Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Kapotgemaakte vlindervleugels

(voor Joan Lavendel Bailie Guthrie (1889 - 1914))

Jij bent geboren in 1889 in Caistor, Lincolnshire, met de 11-de eeuwse St Peter and St Paul Church met zijn opvallende, Angelsaksische toren aan Church Street, net als de Caistor Grammar School uit 1630, waar de dichter/romanschrijver/historicus Sir Henry John Newbolt studeerde en de kunstschilder Frank Markham Skipworth, geboren in Caistor. Jij bent in een middenklasse-gezin opgegroeid. Op 16 mei 1900 overleed jouw vader in Zuid-Afrika door darmkoorts. Hij was officier in de Imperial Yeomanry. In december 1900 ging jij met jouw moeder en zus Lilias naar het vasteland van Europa. Jij was goed in Latijn en Grieks. Op jouw 16-de beschadigde jij jouw gezicht met een chemische stof, wat altijd een litteken bleef. Op jouw 18-de werd jij lid van de Women's Social and Political Union (WSPU), opgericht op 10 oktober 1903 in 62 Nelson Street in Manchester door de politiek activiste/suffragette Emmeline Goulden Pankhurst en haar dochters Christabel en Sylvia Pankhurst, die met haar partner, de anarchist Silvio Corio de zoon Richard Pankhurst kreeg, die een professor aan de Universiteit van Addis Abeba was. Richard kreeg samen met de bibliothecaresse Rita Eldon de geleerde/schrijfster Helen en de geleerde Alula. In 1909 gingen jullie naar Engeland terug, naar Londen.

Op 18 november 1910, Black Friday, was er een suffragettedemonstratie in Londen, waarbij 300 vrouwen, inclusief jou, voor het vrouwenstemrecht naar de Houses of Parliament marcheerden. De Metropolitan Police en mannelijke omstanders waren (seksueel) gewelddadig tegen jullie. Zij verdraaiden en knepen in jullie borsten. Er waren 29 aanrandingen. Er werden 115 vrouwen gearresteerd. Jij ook. Twee suffragettes overleden mogelijk door het extreme geweld; Mary Jane Goulden, de zus van Emmeline, die 47 of 48 jaar werd, en Henria Helen Leech Williams, die 43 jaar werd. Mary werd in de HM Prison Holloway onder dwang gevoed. Ze woonde bij haar nichtje Sylvia Pankhurst. Emmeline Pankhurst leidde de deputatie. Prinses Sophia Duleep Singh was er ook bij. Winston Churchill weigerde hen te ontvangen. Ze werden door de politieagenten (ook in burgerkleding) geslagen, beledigd en (seksueel) vernederd. Ze hadden zwarte ogen, bloedneuzen, kneuzingen, verstuikingen en ontwrichtingen. Ze sleepten de vrouwen door de zijstraten.

In 1911 werd jij twee keer gearresteerd. In maart 1912 deed jij mee met het vernielen van de winkelruiten van de juwelierszaak Garrard & Co aan de Albemarle Street in Londen, opgericht in 1722 door de zilversmid George Wickes in Goldsmiths' Hall. Jij werd een half jaar in de HM Prison Holloway op 45 Bakers Field opgesloten, vanaf 1903 een vrouwengevangenis. Andere gevangenen waren o.a.: Jane Beddall, Emily Davison, Violet Mary Doudney, de aquarelliste Katie Edith Gliddon, die een tekening van haar gevangeniscel maakte, de portretschilderes Isabella Claude Potbury, Evaline Hilda Burkitt, Georgina Fanny Cheffins, Doreen Allen, Janet Augusta Haig, Eugenie Sheppard, de politica Mary Ann Aldham, Alice Maud Shipley, Leonora Helen Wolff, Mathilde Wolff Van Sandau, Frances Mary Parker, Frances Mary en Margaret McPhun, Kate Williams Evans, Emily Wilding Davison, de kunstenares/beeldhouwster Edith Elizabeth Downing en de componiste Ethel Mary Smyth, die het volkslied van de WSPU 'The March of the Women' uit 1910 componeerde, met de tekst van de schrijfster/actrice Cicely Mary Hammill, die in 1908 de feministische roman en het toneelstuk 'Diana of Dobson's' publiceerde. Het toneelstuk ging op 12 februari 1908 in het Kingsway Theatre op 8 Great Queen Street in Londen in première, met Lena Margaret Pocock in de hoofdrol.

In de gevangenis heb jij bijgedragen aan de dichtbundel 'Holloway Jingles', uitgegeven door WSPU Glasgow. Jouw gedicht 'To D.R.' heb jij voor jouw mede-suffragette in de Holloway-gevangenis Dorothea Rock geschreven. Jij deed mee met een hongerstaking en jij kreeg dwangvoeding. Wellicht raakte jij daar aan de pijnstiller Veronal (Barbital) verslaafd, wat jij vanwege de napijn van de dwangvoeding kreeg. Jij ontving de Hunger Strike Medal. Jij was ook een pleitbezorgster voor dierenwelzijn en jij was lid van de Royal Society for the Protection of Birds (RSPB), opgericht in 1891 door o.a. de filantroop Emily Williamson, Eliza Barron-Phillips, Margaretta Louisa Smith, Catherine Victoria Hall en Hannah Poland. Koning Charles III is sinds 2024 beschermheer van de RSPB. Jij werd na vier maanden vrijgelaten, maar jouw gezondheid herstelde zich niet en jij was aan de barbituraten verslaafd geraakt. Na de gevangenistijd werkte jij als actrice onder de naam Laura Grey. In 1912 debuteerde jij in de pantomime 'The Forty Thieves' in het Lyceum Theatre aan Wellington Street in Londen.

Eind 1912 verliet jij jouw moeder's huis in Kensington. Jij woonde eerst in Händel Mansions en daarna aan Brunswick Square en in Bloomsbury. Tenslotte woonde jij in een flat op 111 Jermyn Street in St James's in Londen, gebouwd in 1900-1901 door Reginald Morphew als monumentale winkel en magazijn met kantoren, met vijf verdiepingen en een hoektorentje. De vorige bewoonster van jouw flat was een werkloze, Amerikaanse danseres, wiens man en haar kind elders woonden. Op 93 Jermyn Street zit de kaaswinkel Paxton & Whitfield uit 1797. Aleister Crowley woonde later op dit adres, boven de kaaswinkel. Jij was ook aan de drank (absint) en drugs. Jij bezocht de nachtclubs Astor Club, Mimosa, de Leicester en de Albert Rooms. Mogelijk kreeg jij geld van mannen in ruil voor seks. Jouw moeder maakte zich ernstig zorgen om jouw mentale toestand en zij schakelde hulp in. Op 26 mei 1914 bezochten Dr. Louisa Garrett Anderson en Dr. Helen Boyle jou met twee verpleegsters. Die wist jij om de tuin te leiden en op de avond voor jouw overlijden ontmoette jij in Cafe Royal de danseres Betty May, die jij goed kende. Jij gaf haar een boek en jij leek heel opgewekt.

In juni 1914 pleegde jij in jouw flat zelfdoding met een overdosis Veronal. Jij werd 25 jaar. Jij liet 1564 pond na. Jij bent door jouw werkster Mrs Spicer op de vloer van jouw flat gevonden. Jij hebt een afscheidsbrief voor jouw moeder nagelaten, geschreven op 5 juni 1914. Jij schreef o.a.: 'Of course the kindly Coroner will call it temporary insanity, but as a mather of fact I think this is about the sanest thing I have yet done. I am simply very, very tired of things in general. My love to Lilias, and I hope she will be very happy and marry some decent man whose children you could be proud of.' Op 16 juni 1914 verscheen het gedicht 'Laura Grey' van Anna Wickham in de Daily Herald. Anna bezocht het Cafe Royal regelmatig.


To D.R.

Beyond the bars I see her move,
A mystery of blue and green,
As though across the prison yard
The spirit of the spring had been.
And as she lifts her hands to press
The happy sunshine of her hair,
From the grey ground the pigeons rise,
And rustle upwards in the air,
As though her two hands held a key
To set the imprisoned spirits free.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
29 mei 2025


Geplaatst in de categorie: idool

5.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 19

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)