Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een spiritueel hoogstaande topsopraan

(voor Emma Calvé (1858 1942))

Jij bent geboren als Rosa Noémie Emma Calvet op 15 augustus 1858 in Decazeville, Aveyron. Jij bent in de Causse du Larzac opgegroeid. Jouw vader Justin Calvet was een civiel ingenieur. Jij woonde eerst in Spanje en daarna in diverse kloosterscholen in Roquefort en Tournemire. Na de scheiding van jouw ouders ging jij met jouw moeder naar Parijs. Jij studeerde zang bij Jules Puget en jij probeerde naar het conservatorium te gaan. Jij leerde muziek van de gepensioneerde mezzosopraan Mathilde Marchesi en de zanger/muziekpedagoog Manuel Patricio Rodriguez Garcia, de broer van de zangeressen Maria Felicia Malibran en Michelle Ferdinande Pauline Viardot. Mathilde's tante, de pianiste/barones Dorothea Graumann, was een leerlinge en vriendin van Ludwig van Beethoven. Zijn Pianosonate nr. 28 in A majeur uit 1816 is aan haar opgedragen. Mathilde had haar eigen school aan de Rue Jouffroy-d'Abbans in Parijs. Zij gaf ook les aan o.a. Nellie Melba, Frances Alda, Ellen Gulbranson, Gertrude Auld Thomas, Selma Kurz, Emma Eames, Blanche Arral (Clara Lardinois), Ada Crossley, de Nederlandse Jeanne Jomelli en Marie Fillunger, die een liefdesrelatie met Eugenie Schumann had. Marie en Eugenie zijn naast elkaar in de begraafplaats Gsteig in Wilderswil begraven.

Tijdens jouw tournee door Italië zag jij de actrice Eleonora Duse, die een diepe indruk op jou maakte. Eleonora had een liefdesrelatie met de openlijk lesbische schrijfster Lina Poletti. Lina had daarna een relatie met gravin Eugenia Rasponi. Jij observeerde de optredens van Eleonora Duse nauwlettend. Op 23 september 1881 debuteerde jij in 'Faust' van Gounod in de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel. In 1891 zong jij Suzet in 'L'amico Fritz' van Pietro Mascagni in Parijs en Rome. Jij zong Santuzza in de fantastisch-overweldigende verismo-opera 'Cavalleria rusticana' van Mascagni in Parijs en Londen. Deze opera is gebaseerd op een kort verhaal en een toneelstuk van Giovanni Verga. In 1892 was jij een half jaar in Rome en studeerde jij bij de castraatzanger/componist Domenico Mustafà, die jou leerde jouw beroemde 'vierde stem' te gebruiken, een zeer hoge en verfijnde falset, die tot een D6 kwam. In 1894 zong jij de hoofdrol in 'Carmen' van Georges Bizet in de Opéra-Comique in Parijs. In Spanje had jij de Spaanse dansen geleerd en de sigarettenmeisjes geobserveerd. Jij was de grootste en meest ideale Carmen, die ooit was verschenen. Jij had o.a. Adelina Patti, Amalia Mignon Hauck en Célestine Galli-Marié overstegen. Hauck was met de schrijver Ernst von Hesse-Wartegg getrouwd. Patti trouwde met Roger de Cahusac, markies van Caux, de tenor Ernesto Nicolini en baron Rolf Cederström. Galli-Marié is op haar 15-de met de beeldhouwer Galli getrouwd, niet Rodolphe Galli, die op 21 maart 1863 op 15, rue Moncey in Lyon overleed en 22 of 23 jaar werd. Haar Galli overleed in 1861.

In 1893-1894 debuteerde jij als Mignon in Amerika. De opéra-comique 'Mignon' uit 1866 is van Ambroise Thomas. Galli-Marié deed op 17 november 1866 de première in Parijs. Tussen 1893 en 1904 trad jij 261 keer op bij het operagezelschap van de Metropolitan Opera in NYC. Op 20 juni 1894 zong jij Anita in de première van 'La Navarraise' van Jules Massenet in Londen. Prins Edward van Wales was hierbij aanwezig. Deze rol was voor jou geschreven. Op 27 november 1897 zong jij Fanny Legrand in 'Sapho' van Massenet, gebaseerd op een roman van Alphonse Daudet. Dat was in het Théâtre Lyrique op Place du Châtelet. Jij had veel interesse voor het paranormale en jij was verloofd met de occulte schrijver Henri Antoine Jules-Bois, geboren op 29 september 1868 in Marseille. Het was een stormachtige relatie. In 1895 publiceerde hij 'Satanisme en Magie', met een studie van zijn beste vriend Joris-Karl Huysmans, die half Nederlands was en op 31, rue Saint-Placide woonde en overleed. Jules-Bois was ook de minnaar van het grotendeels valse medium Florence Eliza Cook. In 1904 eindigde jouw carrière bij de Metropolitan Opera. De aanleiding was de muziekdirecteur Felix Motti, waar jij mot mee kreeg. Hij weigerde om zijn pianomuziek een toon lager te spelen. Daarop liep jij het podium af en kwam jij nooit meer terug.

In 1911 trouwde jij met Galilei Gasparini en in 1921 zijn jullie gescheiden. Tijdens een optreden in Chicago overleed jouw enige dochter door een brandongeval. Swami Vivekananda (Narendranath Datta) weerhield jou ervan om zelfdoding te plegen. Van 1899 tot 1901 was jij zijn reispartner in Europa en Egypte. Jullie reisden samen met Joséphine MacLeod, een vriendin van Vivekananda, Sir Francis Jules Bois en zijn vrouw en Sarah Bernhardt. Jij schreef over Vivekananda: 'Hij wandelde echt met God, een nobel wezen, een heilige, een filosoof en een echte vriend. Zijn invloed op mijn geestelijk leven was diepgaand... mijn ziel zal hem eeuwig dankbaar zijn.'. Jij ging ook naar Belur Math in India, het hoofdkwartier van de Ramakrishna Mission, gesticht door Vivekananda. Vivekananda (1863 - 1902) was de belangrijkste discipel van de hindoeïstische mysticus/avatar Ramakrishna Paramahansa. Vivekananda overleed op 4 juli 1902 in Belur Math door een hersenbloeding tijdens zijn meditatie. Hij werd 39 jaar en zijn ontzielde lichaam is langs de Ganges gecremeerd. Over de monniken in Belur Math zei je: 'Deze wezens - puur, mooi en ver weg - leken tot een ander universum te behoren, een betere en wijzere wereld.'. Volgens Vivekananda was jij positief gevormd door de armoede, ellende en ontberingen in jouw jeugd.

Mogelijk bezocht jij geregeld de priester François Bérenger Saunière in Rennes-le-Chateau. Jij bezocht vaak het cabaret 'Le Chat noir' met Alfons Mucha, Camille Flammarion en Gérard Anaciet Vincent Encausse (Papus), die jou in het martinisme heeft ingewijd. Jij bezocht de literaire salon van Geneviève Halévy, waar jij Réjane, Lucien Guitry en Paul Bourget ontmoette. In 1894 kocht jij het kasteel van Cabrières, nabij Aguessac. In jouw laatste jaren gaf jij daar zangles. Het kasteel was toen niet meer van jou. Van 1935 tot 1939 woonde jij in het huis 'Le Vieux Logis' in Peyreleau. Jij speelde in de film 'Le Paquebot Tenacity' uit 1934 van Julien Duvivier. Jij overleed op 6 januari 1942 in Montpellier door leverkanker, in de kliniek van dr. Parès aan de Avenue Gambetta, vlakbij jouw vroegere villa 'Harmonie'. Jij was vereenzaamd en verarmd. Jij werd 83 jaar en jij bent in de begraafplaats van Millau begraven.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
27 januari 2024


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 54



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)