Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De lyrische zeegodin van de Antillen

(voor Aletta Beaujon (1933 - 2001))

Jij bent geboren als Aletta Clémence Beaujon op 1 mei 1933 in Willemstad op Curaçao, net als de dichteres Maria Yolanda Corsen, die op 30 juli 1969 overleed en 50 jaar werd. Maria woonde bij haar ouders aan de Mgr. Nieuwindtstraat in de wijk Otrobanda van Willemstad. Jouw ouders waren Jan Hendrik Rudolf Beaujon (1902 - 1976) en Jeanette Catharine Debrot (1904 - 1997). Jij was hun derde kind. Jij had twee oudere broers, een jongere broer en een zusje. Jullie woonden in Otrobanda en jullie waren welgesteld en blank-protestants. Jij ging naar de Wilhelmina Mulo in de wijk Punda. De Koningin Emmabrug verbindt Otrobanda met Punda. Daar kwam in 1974 de Koningin Julianabrug bij. Bij een opstelwedstrijd won jij de Neerlandia-prijs. Na de Mulo ging jij naar Amerika, waar familie van jou woonde. Jij ging naar de highschool in Philadelphia. Van 1950 tot 1955 studeerde jij psychologie aan de Northwestern University op 633 Clark Street in Evanston, Illinois. De hoofdcampus ligt langs het Michiganmeer. Deze universiteit is opgericht in 1851 door de arts/professor/gouverneur van Colorado John Evans (1814 - 1897), die ook het eerste psychiatrische ziekenhuis in Indiana startte. Zijn vrouw was Hannah Canby. Van hun vier kinderen overleefde Josephine (1844 - 1868) en Hannah overleed in 1850 door tuberculose. Josephine overleed ook door tuberculose. John hertrouwde met Margaret Gray, met wie hij William (1855 - 1924), Margaret (1857 - 1862), Evan Elbert (1863 - 1921 en de kunstmecenas Anne (1871 - 1941) kreeg.

Medio jaren 1950 studeerde jij psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Jij verbleef een zomer bij een Amerikaanse studievriendin in Griekenland en in 1957 ging jij naar Curaçao terug, waar jij in 1957 in Willemstad met de Nederlandse Shell-medewerker Eduard Cornelis Johannes van Leeuwen (1931 - 2006) trouwde. Eduard werkte in Willemstad. In 1958 werd jullie zoon Jeannouel geboren en in 1961 jullie zoon Juan Carlos. Jullie verhuisden naar Valencia in Venezuela. Eduard en jij zijn in 1966 gescheiden en jij ging met jouw zonen naar Curaçao terug. In 1969 ging jij met jouw zonen naar Nederland, vooral vanwege de opleiding voor jouw zonen. Jij bent in Nederland als psychologe afgestudeerd. Jouw oom was de schrijver/dichter/minister Nicolaas (Cola) Debrot, geboren op 4 mei 1902 op de Kaya J.E. Craane 24 in Kralendijk op Bonaire. Hij was getrouwd met de balletdanseres Estelle Reed. Hij woonde in Utrecht met Pyke Koch op kamers en hij was bevriend met Martinus Nijhoff, Jan Engelman en Willem Frederik Hermans. Hij leed aan zware depressies en hij zat een tijd in een psychiatrische inrichting. Cola overleed op 3 december 1981 in het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam. In de bundel 'De eenheid van het kristal' uit 1986 staat jouw artikel 'Cola Debrot: biografische en psychologische kanttekeningen', waarin veel aandacht voor jouw familie van moederskant.

In de Nederlandse krant 'Amigoe', in 1883 door de Dominicanen opgericht, publiceerde jij gedichten. In 1957 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'Gedichten aan de baai en elders' bij De Bezige Bij, in de serie Antilliaanse Cahiers, onder redactie van o.a. Cola Debrot. In 1959 verscheen 'Poems while in Delos' en in 1981 verscheen 'Chris Engels. Ingezonden en opgenomen in de Amigoe'. In 1981 publiceerde jij een in memoriam in de Amigoe voor de dichter/uitgever/arts/schilder/musicus/beeldhouwer/redacteur van 'De Stoep' Christiaan Joseph Hendrikus Engels, die op 20 december 1980 door een verkeersongeluk overleed en 73 jaar werd. Chris was getrouwd met de in Otrobanda geboren kunstenares/schilderes Lucila Boskaljon, met wie hij vier kinderen kreeg, o.a. Verele. Chris was de medestichter van het Curaçaosche Museum. In 2008 ontdekte de letterkundige Klaas de Groot in de Haagse Openbare Bibliotheek een agenda uit 1957 met 78 handgeschreven gedichten van jou. Er verschenen al 14 in 'Poems while in Delos'. De rest kwam in 'De schoonheid van blauw ~ The Beauty of blue, Verzamelde gedichten', in 2009 uitgegeven door uitgeverij In de Knipscheer. Veel werk was in het Engels, vandaar de dubbeltalige titel. Het is inclusief een Papiamentstalig gedicht voor de schrijver/dichter Pierre Antoine Lauffer, die op 14 juni 1981 op Curaçao overleed en 60 jaar werd. In 1969 ontving Pierre de Cola Debrotprijs, die in 1970 naar Lucila Boskaljon ging.

Van 1966 tot 1969 werkte jij als klinisch psychologe en woonde jij met jouw zonen in de wijk Mahaai-Van Engelen in Willemstad. In 1969 verhuisde jij met jouw zonen naar Baarn in Nederland en studeerde jij aan de Universiteit van Utrecht. Vervolgens woonden jullie in Noordwijk en daarna in Oegstgeest. In 1973 ben jij als psychologe afgestudeerd en werd jij psychologe in Leiden, waar jouw zonen naar de universiteit gingen. Jullie gingen iedere zomer naar Curaçao terug, opdat jouw zonen het Papiaments niet zouden verleren. Jij was vooral geïnteresseerd in de criminele en pediatrische psychologie. Jij bezocht jouw oom Cola Debrot vaak in het Rosa Spier Huis in Laren. In 1980 ging jij alleen naar de Antillen terug. Op Aruba en werkte jij bij de reclassering. Jij was ook betrokken bij een hulpdienst voor het verstandelijk gehandicapte kind. Dat stopte toen jij ziek werd. Jij bent rooms-katholiek geworden en jij bestudeerde de herkomst van het Papiaments. Jouw zonen werden medisch specialisten. Jeannouel studeerde van 1977 tot 1982 medicijnen/borstchirurgie in Leiden. Daarna werd hij van 1986 tot 1993 een veelzijdig professor in de chirurgie aan de KU Leuven en het Gasthuisberg ziekenhuis. Hij is verbonden aan het Curaçao Medical Center. Juan Carlos Jarman is arts/cardioloog aan de Cardio Kliniek Aruba.

Jouw gedicht 'Slagbaai' verwijst naar de plantage 'Slagbaai' op Bonaire aan een wijde baai, waar jij in jouw jeugd vakanties vierde. Het was ooit van de familie Debrot. Jouw gedicht 'Brandaris' gaat over de hoogste top van Bonaire. In het gedicht 'Piscadera bay - Scardana bay' lijken de eilanden Curaçao, Bonaire en Belos samen te vallen tot één wereld. Vroeger en nu worden ook tot een eenheid gemaakt, wat goed in het gedicht 'In Greece I died' tot uitdrukking komt. Het zwemmen is meer dan een ontspannende activiteit voor jou, het is verfrissend voor lichaam én ziel, het is een goddelijk, mythisch zwemmen en bevrijdend voor jouw poëzie, getuige het gedicht 'A poem lost in the sea'. In enkele gedichten ben jij door de Griekse godenwereld geïnspireerd en gebruik jij gekte/waanzin als motief, als middel van de goden om de mens te betoveren of te straffen. Jij overleed op 3 juli 2001 in het Horacio Oduber Hospitaal in Oranjestad op Aruba door kanker. Jij werd 68 jaar en jij bent in de begraafplaats St Anna op Aruba begraven, bij de Sint-Annakerk op Noord 16 in Oranjestad. Op jouw graf ligt een steen met een afbeelding van jouw lievelingsdier, de leguaan.


Leguanenjacht

In de laaiende ruimtelijkheid
van een hete dromen-dag
staart het lelijk beestje
voor zich uit
van de rotsen naar de horizon
versteende lore
van het volk

Het zwarte zwoegen
van de mieren
is in hem verstard
de ogen branden blind
hij steekt vooruit
en houdt zich vast
aan de stenen

Blanke blote vissers
sluipen daar beneden
hij is blind, verroert zich niet
lange magere vingers naderen
zwarte ogen blinken
ingespannen driften van genot
haast roerloze beweging naar buit

Het dondert op hem neer
in deze vreemde pezen is hij verrast
hij krimpt ineen instincten
van het dier en de jager
klampt zich stevig vast
en rukt de stenen mee
hij zwemt in de zon

De mieren hebben zich
verbaasd verspreid
de rots is nu beweging kwijt
het dier kwam niet terug
de klauwen drogen in de zon


Agitato

Zouden alle mensen slapen
de lege tram kan fluiten
ik hoor haar schreeuwen
in de nacht
de kou is losgerukt
en dwaalt de steden door
bijt de mensen
om hoeken waar het waait

Ik waak de hele nacht
waarvoor
waanzinnig
slapen gaat al lang niet meer
ik ben alleen
zou er nog iemand wakker zijn
in deze gekkenstad

De nachtwacht loopt
de straten af met grendels
de deuren zijn op slot
de sleeën van de winter
zijn gestald
Als ik schreeuw zou niemand komen
ze drinken warme dromen
ineengerold
niemand wordt ooit wakker
in deze gekkenstad


Slagbaai

We hebben
toen 's middags de zon
wat minder fel werd
gezwommen
in zout helder water
over rode riffen
en wit zand

Pas toen het avond werd
zijn we ons gaan wassen
onder de pomp
tussen de twee huizen
in de reeds koele passaat

Wij zijn buiten
gaan zitten
Ons haar is nog vochtig
van het water
en de avondbries
is strelend koel
ongelooflijk zoet
na de zoute hitte
van de dag

Ik voel mij
als Orpheus
in een delirium
van heerlijkheid
verheven zelfs boven de sterren
lichtjaren verwijderd

De zee ruist voortdurend
in ritmische
rijmen
Zij heeft in de late middag
het strand verkracht
met geweldige golven
van schuim en zand

Als je beweegt
knarst de stoel
op de witte steentjes
om het huis
Wij begrijpen
dit oneindig ogenblik
van éénzijn
door onmeetbare tijden
van zijn en worden

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
25 februari 2023


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 45



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)