in ballingschap in Vyshny Volochyok en Maloyaroslavets. Jij overleefde met naaien, breien en straatvegen. In 1938 werd jij voor de 6-de keer gearresteerd en op 17 mei 1938 werd jouw zoon, de avant-garde schilder/kunstenaar Vladimir Timirev, vermoord door de NKVD, het Volkscommissariaat voor Binnenlandse Zaken, tijdens de Grote Terreur van Jozef Stalin. Hij werd 24 jaar. Hij was aan het Moscow Architectural Institute afgestudeerd en hij was ook een boekillustrator. Hij illustreerde 'Northern Tales' van Jack London. Tijdens een onderzoeksexpeditie in de Kaspische Zee maakte hij veel tekeningen en aquarellen. Hij maakte ook werken over Vyshny Volochyok. Hij werd door 'vrienden' verraden als 'de stiefzoon van Koltsjak'.
In 1942 overleed jouw man Vladimir door een hartaanval. Jij werd pas na de Tweede Wereldoorlog vrijgelaten en jij had geen naaste familieleden meer. Jij verhuisde naar Scherbakov (Rybinsk), waar jij vastgoedbeheerder bij een dramatheater werd. Het nichtje van Koltsjak, Olga, woonde ook in Scherbakov en jij probeerde haar meerdere keren te ontmoeten, maar dat wilde Olga niet, want zij was bang voor de geheime politie en zij wilde 'de vrouw, die de familie van haar oom vernietigde' niet ontmoeten. Eind 1949 werd jij voor de 7-de keer gevangengezet, omdat jij door de acteurs van het dramatheater bent aangeklaagd. Zij beschuldigden jou van het verspreiden van anti-Sovjetpropaganda. Jij zat 9 maanden in Jaroslavl en daarna in Jenisejsk. Jij hebt veel gedichten aan Aleksandr Koltsjak gewijd. In ballingschap werkte jij als speelgoedschilderinstructrice en grafisch ontwerpster. Na jouw vrijlating ging jij weer in het dramatheater in Scherbakov werken. Jij maakte prachtig gesneden, vergulde lijsten van met pasta geïmpregneerd papier, bedekt met goudverf. Jij maakte een enorme podiumvaas van draad en stukjes blik, die schitterde als een diamant. Jij zat vaak tijdens de optredens in het publiek om het podium te checken en te bewonderen. Naast rekwisietenmaakster was jij ook bibliothecaresse en archivaris. Jij speelde soms kleine rollen, zoals prinses Myagkaya in 'Anna Karenina'. De acteurs, die er nu werkten, wisten niets van jouw tragische verleden met Koltsjak.
In 1954 vroeg jij om rehabilitatie aan premier Georgy Malenkov, maar dat gebeurde pas in 1960. Jij kreeg een kamer in een gemeenschappelijke flat aan de Pluschikha-straat in Moskou. De componist Dmitri Sjostakovitsj en de violist David Oystrakh zorgden ervoor, dat jij een klein pensioen kreeg. Jij speelde nog in de film 'Oorlog en Vrede' uit 1966-1967 van Sergej Bondarchuk. Jij speelde een nobele, oude vrouw op het eerste bal van gravin Natasha Rostova, gespeeld door Ludmila Savelyeva (1942, Leningrad). Jij overleed op 31 januari 1975 in Moskou en jij werd 81 jaar.
10 augustus 2022
Geplaatst in de categorie: idool