Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Zwaar verbitterd om het kwaad wat mensen elkaar aandoen

(voor Nizar Qabbani (1923 - 1998))

Jij bent geboren als Nizar Tawfiq Qabbani op 21 maart 1923 in Damascus, Syrië. Jouw Turkse opa was de toneelschrijver/componist Abu Khalil Qabbani (1835 - 1902), een toonaangevende vernieuwer in de Arabische, dramatische literatuur. Zijn toneelstuk 'Abu al-Hassan al-Mughaffa' veroorzaakte veel protest, omdat hij de kalief Harun al-Rashid (766 - 809) bespotte. Zijn theater werd gesloten en hij ging naar Egypte, waar hij tot 1900 toneelstukken schreef. Hij is de 'Vader van het Syrische theater'. De komiek/regisseur Duraid Lahham (1934, Damascus) is door hem beïnvloed.

Jouw moeder Faiza Akbik was van Turkse afkomst, uit Konya. Jij komt uit een koopmansfamilie. Jij groeide op in de oude buurt Mi'thnah Al-Shahm in Damascus. Jouw Syrische vader Tawfiq Qabbani was een belangrijke koopman en lid van het Nationale Blok, in 1928 opgericht door Ibrahim Hananu. Jij had 2 zussen; Wisal en Haifa. En jij had 3 broers; Mu'taz, Rashid en Sabah. Sabah is geboren op 5 juni 1928 en hij werd in 1953 directeur van de Syrische radio en in 1960 tevens directeur van de Syrische televisie. Van 1974 tot 1980 was hij de ambassadeur van Syrië in Amerika. Sabah trouwde in 1956 met Maha Naamani, de nicht van Said al-Ghazzi, ex-premier van Syrië. Hun dochter is de schrijfster Rana Kabbani (1958, Damascus). Jouw vader had een chocoladefabiek. Hij steunde de strijders, die zich verzetten tegen het Franse mandaat voor Syrië en Libanon. Hij werd vaak gevangengezet voor zijn opvattingen, wat jou sterk beïnvloedde en tot een revolutionair maakte. Van 1930 tot 1941 studeerde jij aan de National Scientific College School, die door Ahmad Munif al-Aldi werd geleid, een vriend van jouw vader.

Op jouw 15-de pleegde jouw 25-jarige zus zelfdoding, omdat zij niet wilde trouwen met een man, waar zij niet van hield. Daarna uitte jij jouw afkeer van mannelijk chauvinisme en schreef jij vaak vanuit het standpunt van een vrouw en streed jij voor sociale vrijheden voor vrouwen. Jij studeerde rechten aan de Universiteit van Damascus. In 1942 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'The Brunette Told Me', wat jij zelf betaalde. Met romantische gedichten en diverse verwijzingen naar het lichaam van een vrouw, wat voor de preutse conservatieven als schokkend werd ervaren. De minister van onderwijs, Munir al-Ajlani, een vriend van jouw vader, schreef het voorwoord. In 1945 ben jij afgestudeerd en behaalde jij een bachelor in de rechten. Jij werkte voor het Syrische ministerie van Buitenlandse Zaken en jij was consul of cultureel attaché in o.a. Beiroet, Caïro, Istanbul, Madrid en Londen. In 1958 werd de Verenigde Arabische Republiek gevormd en jij werd vice-secretaris van de UAR voor de ambassade in China. Tijdens jouw jaren in China schreef jij veel en wel de mooiste gedichten.

In 1966 nam jij ontslag als diplomaat. In die tijd had jij een uitgeverij in Beiroet opgericht. Jij zei: 'Liefde in de Arabische wereld is als een gevangene en ik wil haar bevrijden. Ik wil de Arabische ziel, het gevoel en het lichaam bevrijden met mijn poëzie. De verhoudingen tussen mannen en vrouwen in onze samenleving zijn niet gezond.'. Jij was één van de meest feministische en progressieve intellectuelen van jouw tijd. De stad Damascus bleef jou inspireren. Jij werd ook beïnvloed door de Zesdaagse Oorlog, wat een klaagzang voor de Arabische zaak opleverde. De nederlaag zorgde voor een verandering in jouw poëzie. Jouw erotische gedichten werden gedichten met openlijk politieke thema's van afwijzingen en verzet. Jouw gedicht 'Marginal Notes on the Book of Defeat' is een felle zelfkritiek op de Arabische minderwaardigheid. Het wekte algemene woede op.

Jouw eerste vrouw was jouw nicht Zahra Aqbiq, met wie jij de dochter Hadba en de zoon Tawfiq kreeg. Tawfiq overleed op zijn 22-ste door een hartaanval in Londen. Jij prees jouw zoon in het beroemde gedicht 'To the Legendary Damascene, Prince Tawfiq Qabbani'. Zarah overleed in 2007. Hadba, geboren in 1947, trouwde 2 keer en overleed in april 2009 in Londen. In 1969 trouwde jij met jouw tweede vrouw, de Iraakse lerares Balqis al-Rawi. Jij ontmoette haar bij een poëzievoordracht in Bagdad. Zij was de dochter van een officier en werkelijk beeldschoon. Jullie kregen samen de zoon Omar en de dochter Zainab. Op 15 december 1981 deed de sjiitisch-islamitische terreurgroep al-Dawa een bomaanslag in de Iraakse ambassade in Beiroet. Een zelfdodingsterrorist reed met een auto vol explosieven naar binnen en vermoordde 61 mensen, waaronder jouw vrouw Balqis, die voor de culturele afdeling van de ambassade werkte. Jij uitte jouw immense verdriet in het beroemde gedicht 'Balqees', waarin jij de hele Arabische wereld de schuld van haar overlijden gaf. Na het overlijden van Balqis verliet jij Beiroet en schreef jij nooit meer over liefde. Jij woonde in Genève en Parijs en de laatste 15 jaar van jouw leven in Londen. Jij schreef o.a. de controversiële gedichten 'Wanneer zullen ze de dood van Arabieren aankondigen?' en 'Hardlopers'.

Op 30 april 1998 overleed jij in Londen door een hartaanval. Jij werd 75 jaar en jij bent in Bab al-Saghir, Damascus, begraven. Jij noemde Damascus 'de baarmoeder, die me poëzie en creativiteit leerde'. Jij werd door de Arabieren over heel de wereld betreurd. Tijdens de begrafenisceremonie in Londen verhinderden islamitische fundamentalisten met geweld dat jouw kist naar de Regent's Park moskee werd gedragen voor gebed.


My Lady

You were the most important woman in my history
before the leaving of this year
you're now the most important woman
after the birth of this year
you're a woman I can't count it with hours and days
you're a woman made of the poetry nectar
and from the Dreams' Gold
you're a woman were living in my body
before a million years

My Lady
the one who was made of Cutton and Clouds
the one who I can call her a Rain of Jewel
and the River of Nahound
and a Row forest
the one who swimmes in the water of my heart like a fish
the one who lives in the eyes like a folk of pigeons
nothing will change in my emotion
nor my feelings
not even in my heart or my faith
because I'll stay in the islamic religion

My Lady
do not care about the harmony of time
nor about the name of the years
you're a woman and you'll still a woman
and in everytime
I will still Love you
when the 21 century enters
and when the 25 century enters
and when the 29 century enters
and I will Love you
when the sea dries
and the forst burns


Balqees

Balqees... oh princess
You burn, caught between tribal wars,
What will I write about the departure of my queen?
Indeed, words are my scandal...
Here we look through piles of victims
For a star that fell, for a body strewn like fragments of a mirror,
Here we ask, oh my love
Was this your grave
Or the grave of Arab nationalism?
I won't read history after today,
My fingers are burned, my clothes bedecked with blood,
Here we are entering the stone age...
Each day we regress a thousand years
What does poetry say in this era, Balqees?
What does poetry say in this cowardly era...?
The Arab world is crushed, repressed, its tongue cut...
We are crime personified...
Balqees...
I beg your forgiveness.
Perhaps your life was the ransom of my own,
Indeed I know well
That the purpose of those who were entangled in murder
Was to kill my words!
Rest in God's care, oh beautiful one,
Poetry, after you, is impossible...


Nizar Qabbani

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
1 november 2022


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 49



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)