Door broederlijk vampirisme leeggezogen en geslachtofferd
(voor Carla Mann (1881 - 1910))
Jij bent geboren als Carla Auguste Olga Maria Mann op 23 september 1881 in Lübeck. Jouw ouders waren de Lübeckse koopman/senator Thomas Johann Heinrich Mann en Julia da Silva-Bruhns. Jouw vader is geboren op 22 augustus 1840 in Lübeck. Jouw vaders ouders waren de koopman/politicus Johann Siegmund Mann jr. en Elisabeth Marty. Zijn zus Maria Elisabeth Amalia Hippolite stond model voor Tony Buddenbrook in 'Buddenbrooks' van Thomas Mann. Elisabeth en haar eerste man, de koopman Ernst Elfeld, kregen Siegmund en Olga, die als jong kind overleed. Met haar tweede man, koopman Gustav Haag, kreeg zij Elisabeth (Alice) en Ewald Siegmund Henry, die na het overlijden van zijn moeder zelfdoding pleegde. In 1881 scheidde zij van Gustav, die hoeren bezocht, en ging zij op de Johannstrasse 15 (nu Regerstrasse 27) in Dresden wonen. Zij overleed op 18 maart 1917.
Jouw vader nam in 1862 het familiebedrijf over en hij is in 1869 met jouw moeder getrouwd. In 1877 werd hij senator van de stadstaat Lübeck. Jouw moeders ouders waren de boer Johann Ludwig Hermann Bruhns en Maria Luisa da Silva. Op 27 maart 1871 is jouw broer Luiz Heinrich geboren, die schrijver werd. Op 6 juni 1875 is jouw broer Paul Thomas geboren, die ook schrijver werd en in 1901 'Buddenbrooks' publiceerde. Op 13 augustus 1877 werd jouw zus Julia Elisabeth Thérèse geboren, die op 10 mei 1927 in München-Schwabing zelfdoding pleegde. Julia trouwde in 1900 met de bankdirecteur Josef Löhr, met wie zij 3 dochters kreeg; in 1901 Eva Maria en in 1907 de tweeling Ilsemarie en Rosemarie. Julia had minnaars en zij was een morfiniste. Josef overleed in 1922. Julia heeft zichzelf op de Leopoldstrasse 27 opgehangen. Zij schreef ook. Op 12 april 1890 werd jouw broer Carl Viktor geboren, die later de autobiografie 'Wir waren fünf: Bildnis der Familie Mann' schreef.
Op 13 oktober 1891 overleed jouw vader in Lübeck door blaaskanker. Zijn bedrijf, met het pakhuis 'Die Eiche' op An der Untertrave 34, en het huis op de Beckergrube 52, werden verkocht. Jouw grootouders woonden op de Mengstrasse 4. Daarna woonden jullie in een zomerhuis op de Roeckstrasse 7. De ijdele huisarts Eugen Adolf Plessing woonde ook in die straat. In 1893 verhuisden jullie naar München. Op jouw 19-de wilde jij actrice worden en jij volgde theaterlessen. Jij wilde net zo vrijgevochten als Heinrich worden, een bohemienne. Heinrich en jij hadden een hartstochtelijke relatie met elkaar, mogelijk incestueus. In zijn roman 'Die Jagd nach Liebe' uit 1903 zegt Ute Ende (jij): 'Maar ik zal een groot en beroemd actrice worden - of ik zal slecht eindigen.' Jij speelde vooral op provinciale podia. In Düsseldorf had jij een aseksuele zielsvriendschap met de rijke uitgever/kunsthandelaar/kunstverzamelaar Alfred Flechtheim (1878 - 1937), die homoseksueel was. In september 1910 trouwde Alfred met de rijke Bertha Goldschmidt. En jij had een korte, gepassioneerde liefdesrelatie in Silezië. Vanaf jouw jeugd had jij een schedel bij jou, genaamd Nathanael, waarin jij een dodelijke dosis cyanide bewaarde.
Vanaf 1905 verliet Heinrich jou als vertrouweling. Dat kwam door de invloed van zijn geliefde verloofde Inés (Nena) Schmied. Inés was slim en neurotisch. Heinrich en Inés schreven liefdesbrieven naar elkaar. Zij was de dochter van een Argentijnse plantage-eigenaar uit Duitsland en zij reisde met haar moeder door Europa. Zij wilde zangeres worden en Heinrich heeft haar in 1905 in Florence ontmoet. Zij waren van 1905 tot 1909 met elkaar verloofd. Jij bent in Mulhouse met Arthur Gibo verloofd, een jonge industrieel uit de Elzas. Zijn familie was afkerig jegens jou. Arthur gaf jou alleen spirituele liefde. Jij rookte en jij gebruikte make-up. Jouw toneelcarrière mislukte door een gebrek aan acteervaardigheden. De Joodse filosoof/criticus Theodor Lessing noemde jou 'een gelaten chaise longue-bestaan met een heroïsch verlangen naar een miljonair'. Theodor bewonderde jou als kunstenares en vrouw. Jij ontmoette hem in 1906 in Göttingen, waar jij op de Gosslerstrasse 6 woonde en waar jij in het theater speelde. Theodor en jij kwamen in het literaire Café Hapke op de Weender Strasse 54-58 en in oktober 1906 werden jullie vrienden. Hij kwam ook bij jou thuis. Hij is op 31 augustus 1933 in Villa Edelweiss in Marienbad door Duitse nazi's vermoord. Hij werd 61 jaar.
Jij woonde ook in Zittau, Düsseldorf, Göttingen en Mulhouse. Jij speelde o.a. in Zittau, Braunschweig, Kassel, Reichenberg, Königshütte en Flensburg. In Mulhouse speelde jij in het chique Théâtre de la Sinne op 39, rue de la Sinne. Heinrich schreef ook in zijn toneelstuk 'Schauspielerin' uit 1911 over jou. Van 1914 tot 1930 was hij met de Joods-Tsjechische actrice Maria Kanova getrouwd, die door 5 jaar in het concentratiekamp Theresienstadt overleed. Hun dochter was Leonie. Zijn tweede vrouw Emmy Johanna Westphal (Nelly) pleegde op 17 december 1944 in Los Angeles zelfdoding door een overdosis slaappillen. Zij werd 46 jaar.
Jij was het literaire model van Heinrich. Jij schreef hem talloze, literaire brieven over jezelf, waarmee hij in zijn romans aan de haal ging. Jij nam de tragische heldinnen in Heinrich's werk als model, vermoedelijk ook voor jouw zelfdoding. Jouw familie ging elk jaar op zomervakantie in Polling. Een bekende rokkenjager probeerde jou te chanteren, nadat jij een keer met hem gesekst had. Jouw eer stond op het spel. Jij was misschien zwanger en zeker niet van Arthur. Er volgde een heftige ruzie met Arthur.
Op 30 juli 1910 pleegde jij zelfdoding door de overdosis cyanide uit de schedel Nathanael in te nemen. Dat deed jij in het appartement van jouw moeder in Polling, Beieren, waar ook een klooster staat, waar destijds de Dominicaanse nonnen van St. Ursula een school hadden. Jouw broer Thomas schreef in 'Doktor Faustus' over Polling. Jij werd 28 jaar en jij bent op 2 augustus 1910 in het familiegraf op het Waldfriedhof in München begraven.
Heinrich gaf zichzelf de schuld en hij vond dat hij medeverantwoordelijk voor jouw zelfdoding was. Op jouw laatste briefje aan Arthur schreef jij: 'Ich liebe dich, ich habe dich an einem Abend betrogen, aber ich liebe dich immer noch!'. Jouw dagboek is verdwenen. Hoogstwaarschijnlijk door jouw familie vernietigd. Jouw broers Heinrich en Thomas waren literaire vampiers voor jou, kille zielen, die jou hebben opgeofferd. Jij hebt tenslotte jouw zelfrespect volkomen verloren. De Mann's hebben de Frau in jou verduisterd en uitgewist.
27 mei 2025
Geplaatst in de categorie: idool