Door een chronische depressie weggevaagd
(voor Ivana Brlic-Mazuranic (1874 - 1938))
Jij bent geboren op 18 april 1874 in Ogulin, Kroatië, waar het 15-de eeuwse Kasteel van Frankopan staat, met tegenwoordig een herdenkingsruimte voor/over jou. Jouw vader Vladimir Mazuranic was advocaat, historicus, schrijver en lexicograaf. Hij is geboren op 16 oktober 1845 in Zagreb en zijn ouders waren de schrijver/advocaat/politicus/ban Ivan Mazuranic en Aleksandra Demeter, de zus van de dichter Dimitrija. Op het Zrinjevac in Zagreb staat een monumentale buste van jouw opa Ivan, die op 4 augustus 1890 in Zagreb overleed en in de Mirogoj-begraafplaats begraven is. Jouw vader overleed op 17 januari 1928 in Zagreb. Hij werd 82 jaar en hij is in het familiegraf Mazuranic op de Mirogoj-begraafplaats begraven. Jouw moeder was Henrietta Bernath-Mazuranic, overleden op 15 oktober 1919. Zij werd 77 jaar.
Jij ging een korte tijd naar een meisjesschool in Zagreb en jij kreeg een voortreffelijk privé-onderwijs, inclusief het leren van vreemde talen. Enkele van jouw eerste, literaire probeersels waren in het Frans. In 1886 schreef jij in Ogulin jouw eerste gedicht 'Sterren van mijn vaderland'. Jullie verhuisden van Ogulin naar Karlovac en daarna naar Jastrebarsko, waar de dichter Vladimir Vlaisavljevic (1900 - 1943) is geboren en overleden. Op 15 augustus 1891 verloofde jij met de advocaat/politicus Vatroslav Brlic, geboren op 25 juli 1862 in Brod na Savi. Op 18 april 1892, jouw 18-de verjaardag, trouwde jij in de 14-de eeuwse San Marcokerk in Zagreb met Vatroslav. De burgemeester van Zagreb Emil Milan Amrus was een peetvader van jullie. Vatroslav en jij verhuisden naar Brod na Savi (nu Slavonski Brod), waar jij het grootste deel van jouw leven woonde. Jullie kregen 7 kinderen en dankzij hun maakte jij kennis met de psyche van de kinderen en leerde jij de zuiverheid en naïviteit van hun wereld begrijpen. Jullie huis was een ontmoetingsplaats voor strijders tegen het regime van Ban Khuen Hederváry, o.a. Ante Starcevic, Josip Juraj Strosmayer, Fran Folnegovic, Frano Supilo en Svetozar Pribicevic.
Vatroslav en jij hadden contact met de leiders van de Kroatische Nationale Revival. Bisschop Josip Juraj Strossmayer schonk jou een gouden medaille voor jouw anti-Hongaarse inspannningen. Jullie kinderen waren: Nada (1893 - 1964), Ivo (1894 - 1977), Vladimir (1895 - 1896), Zora (1897 - 1971), Zdenka (1899 - 1984), Nikola (1902 - 1902) en Nedjeljka (1917 - 1973). In de Eerste Wereldoorlog werkte jij in Slavonski Brod samen met Nada en Zora als verpleegster van het Rode Kruis. Hier kreeg jij een medaille voor. Jij schreef al vroeg gedichten, essays en dagboeken. Begin 20-ste eeuw werden jouw eerste werken gepubliceerd. Op 6 september 1900 verscheen jouw eerste publicatie 'Fair in Bosnia' in de Staatscourant. In december 1901 publiceerde jij korte verhalen en kindergedichten voor jongens in de bundel 'Geldig en Ongeldig'. In 1905 verscheen 'School en vakanties: kleine verhalen en gedichten uit het leven van kinderen', met 7 foto's. In 1907 trouwde jouw zus Alka met de Bulgaarse diplomaat Nestorov. In 1912 verscheen de dichtbundel 'Afbeeldingen', in 1913 de kinderroman 'De vreemde avonturen van de leerling Hlapic' en in 1916 de sprookjesbundel 'Verhalen van lang geleden', geïnspireerd door de Slavische mythologie, over de verloren wereld van het voorchristelijke geloof van de Kroaten, met personages als Kosjenka en Regoc, Stribor, Jaglenac, Rutvica, Palunk, Vjest, Quest, Malik Tintilinic, Svarozic en Bjesomar, belichamingen van menselijke, morele kwaliteiten en gevoelens.
In 1923 verscheen 'Een boek voor jongeren - Streepjes'. Op 6 augustus 1923 overleed jouw man Vatroslav. In 1927 verscheen 'Kinderleesboek over gezondheid', met illustraties van de kunstschilder/graficus Vladimir Kirin (1894 - 1963), getrouwd met Maksimilijana Borosic. In 1932 werd hun dochter Maja geboren en in 1936 hun dochter Neva. Zij woonden op Prilaz 2 in Zagreb, ook met katten en papegaaien. Kirin's moeder Amalija was de zus van de christelijk filosoof/dichter Gjuro Arnold, die in 1888 'The Last Beings' publiceerde, over o.a. spiritueel pluralisme. Op 11 november 1929, de Dag van de Vrede, gaf jij de lezing 'Vrede in de ziel'. In 1931, 1935, 1937 en 1938 werd jij 4 keer genomineerd voor de Nobelprijs voor de Literatuur, door de historicus/academicus Gavro Manojlovic en de filosoof Albert Bazala. In 1934-1935 verscheen 'Uit de archieven van de familie Brlic in Brod na Savi' en in 1937 'Jasa Dalmation, onderkoning van Gujarat'. In 1937 werd jij als eerste vrouw lid van de Joegoslavische Academie van Wetenschappen en Kunsten, toen Albert Bazala daar de president was.
Jij leed jouw hele leven aan depressies en jij ging naar kuuroorden, o.a. in Bled, om jouw gezondheidscrises en depressies te overwinnen. Jij was alleen en eenzaam. Jij was diep ongelukkig, zeer verdrietig en zonder huis en geld. Op 21 september 1938 pleegde jij zelfdoding in het Merkur Klinische Ziekenhuis op de Ulica Ivana Zajca 19 in Zagreb. Jij werd 64 jaar en jij bent in het familiegraf Mazuranic op de Mirogoj-begraafplaats begraven. In Ogulin staat een buste van jou en op het centrale stadsplein in Slavonski Brod staat een monument voor jou; jij zittend op een bankje, gemaakt door de beeldhouwer Marija Ujevic.
5 mei 2025
Geplaatst in de categorie: idool