Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Door de stuurse Sovjet-Unie verbannen

(voor Cherubina de Gabriak (1887 - 1928))

Jij bent geboren als Elisaveta Ivanovna Dmitrieva op 31 maart 1887 in Sint-Petersburg. Jij bent in een arme, adellijke familie geboren. Jouw vader was de kalligrafieleraar Ivan Vasilyevich Dmitriev (circa 1837 - 1901), die door tuberculose overleed. Jouw oudere broer Valerian is geboren op 20 mei 1880 en hij overleed op 24 mei 1965. Hij was een officier van de Russische Keizerlijke Marine, die in de Russisch-Japanse oorlog vocht en Port Arthur verdedigde. Hij kreeg 11 onderscheidingen. Jouw oudere zus was de lerares Antonina (circa 1883 - 1908), die tijdens een bevalling door bloedvergiftiging is overleden. Van jouw 7-de tot jouw 16-de leed jij aan tuberculose van de botten en was jij bedlegerig. De rest van jouw leven bleef jij kreupel. In 1904 ben jij met een gouden medaille aan het Vasileostrovskaya Gymnasium afgestudeerd. In 1908 ben jij aan het Imperial Women's Pedagogical Institute in Sint-Petersburg afgestudeerd. Deze universiteit is op 28 januari 1724 gesticht.

Vervolgens studeerde jij een korte tijd aan de Sorbonne, waar jij de schrijver Nikolai Stepanovich Gumilyov ontmoette. Jij had een korte romance met hem. Op 26 augustus 1921 is hij in Petrograd vermoord, omdat men hem vals beschuldigde van deelname aan de verzonnen anti-Sovjet-samenzwering van de Petrograd militaire organisatie van Tagantsev. De professor/geograaf Vladimir Tagantsev en zijn vrouw Nadezhda Martsinkevich (1894 - 1921) werden op 29 augustus 1921 door de Cheka (Tsjeka) vermoord. Hun dochter was Agnia Tagantseva (1919 - 1997). Nikolai werd 35 jaar. In 1905 verscheen zijn eerste dichtbundel 'Het Pad van de Veroveraars'. In 1921 verscheen zijn 9-de en laatste dichtbundel 'Vuurkolom'. Zijn eerste vrouw van 1910 tot 1918 was de dichteres Anna Achmatova. Met haar kreeg hij de zoon Lev Gumilyov, een schrijver, historicus en filosoof. Met zijn tweede vrouw Anna Nikolaevna Engelhardt (1895 - 1942) kreeg hij de dochter Elena (1919 - 1942). Anna en Elena zijn in het belegerde Leningrad door de honger overleden. Zijn minnares minnares was de actrice Olga Nikolaevna Vysotskaya, met wie hij de zoon Orest kreeg.

Terug in Sint-Petersburg doceerde jij Russische literatuur aan het Petrovsky Women's Gymnasium. Jij publiceerde vertaalde, Spaanse poëzie, o.a. van Teresa van Avila, in theologische tijdschriften en jij bezocht de woensdagavonden in de torenwoning van de dichter Vyacheslav Ivanov op de Tavricheskaya straat 25. Zijn vrouw, de schrijfster Lydia Zinovieva-Annibal was op 17 oktober 1907 door roodvonk overleden en zij werd 41 jaar. Hun dochter was Lidia Ivanova. Jij begon een hechte vriendschap met de dichter Maximilian Voloshin, geboren op 28 mei 1877 in Kiev en overleden op 11 augustus 1932 in de badplaats Koktebel op de Krim. In Koktebel ontving hij o.a. Marina Tsvetajeva, Osip Mandelstam en Boris Boegajev. In augustus 1909 ontving het beroemde, Russische kunsttijdschrift 'Apollon' jouw brief met gedichten op een geparfumeerd papier met zwarte rouwranden en slechts ondertekend met de Russische letter Ch. De gedichten stonden vol met halve openbaringen over jou, zogenaamd een mooi meisje met duistere geheimen. Dezelfde dag belde een vrouw (jij) met een mooie stem de uitgever van 'Apollon' Sergej Makovski en regelde de publicatie van de gedichten. De dichter/kunstcriticus Makovski was de zoon van de schilder Konstantin Makovski, van wie ik 'De Bulgaarse martelaressen' (1877), 'Meisje met een schoof' (1880), 'Een Boyar Bruiloftsfeest' (1883) en 'Hoofd (Portret van Y. Makovskaya)' (1890) noem.

In de volgende maanden na de publicatie in 'Apollon' was jij het grote, nieuwe talent in de Russische poëzie. Bijna alle schrijvers van 'Apollon' waren verliefd op jou, met name de dichter Nikolai Gumilyov. In november 1909 ontdekte men, dat de gedichten door een gehandicapte onderwijzeres waren geschreven, door jou dus, met medewerking van Maximilian Voloshin, een belangrijke medewerker/redacteur van 'Apollon'. In 1911 trouwde jij met de ingenieur Vsevolod Nikolajevitsj Wassilieff, een oom van de Franse admiraal/schrijver Alexandre Wassilieff (1918 - 2008). Op 19 november 1909 waren Maximilian Volosjin en Nikolai Gumilyov in het atelier van Ivan Bilibin, waar Volosjin Gumilyov in zijn gezicht sloeg. Op 22 november 1909 was er een duel langs de Tsjernaya. De secondanten van Volosjin waren de schrijver Aleksej Tolstoj en graaf Sjervasjidze, die van Gumilyov waren de schrijver/musicus Michail Koezmin en de schaker/schrijver Jevgeni Znosko-Borovski. Beiden schoten mis en zij weigerden elkaar de hand te schudden. In 1921 hebben zij zich in Feodosia met elkaar verzoend. Gumilyov ontkende dat hij kwaad over zijn romantische affaire met jou had gesproken. De naam Cherubina komt uit het verhaal 'A Secret Of Telegraph Hill' van Francis Brett Hart. De achternaam Gabriak komt van Gabriakh, de naam van een stuk speelgoed, een houten kabouter, die Volosjin aan jou gaf. Hij vond de naam Gabriakh in 'Demonomanie des Sorciers' van Jean Bodin, toebehorend aan een kabouter, die de mensen tegen boze geesten beschermt.

Begin jaren 1920 werkte jij samen met de Joodse dichter/vertaler Samuil Marshak aan theaterstukken voor kinderen. Vanaf 1921 werd jij samen met andere leden van de Antroposofische Vereniging gefouilleerd en ondervraagd door de Staatspolitieke Directie. In 1927 werd jij door de Sovjet-Unie naar Tasjkent in Russisch Turkestan (nu Oezbekistan) verbannen. In Tasjkent staat sinds 1891 het Romanov-paleis van groothertog Nicolaas Konstantinovitsj. Kort voor jouw overlijden heeft jouw vriend, de sinoloog Julian Sjtsjoetski, jou bezocht. Beïnvloed door hem schreef jij 21 gedichten van de fictieve, Chinese dichter Li Xiang Zi, die in ballingschap werd gestuurd vanwege zijn geloof in de onsterfelijkheid van de menselijke geest. Li Xiang betekent 'een huis onder een perenboom'. Jij woonde inderdaad onder een perenboom. Jij overleed op 5 december 1928 in Tasjkent door leverkanker en jij werd 41 jaar. Jij bent in de 2nd Kharkov Cemetery op de Pushkinska Straat 122 in Kharkiv begraven.
Julian Sjtsjoetski werd op 18 februari 1938 tijdens de Grote Terreur in Leningrad vermoord. Men heeft hem vals beschuldigd een Japanse spion te zijn. Hij werd 40 jaar. Jouw tweede man Nikolai Izmaylovich Dmitriev overleed op 8 november 1957 in Kharkiv. Hij werd 71 jaar en hij is bij jou begraven.


De kruisiging

Een krans geweven van scherpe doornen
Omringt uw arme voorhoofd als een kroon,
En van uw ogen - donkere schaduwen.
Voor u buig ik op mijn knieën,
als bij het offer van de vesper;
Op mijn jurk druipen bloeddruppels
als granaten van je voeten...

Nog steeds heeft niemand geraden
Waarom mijn blik zo verontrust is,
Waarom ik van de zondagsmis
al lang als laatste ben teruggekeerd,
Waarom mijn lippen trillen,
Als de wolk van wierook zweeft
Als nauwelijks blauwachtig kant.

Laat de monniken vloeken mompelen,
Laat het hellevuur op de zondaars wachten -
Voor Pasen, in de lente, bij de nieuwe maan.
Van een tovenaar die ik kende, kocht ik
de bittere steen van de liefde - de astarote.
En vandaag zult u van het kruis afdalen
op het uur dat voorafgaat aan de
zonsondergang van de aarde.


In mijn dromen ben ik dicht bij arrogantie...

"Sang de Jesus-Christ, enivrez moi."
- St. Ignace van Loyola

In mijn dromen ben ik dicht bij arrogantie,
In mij - zijn de de verzoekingen van de zonde,
ik ken geen kuise gelukzaligheid...
Het vlees van Christus, heilig mij!

Net als het meisje dat de icoonlamp doofde,
De oproep van de Bruidegom afwijzend,
sta ik bij het hemelse hek...
De pijn van Christus, genees mij!

En de stomme deur zal een gedurfde gedachte
opwekken in de gevallenen:
Wat als er daarachter krankzinnigheid is?...
Het lijden van Christus, versterk mij!

Overmand door een angstige siddering -
ik wil nu niet aanvaarden
dat ik wijsheid als een leugen beschouwde...
Het bloed van Christus, bedwelm mij!


Donderdag

Lange tijd, als een wassen masker,
viel verdriet op mijn gezicht -
ik leef niet onder de levenden,
en, dood, ik heb geen spijt van de wereld.

En ik kan de ijzeren ketting niet afdoen,
waarin de schakels van leugens zijn,
Ik ben voor altijd alleen in de donkere crypte,
En de kaarsen gaan uit... Oh, vertel me,

Zeg me dat de Leraar tegen me heeft gelogen,
dat ik op de brandstapel ben verbrand...
Laat me begrijpen, toen ik in het klooster kwam,
dat ze me konden opwekken

Niet de beker van de vurige Isolde,
Niet het dunne gras van begraafplaatsen,
Maar de lichte herauten van het leven -
Uw welluidende woorden.


Kijk in de spiegel...

Je kijkt in de spiegel,
kijkt zonder weg te kijken,
er zijn niet jouw gelaatstrekken,
er is een leven in de spiegel,
een andere jij.

... Zwijg, spreek niet...
Kijk, kijk, deeltjes van kwaad en angst,
sprankelende leugens hebben je beeld
uit stof gecreëerd, en je leeft.

En je leeft, beweegt niet en luistert:
daar in de spiegel, onderaan, is er
een onderwatertuin, parelbloemen...
Oh, kijk niet achterom,
hier zijn je dagen leeg,
hier zal alles van jou worden vernietigd,
je leeft in de spiegel.

Er is hier alleen een leugen,
er is alleen een geest van vlees,
voor een moment zal een willekeurige straal
de diamanten in het waterkanon verlichten...

Liefde. "Er is hier geen liefde, martel
jezelf niet, martel jezelf niet,
kijk zonder weg te kijken,
je leeft in de spiegel,
niet hier..."


Toen ik dorst had...

Toen ik dorst had, veranderde Gij water in wijn, -
Maar het wonder dat eens gebeurde,

is ons niet gegeven om opnieuw te verrichten.

Uw wijn was niet bedwelmend,
maar de bitterheid van de kwelling sluimerde erin,
En zijn kleur was de kleur van opaal,
Gij hebt mij vuur te drinken gegeven!

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
20 juli 2024


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 143

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)